ARTIKEL

Functionele footprint

Deze twee praktijkvoorbeelden maken nu een aantal zaken duidelijk die op elke luistersituatie van toepassing zijn en die samengevat luiden:
  • De vorm van een ruimte in normale thuissituaties heeft, onafhankelijk van de grootte van het luidsprekersysteem en de grootte van de ruimte, een bepaalde invloed op de presentatie van de ruimtelijke afbeelding. Sommige vormen zijn inherent vijandiger dan andere; de rechthoek, bijna vierkant of juist meer langgerekt van vorm, is vele malen gunstiger en levert veel minder hoorbare signatuur op dan een driehoekige ruimte. Notoire ruimtes met slechte basweergave zijn bijna zonder uitzondering L-kamers; die vorm lijkt minder geschikt voor goede muziekweergave en er is duidelijk meer voor nodig om deze problemen te neutraliseren.
  • Akoestische hulpmiddelen kunnen een sterke signatuur die door de ruimte wordt opgelegd slechts ten dele neutraliseren; de vorm van de ruimte is een gegeven dat in de meeste gevallen geaccepteerd moet worden en daarmee ook de eventuele nadelen voor de ruimtelijke afbeelding die neergezet kan worden.
  • De verhouding tussen het in een ruimte opgesteld luidsprekersysteem en de grootte van die ruimte speelt ook een doorslaggevende rol bij het succesvol neerzetten van zowel een compleet podium als een correcte schaalafbeelding van dat podium. Een te grote luidspreker in een te kleine ruimte is simpelweg zelden succesvol en presteert altijd onder de maat, ongeacht de financiële investering die u ervoor over heeft. Omgekeerd wil een te kleine luidspreker ook niet de muziek moeten verzorgen in een te grote ruimte, alhoewel de redenen dat het dan misgaat eerder aan de hardware zijn gerelateerd, met name aan de luidsprekers zelf die simpelweg niet in staat zijn om de ruimte overtuigend te vullen met geluid.



Het is dus nooit een kwestie van “hoe groter hoe beter” als het aankomt op luidsprekers, maar dat weten de meeste audiofielen sowieso al wel. De grootte van het systeem behoort verband te houden met die van de ruimte zelf waarin ze worden opgesteld. Het is evenmin zo dat akoestiek elke fout van de ruimte kan compenseren of oplossen. De fysieke vorm van een ruimte (het oppervlak en de inhoud) kan compensatie soms onmogelijk maken. Er bestaat dus geen akoestische oplossing voor een veel te grote luidspreker in een te kleine ruimte.


2. Functionele footprint

De vorm van de ruimte is daarnaast ook belangrijk in relatie tot de functie. De vorm dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij het gebruiksdoel. Voor een thuisbioscoop is de ideale footprint in feite een zo vierkant mogelijk vloeroppervlak. Het is heel goed mogelijk om dat samen te laten gaan met heel goede ratios, ondanks dat de meeste audiofielen hardnekkig blijven geloven dat een vierkant vloeroppervlak funest is. Een luisterruimte voor stereo lijkt wat meer mogelijkheden te bieden, maar de meest ideale vorm voor zo’n ruimte is globaal die van een rechthoek, waarvan de lengte iets meer dan anderhalf maal de breedte bedraagt. Voor beide voorbeelden is het dan mogelijk om de ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Het is niet altijd zo dat bij een minder ideale vorm de geluidskwaliteit of de muzikale prestaties direct in gevaar komen. Het is veeleer zo dat een passende vorm een ondersteunende factor is bij het correct uitwerken van de overige vereisten die aan de ruimte worden gesteld.

Het zoveel mogelijk vierkante vloeroppervlak van de thuisbioscoop maakt het mogelijk om een cirkel van een bepaalde diameter uit te zetten en rondom die cirkel de luidsprekers voor het meerkanaalssysteem te plaatsen, allen op gelijke afstand van het centrum. Dit is de ideaalsituatie die zoveel mogelijk benaderd dient te worden. Bij een rechthoekige ruimte kan zoiets natuurlijk ook, maar er blijft dan veel onbenutte ruimte in de lengterichting over indien de opstelling een cirkelvorm moet hebben. Het is in dat geval beter om 30 vierkante meter nagenoeg vierkant vloeroppervlak te hebben dan een rechthoekige kamer van 30 vierkante meter. In het eerste geval is het vloeroppervlak voor zeker 90% te benutten voor een volwaardige meerkanaalsopstelling; in het tweede geval zal van die 30 vierkante meter zeker 40% buiten de feitelijke opstelling vallen, tenzij men toestaat dat de cirkel zich denkbeeldig buiten de ruimte voortzet. Maar dat zou een fors compromis in de opstelling betekenen…..

