Daar staat hij dan, de uit 2007 stammende No 326S stereo-voorversterker van het merk waar ik jaren geleden onrustig van sliep. Het centraal op het front geplaatste rode dot-matrix display oogt stoer en tijdloos. De elegante welving in het dikke aluminium frontpaneel leidt alle aandacht naar het display, wat nog eens geaccentueerd wordt door de links en rechts ervan geplaatste en solide aanvoelende bedieningsknoppen. Intern is de No 326S, zoals je mag verwachten van een echt high end product, louter met kwaliteitsonderdelen opgebouwd.
De twee grote voedingstrafo's zouden niet misstaan in een flinke geïntegreerde versterker. Dat de kanalen binnen de 326S volledig gescheiden worden verwerkt is duidelijk te zien aan de achterzijde: de linkerzijde en de rechterzijde van de achterkant zijn haast elkaars spiegelbeeld. Alleen de aansluitingen van het communications Link2 systeem verstoren de perfectie symmetrie. De drie gebalanceerde ingangen en de gebalanceerde uitgang zijn ook in een niet-gebalanceerde RCA-versie aanwezig. Er is zelfs een extra RCA-ingang. Met de in totaal zeven beschikbare ingangen zit je in ieder geval niet snel om een aansluit-optie verlegen.
Mark Levinson No 532H
De 532H is van recenter datum (2011) en is visueel veel minder uitgesproken dan de 326S voorversterker. De enorme kast (45.1 x 19.4 x 50.4 cm. en 33,6 kilo zwaar) is, vergeleken bij de duurdere ML versterkers, erg basic te noemen. Een welving aan de linker- en een welving aan de rechterzijde flankeren een vlak paneel met daarin een standby-lampje, de merknaam en het typenummer en een standy-toets. Het paneel is wel gemaakt van een dikke kwaliteit geborsteld aluminium. Aan de achterzijde van de 300 watt per kanaal leverende eindversterker vinden we een gebalanceerde en een niet-gebalanceerde ingang, een schakelaartje om daar tussen te kiezen, vier forse luidsprekerklemmen, een aan/uit-knop en een - zie ik dat goed? - ethernet-aansluiting.
Een duik in de handleiding leert dat je de No 532H automatisch in kunt laten schakelen bij het aanzetten van de voorversterker, en geeft het de mogelijkheid om de status van de eindversterker te monitoren. Bovendien, en dat zal de verstokte ML liefhebber zeker aanspreken, synchroniseert de ethernet-aansluiting blijkbaar het bekende knipperen van de stand-by LED's op de eindversterkers. Jammer genoeg had ik voor deze test maar een eindversterker ter beschikking. De klemmen voor de luidsprekerkabels accepteren overigens uitsluitend spades, maar die kunnen door het S-vormige ontwerp van de knoppen wel ongelooflijk strak aangedraaid worden.
Wilson Audio Duette
De Wilson Audio Duette’s worden in een echte nearfield opstelling gezet. De afstand tussen de twee luidsprekers is slechts 1,5 meter. De ruimte tussen de luidsprekers wordt benut om plaats te bieden aan de Mark Levinson voor- en eindcombinatie en de Arcam D33 DAC. De luisterpositie is op een kleine 2 meter van de set, waardoor de Wilson Audio Duette’s aardig ingedraaid moeten worden.
De Wilson Duette is een kleine reus. Je zou kunnen denken dat het een mini-monitor systeem is, maar het enorme kastvolume en de gebruikte 8" woofer logenstraffen deze gedachte. Doordat het filter niet in de kast is verwerkt win je namelijk kostbare liters kastinhoud en houd je bovendien het filter gevrijwaard van ongewenste trillingen.. Wat verder opvalt aan de Duette is de makkelijke belasting die hij voor een versterker vormt. Een rendement van 90dB gekoppeld aan een impedantie van 4 ohm, wat meteen ook ongeveer de minimale impedantie van de Duette is, zorgt ervoor dat je de Wilsons zelfs met een 20 watt versterkertje aan zou moeten kunnen sturen. De 300 watt die ik nu ter beschikking heb lijkt dus overkill. Een ander bewijs voor het feit dat de Duette toch echt een grote luidspreker is wordt geleverd door het frequentiebereik in het laag. Dat loopt in een gemiddelde luisterruimte namelijk door tot 30Hz bij -3dB.