Dit artikel is eerder verschenen in FWD Magazine
De in het artikel genoemde prijzen dienen als richtlijn. Voor informatie betreffende actuele prijzen verwijzen we u graag naar ons winkeloverzicht.
Projectoren
KOOPGIDS
Een projector mag dan een aantal onmiskenbare voordelen bieden ten opzichte van een tv-scherm, de aankoop en installatie ervan zijn een stuk minder eenvoudig. Neem deze koopgids dus goed door voor je tot een aankoop overgaat.
PROJECTOR VERSUS TV-SCHERM
Het staat als een paal boven water dat in bijna alle gevallen een projector per vierkante centimeter beeld een stuk voordeliger uitvalt dan een tv-scherm. Meer beeld voor je geld, dus. Kijk, dat horen we graag. Ook op kwalitatief niveau hoeft een projector niet onder te doen voor een tv-scherm. Zeker de helft van de geteste projectoren is namelijk in staat om een mooier beeld te produceren dan het gros van de tvschermen. Toch wil dat nog niet zeggen dat je dus maar beter je tv-scherm zo snel mogelijk inruilt voor een projector. Naar je tv-scherm kan je immers kijken bij daglicht, of ’s avonds in een verlichte ruimte. En dat is met een projector nagenoeg onmogelijk. Tv-schermen – en dat geldt zowel voor plasmaals lcd-toestellen – produceren flink wat licht, zodat ze zich niet uit het veld laten slaan door invallend daglicht of door de elektrische verlichting in de woonkamer. Projectoren hebben echter een veel minder grote lichtopbrengst. Als iemand naar de projector wil kijken, moet de hele kamer dus verduisterd worden. Andere activiteiten in die kamer – zoals een boek lezen – zijn dan zo goed als onmogelijk.
Een ander punt is dat projectoren tekortkomingen in het bronmateriaal heel goed laten zien doordat ze die sterk uitvergroten. Zo zien analoge tv-uitzendingen er vaak erbarmelijk uit op een projector. Niet verwonderlijk, als je bedenkt dat het analoge tv-formaat oorspronkelijk ontwikkeld is om op beeldbuizen met een diameter van een centimeter of 20 te worden vertoond. Digitale tv ziet er niet echt veel beter uit zolang er geen high definition (HD) aan te pas komt, en ook minder goede dvd-transfers vallen genadeloos door de mand. Gelukkig bieden de meeste dvd’s die we de laatste jaren te zien kregen wél een degelijke tot zeer goede beeldkwaliteit. De algemene conclusie luidt dan ook dat projectoren de mooiste oplossing zijn voor het weergeven van dvd’s en nog meer voor high definition-bronmateriaal, zoals Blu-ray en HD-DVD. Tv-uitzendingen bekijk je echter best op... een tv.
Een ‘best of both worlds’ oplossing kan ook. Daarbij gebruik je een tv voor het doordeweekse tv-kijken, en heb je daarnaast ook nog een projector in huis om naar films te kijken. En voor het betere Gran Turismo-racewerk én om naar het WK voetbal met de vrienden te kijken, natuurlijk. Het is zelfs mogelijk om één en ander zonder al te veel poespas te combineren in dezelfde ruimte. Dat doe je door de platte tv te aan de muur te hangen en een - al dan niet elektrisch - oprolbaar projectiescherm aan het plafond te bevestigen. Op het moment dat je de projector wil gebruiken, rol je het projectiescherm naar beneden en komt het voor de tv te hangen. Op alle andere momenten is het (opgerold) projectiescherm niet storend aanwezig in de kamer. Sommige projectieschermen kunnen zelfs worden ingebouwd in het plafond, zodat je er helemaal niets meer van ziet als het niet in gebruik is.