Bij een klassieke tweekanaalssituatie – stereo dus – is een overwegend rechthoekig vloeroppervlak juist in het voordeel. Achter de luidsprekers en achter de luisterplaats kan voldoende vrije ruimte worden gereserveerd om de voordelen van een stereo-opstelling volledig uit te buiten. Daarvoor is het immers nodig om die ruimte vrij te hebben voor het herscheppen van een ambiance die de luisteraar ook bij gebruik van slechts twee speakers kan omhullen.

Voor kleine opnamestudio’s en editruimtes gelden weer enigszins andere voorkeuren die aan het vloeroppervlak gesteld kunnen worden; vaak is de footprint bij deze ruimtes minder kritisch.

Kwaliteitscriteria en Aandachtspunten

Pas als de footprint van een muziekruimte sterk contrasteert met het doel waarvoor die ruimte dient te worden gebruikt, kan er een situatie ontstaan waarin men stevige compromissen moet sluiten. Zo komt het regelmatig voor dat een ruimte voor een thuisbioscoop eigenlijk te klein is. Hij is bovendien vaak te laag, wanneer men van een kelder of zolderverdieping gebruik maakt. Om niet de visuele prestaties in gevaar te brengen is men verplicht om de surroundluidsprekers zodanig op te stellen dat er weinig terechtkomt van het doel waarvoor ze eigenlijk bestaan, namelijk om een duidelijke achterambiance in het leven te roepen. Daarvoor is dezelfde afstand tot de luisteraar nodig als die welke de front- en zijluidsprekers hebben, zelfs indien de apparatuur zogezegd in staat is om elektronisch te compenseren voor deze looptijdverschillen. Het is simpelweg niet mogelijk om een overtuigende achterambiance te creëren als de surroundluidsprekers opzij van of pal achter de luisterplaats staan, zelfs niet met ingenieuze elektronica.
In de meeste gevallen lukt het aardig om in te spelen op de eventuele tekortkomingen van het vloeroppervlak van een ruimte. In situaties waarin gestreefd wordt naar compromisloos resultaat is een correcte footprint zonder meer doorslaggevend.


3. Voldoende hoogte.

Bij de huidige, meest gangbare kamerhoogtes van 240-255cm is bijna altijd wel een kwaliteitsweergave te realiseren. Toch zou het helemaal geen kwaad kunnen als de ruimte een halve of zelfs een hele meter hoger zou zijn. Zeker in geval van een dedicated ruimte zal het zo zijn dat het feitelijke plafond geheel of gedeeltelijk verlaagd gaat worden met een akoestisch actieve constructie (paneelabsorptie) en/of diffuserpanelen. Dat gaat in elk geval optisch van de hoogte af. Bij een van zichzelf al laag plafond is het doorgaans niet aan te raden om het nog verder te verlagen met een akoestisch actieve constructie, met als gevolg dat de benodigde absorptie nu via de overige wanden zal moeten worden gerealiseerd. In veel gevallen is het plafond het meest voor de hand liggende oppervlak om de nagalmtijd breedbandig mee onder controle te krijgen en bijna altijd is een of andere verlaagde constructie nodig om ook in het lage middengebied te kunnen absorberen. Dat moet in zo’n geval dus op een andere manier worden gerealiseerd.

Een beduidend hoger plafond dan gemiddeld zal er ook voor zorgen dat de plafondreflectie bij grote luidsprekersystemen een veel kleinere rol gaat spelen. De invloed van de plafondreflecties is nooit gering, maar is redelijk goed te neutraliseren. Dat wordt echter moeilijker naarmate een relatief hoog luidsprekersysteem moet worden geplaatst in een relatief lage ruimte. Zoals onder punt 1 al werd opgemerkt kunnen de fysieke begrenzingen van de ruimte – in dit geval de hoogte – de oorzaak zijn dat een groot systeem geen realistisch en compleet geluidsbeeld kan neerzetten, terwijl een kleiner systeem dat dan juist voorbeeldig zou kunnen.

Een ander aspect, minder voor de hand liggend, betreft de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de ruimte. In een groot aantal huiselijke situaties is de breedte min of meer tweemaal zo groot als de hoogte. Dit levert dan een opeenhoping van resonantiemodi op in een relatief klein frequentiegebied ergens tussen 150 en 250Hz. Dat kan de oorzaak zijn voor laagproblemen die maar heel moeilijk middels de opstelling op te heffen zijn. Wanneer de kamerhoogte 3 meter of meer zou zijn zal, bij gelijkblijvende breedte, een betere verdeling van resonantiemodi optreden in de lage frequentieband onder 300Hz en dat levert op zijn beurt een duidelijk betere laagweergave op, zelfs in een overigens onbehandelde ruimte. Dit raakt uiteraard het terrein van de ratios, waarover verderop meer.
Wanneer de keuze kan vallen op een ruimte met een grotere hoogte dan normaal is dat in alle gevallen een voordeel. Het maakt een correcte en complete ruimtelijke schaalafbeelding makkelijker, zowel voor grotere als voor kleinere luidsprekersystemen. Doordat het plafond aanmerkelijk verder weg komt te liggen zal de rol van de eerste reflectie via het plafond bovendien afnemen en daarmee ook de kleuring op het lage middengebied die vaak met die specifieke reflectie samenhangt.


