Voor het aansturen van de units gebruikt men voor elke unit een eigen versterker, voor de woofer zelfs twee, die in brug geschakeld worden om het vermogen te verviervoudigen. Noodzakelijk omdat de Diamant tot 16Hz kan weergeven en de woofer daartoe via de compensatie, die door het elektronische filter wordt verzorgd, flink vermogen voor de kiezen krijgt. Het ontwerp van het systeem is grotendeels gebaseerd op computersimulaties om de basis te vormen. De uitgangen van de verschillende versterkers zien een haast Ohmse belasting omdat Zobel netwerken, parallel aan de luidsprekerunits, aan de uitgangen de fase van spanning en stroom gelijk houden. Heel belangrijk, want juist door faseverschuivingen raken versterkers soms van slag en al presteren ze op papier met een zuiver Ohmse belasting mogelijk heel goed, onder dynamische omstandigheden blijft er weinig van die prestaties over, weet ik uit de praktijk.
Temporal Coherence schenkt niet alleen aan de versterkerschakeling veel aandacht, maar minstens zoveel, of zelfs meer, aan de voedingen. Het drieweg wisselfilter werkt volledig in het analoge domein en bevat meer dan 100 transistoren, het is een soort van analoge computer die hard wired voorgeprogrammeerd is. Dat zou ook digitaal kunnen, maar Hans van Maanen zegt daarover dat digitaal altijd last heeft van het klokken van data, synchronisatie en afrondingsfouten. Werken met analoge filters heeft ook nadelen, maar die vallen in het niet ten opzichte van digitale problemen. Deze winst zit voornamelijk in het tijdgedrag. Het filter werkt zodanig dat fouten die verderop in de keten van filter-versterker-driver zullen ontstaan al aan de basis (dus in het filter) worden opgeheven. Ten opzichte van het middengebied kunnen de hoge en lage tonen worden versterkt of verzwakt middels regelaars op de achterzijde van de Diamant.
Temporal Coherence Diamant: Op tijd
Wij horen in tijd en minder in frequentie zegt Temporal Coherence. Alle informatie afkomstig van de weergever moet op tijd aankomen bij de luisteraar. De aanslag, de toon en het uitsterven van de toon. De versterker moet daarom zeer snel zijn en het uiteindelijke resultaat zal zijn dat zelfs een dynamische weergever klinkt als een elektrostaat in het middengebied. Ik krijg de kans om zelf te beoordelen of dat zo is met als eerste een a capella gezongen stuk van The Beatles, maar dan in zes stemmige zang van The King’s Singers. Het eerste dat direct opvalt, is de totale afwezigheid van een luidspreker in het stereobeeld.
Natuurlijk staan die er wel. Maar omdat de zangers geheel los komen ontstaat een zeer plastisch beeld waar ik altijd even aan moet wennen. Rondstralers gedragen zich anders dan de systemen waar de meesten van ons aan gewend zijn, een baffle met units onder elkaar. De Diamant moet ook vanwege dat rondstralen een meter of meer van de zijwanden verwijderd zijn. Als we vervolgen met een kwartet van mannen die zingen raak ik al meer en meer gewoon met de Diamant en kan inderdaad onderschrijven dat stemmen zo zuiver zijn dat ze uit een elektrostaat lijken te komen, maar dan niet uit een punt maar uit de ruimte.
Temporal Coherence Diamant: Concertzaal
Het vervolg is indrukwekkend. Een Stockfish opname van slagwerk geeft pauken weer die realistisch diep in het laag gaan, met een haast grenzeloos gemak en zeer dynamisch. Als daar meer percussie bijkomt, blijkt dat de aanslag van de trom inderdaad de werkelijkheid ultiem dicht weet te benaderen op de Diamant. Zinderend hoog is afkomstig van triangel. Ik zou de muziek niet kopen, maar het is wel een opname die het uiterste kan vergen van een weergaveketen. Minstens zo indrukwekkend is een orgelopname met muziek van Bach. Vergeet muren en plafond, dit gaat gewoon daarbuiten.
Laag is strak en gaat heel diep, maar het gaat vooral om de grootsheid, de afwezigheid van resonanties en de natuurlijkheid die de meeste indruk maken. Wie zich graag begeeft in kerken om naar orgel te luisteren zal een droom zien uitkomen met de Diamant in eigen huis. Meer klassiek in de vorm van orkestwerk gecomponeerd door Rimski-Korsakov, opgenomen op Reference Recordings. Het eerste dat je vergeet is dat er luidsprekers staan want het stereobeeld komt geweldig los in de ruimte. Het is zelfs zo dat ik luister met gesloten ogen en als ik die open realiseer ik mij pas dat er luidsprekers in de kamer staan.
Hun bestaan vergeet je eenvoudig door te luisteren naar wederom indrukwekkende pauken, of meer nog de natuurlijkheid en het gemak van weergeven van alle instrumenten. Volkomen stressvrij. Het Concertgebouw Orkest is te horen op een Polyhymnia opname. Met daarin veel ruimte informatie en strakke plaatsing van instrumenten. Weer op een natuurlijke manier neergezet, diep doorlopend naar achteren in het stereobeeld, soms komen solisten iets meer naar voren. Alle instrumenten zijn perfect te onderscheiden van elkaar, tegelijk vormen zij samen een blijvende harmonie. Ook met Klavierkonzerte Nos. 182 Totentanz op een oude DGG opname, waarin een concertvleugel met groot orkest speelt, blijf ik het gevoel houden in de concertzaal te zitten en steeds naar het podium te kijken.
De vleugel mag zeer zacht spelen, soms nauwelijks hoorbaar, om daarna weer vol uit te halen met het orkest. De dynamiek van de Diamant lijkt onbeperkt, wat mede te danken zal zijn aan de directe koppeling tussen versterker en units, zonder remmende scheidingsfilters in de signaalweg naar de speaker zoals bij niet-actieve systemen altijd het geval is.