RESOLUTIE
We hadden je graag verteld dat er 720p-projectoren bestaan en 1.080p-projectoren, en dat die laatste beter zijn dan de eerste. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Zo heeft de projector met de laagste resolutie uit de test niet eens genoeg pixels aan boord om standaard PAL-materiaal – daarvoor zijn 768 bij 576 pixels nodig – weer te geven. Het gaat dan wel om een toestel dat niet meer dan 823 euro kost. Verder hebben we twee toestellen met een resolutie van 800 bij 600 pixels in de test. Dat is nog steeds bijzonder weinig, maar wel voldoende om dvd’s – de resolutie van een dvd bedraagt 720 bij 576 pixels – zonder verlies te kunnen weergeven. Net daarboven zitten twee apparaten met 1.024 bij 768 pixels aan boord. Niet genoeg voor de laagste HD-norm, want die bedraagt 1.280 bij 720 pixels. De goedkoopste projector uit de test die dat wel voor elkaar krijgt, kost net geen duizend euro. De goedkoopste machine die 1.920 bij 1.080 pixels kan weergeven – de hoogste HD-norm, ook bekend als ‘Full HD’ – kost meteen drie keer zoveel. Jammer, maar niet onlogisch. Zoals eerder vermeld, legt een projector alle mogelijke fouten en tekortkomingen in het beeld bloot door zijn sterk uitvergroot XXL-beeldformaat. Dat geldt uiteraard ook voor fouten die door het apparaat zélf veroorzaakt worden.
Met andere woorden: hoe groter het beeldformaat, hoe groter de resolutie zou moeten zijn. Als algemene regel kunnen we dan ook stellen dat projectoren met een resolutie van minder dan 1.280 bij 720 pixels te mijden zijn. En als je budget het enigszins toelaat, kies je best voor een 1.920-bij-1.080-toestel. Je hebt dan de mogelijkheid om HD-beeldmateriaal, afkomstig van Blu-ray, HD-DVD, HDTV en bijvoorbeeld ook PS3-games, verliesvrij weer te geven. Los van het bovenstaande kan je er donder op zeggen dat er binnenkort in het topklassesegment – lees: voorlopig absoluut onbetaalbaar – projectoren op de markt zullen komen met resoluties tot 4 miljoen pixels (ongeveer het dubbele van ‘Full HD`) en hoger...
REGENBOOGEFFECT: |
AANSLUITINGEN
Je zou kunnen stellen dat er twee soorten video-aansluitingen bestaan: ‘ouderwetse’ aansluitingen en ‘moderne’ aansluitingen. Toch zijn die ouderwetse – of beter: minder recente – analoge aansluitingen niet onbelangrijk. Je hebt ze immers nodig als je bronapparaten in huis hebt die nog niet over een digitale HDMI-uitgang beschikken (videorecorder, dvd-speler, gameconsoles van de eerste of tweede generatie, ...). In stijgende volgorde van kwaliteit gaat het over: composiet video, S-video en component video. Die eerste twee zijn wegens de zwakke videokwaliteit absoluut te mijden op een projector. Component video biedt wel een goede beeldkwaliteit, maar wordt stilaan uitgerangeerd aangezien de nieuwe HD-videoformaten – in verband met de kopieerbeveiliging – mogelijk beperkingen zullen bevatten waardoor ze enkel in een lagere beeldresolutie over component video zullen functioneren.
De belangrijkste beeldaansluiting op een projector is dan ook de ‘moderne’, digitale HDMIingang. Veel projectoren hebben er slechts eentje, maar in de praktijk is het bijzonder handig als je er twee of meer ter beschikking hebt. Er bestaan heel wat versies van HDMI – 1.1, 1.2, 1.3 en 1.3a – maar daar hoef je je wat projectoren betreft niet veel zorgen over te maken. Wel is het essentieel dat het digitale HDMI-circuit in je projector compatibel is met de HDCP-kopieerbeveiliging (High Definition Content Projection). Dat is bij alle moderne toestellen normaal gezien het geval.
Heel af en toe kom je nog projectoren tegen die geen HDMI-ingang hebben, maar wel een DVI-ingang. Via een verloopstekker of -kabel kan zo’n ingang echter ook voor HDMI-signalen gebruikt worden, zolang deze maar HDCP-compatibel is. Een D-Sub-aansluiting ten slotte, dient om het beeld van een pc naar de projector te sturen, al beschikken sommige pc’s tegenwoordig ook over een DVI- of HDMI-uitgang.