4. Symmetrie en de mogelijkheden voor een Symmetrische Opstelling.

Symmetrie had met evenveel recht als eerste punt genoemd kunnen worden, zo belangrijk is het voor de totale muzikale presentatie, met name voor het links/rechts evenwicht in de ruimtelijke afbeelding. Aan dit aspect is niet voor niets een volledig artikel gewijd; klik hier om het te lezen.

Symmetrie in de opstelling van de linkse en de rechtse luidspreker wil zeggen: links en rechts identieke afstanden tot vloer, plafond, zijmuur en achterwand; een identieke hoek waarmee de luidsprekers worden ingedraaid; en een identieke waterpas-opstelling van de kasten. Symmetrie zorgt er op die manier voor dat verschillen in het geluidsaandeel van de linker en de rechter weergever minimaal zijn en in elk geval geen hoorbare uitwerking hebben. Samen met een onbeheerste nagalmtijd is asymmetrie in de ruimte of opstelling het meest voorkomende akoestische euvel. Persoonlijk tref ik het aan in elke omgeving, zowel bij de allerduurste als bij de allerbescheidenste audiosets, zoals het tegendeel ook in alle lagen van audioland kan worden aangetroffen. Door het beginsel van symmetrie nauwgezet te respecteren bij alle aspecten rond de opbouw en opstelling van de geluidsinstallatie, alsmede bij de eventuele akoestische aankleding van de luisterruimte, wordt stap voor stap elke onbalans als gevolg van asymmetrie zoveel mogelijk uitgesloten van deelname aan de muzikale presentatie. Iedereen die zich serieus wil bezighouden met zaken als optimale opstelling en opbouw van een geluidsinstallatie kent het belang om met het linkerkanaal precies hetzelfde te doen als met het rechterkanaal. Het maakt hierbij niet uit of het om elektronische of om mechanische ingrepen gaat.

Kwaliteitscriteria en Aandachtspunten

Naast asymmetrie die door de onzorgvuldigheid van de gebruiker zelf in de opstelling kan sluipen, bestaat er ook asymmetrie van de ruimte zelf. Een schoorsteenmantel die zich meer achter de linker dan achter de rechter luidspreker bevindt kan de oorzaak zijn voor een hardnekkige onbalans in de ruimtelijke afbeelding van muziek. Meestal is die onbalans ook nog frequentie-afhankelijk en kan daarom niet met een eventuele balansregelaar worden opgeheven.

Er zijn heel veel voorbeelden van asymmetrie te bedenken, sommige vrij onschadelijk en andere zeer ontregelend. Hieronder een opsomming met de meest voorkomende vormen van asymmetrie van de ruimte; u zult ze vast wel herkennen:

  • Schoorsteenmantel of inspringende muur achter een van de twee luidsprekers;
  • Glaswand of grote raamoppervlakken links, terwijl rechts een normale muur is;
  • Een zijwand op 70cm van de linker luidspreker, maar de rechter luidspreker staat vrij (wat je veel ziet in L-kamers, zoals in het voorgaande tekeningetje).
  • De wand achter de luisterplaats loopt niet over de volle breedte van de ruimte (ook dat zie je in L-kamers, afhankelijk van de opstelling en inrichting).
  • Grote meubels langs één zijde en een lange, ononderbroken en ongebruikte (glas)wand aan de andere zijde.
Asymmetrie kent veel gezichten. De uitwerking ervan op de ruimtelijke afbeelding van de muziek is bijna altijd minder funest indien de ruimte nog niet akoestisch is geoptimaliseerd. Wanneer echter de nagalmtijd in de ruimte reeds onder beheersing is gebracht, zullen de subtielere bijwerkingen van asymmetrie navenant duidelijker hoorbaar worden. Om die reden is het belangrijk om bij een serieus ontwerp voor een muziekruimte symmetrie boven aan de prioriteitenlijst te zetten, ook al is niet altijd direct hoorbaar waarom. De meer evidente problemen, zoals die rond een te lange nagalmtijd, overschreeuwen letterlijk de overwegend subtielere problemen van asymmetrie.

Vanzelfsprekend zult u in een dedicated ruimte die van de grond af aan wordt opgebouwd geen asymmetrie hoeven toe te staan. Dat lukt prima als u de plaats van de toegangsdeur en de eventuele ramen zo lang mogelijk ‘flexibel’ kunt houden gedurende de ontwerpfase van de ruimte. Het respecteren van symmetrie loont de moeite en is zonder enige twijfel het belangrijkste of het op één na belangrijkste kwaliteitscriterium voor een ruimte waaraan de hoogste eisen moeten worden gesteld.

EDITORS' CHOICE