Review Musical Fidelity Nu-Vista: een DAC met een zweem nuvistor-warmte

Jamie Biesemans | 21 maart 2024 | Musical Fidelity

SAMENVATTING

De Nu-Vista DAC is de ideale partner voor de toekomstige Nu-Vista CD-transport, maar ook los van dat gearrangeerd huwelijk kan deze DAC een goede partner zijn voor andere versterkers. Zijn uitgebreid palet aan ingangen en tweakingopties zijn aantrekkelijk, maar het is vooral ook de nuvistor-gebaseerde outputstage die hem een eigen karakter geeft.

PLUSPUNTEN

  • Nuvistor-buizentrap
  • Organische, authentiek klank
  • Uitstekend DAC-luik
  • Veel ingangen, incluis I2S en AES/EBU
  • Massieve bouwkwaliteit en afwerking, incluis van de remote

MINPUNTEN

  • Ferme voetafdruk
  • Ingebakken DSD-conversie was mooi geweest

De Nu-Vista DAC is de nieuwste telg in de herboren Nu-Vista-familie van Musical Fidelity. Het is een DA-converter als geen ander, met dank aan de karakteristieke output-stage met acht nuvistor-buizen. Dat én de vele tweakingopties, maken het iets bijzonder.

De nieuwe DAC die we hier bekijken is geen alleenstaand product van Musical Fidelity. Het past in een grote vernieuwingsoperatie die doorgevoerd wordt sinds het Britse merk in handen kwam van Audio Tuning, het moederbedrijf van Pro-Ject-baas Heinz Lichtenegger. Wie na die overname een grote koersverandering verwachtte is er echter eraan voor de moeite. Lichtenegger noemt zichzelf een grote fan van Musical Fidelity, en heeft veel geïnvesteerd in het vernieuwen van de bestaande lijnen. En het opnieuw uitbrengen van enkele legendarische modellen, zoals het jaren tachtig-icoon de A1-versterker en MF’s LS3/5A-interpretaties. Daarbij wordt vertrouwd op de technische kennis van Simon Quarry, een ingenieur die al lang bij het bedrijf werkt. Kortom, het verleden weggooien wil Lichtenegger zeker niet, maar wel designs updaten naar de nieuwste technologieën en features. Ook op vlak van quality control werden grote stappen gezet.

Een van de opmerkelijke zetten van het herrezen Musical Fidelity is het vernieuwen van de Nu-Vista-familie. Dat is echt een gedurfd statement, want de Nu-Vista-producten zijn bedoeld om mee te spelen in het high-endsegment. De spectaculaire Nu-Vista 800.2 geïntegreerde versterker die vorig jaar een EISA Award oppikte, ligt in de winkel voor net geen 12.000 euro bijvoorbeeld. Daarmee concurreert het met gerespecteerde namen als de Hegel H600 of McIntosh MA8950. Opteer je echter voor de Nu-Vista PRE en PAS voor- en eindtrap, dan zit je al gauw in de buurt van 45.000 euro – en dan heb je nog de optie om te werken met een externe voeding. Kortom, met de Nu-Vista-lijn toont Musical Fidelity zich wel bijzonder ambitieus.

De Nu-Vista DAC die we hier bekijken past in het rijtje hierboven. Het is een standalone DA-converter die zowel bij de Nu-Vista 800.2 als bij die PRE/PAS-combinatie kan passen. Het zit dan ook in dezelfde massieve behuizing als de andere Nu-Vista’s, beschikbaar in een geborsteld zwart of zilver aluminium. Of bij andere hifi-apparatuur, dat is natuurlijk ook mogelijk. Het apparaat is voorzien van een (uitschakelbare) volumeregeling, dus je kunt de Musical Fidelity ook rechtstreeks aan een eindversterker aansluiten. Uiteraard is dat vooral interessant als je enkel naar digitale bronnen luistert, want analoge ingangen vind je niet op een ‘pure’ DAC zoals deze.

Waarom deze DAC? 

Waarmee onderscheidt de Nu-Vista DAC zich nu van de vele andere DA-converters op de markt? Een belangrijk deel van het antwoord zit in de naam ‘Nu-Vista’. Musical Fidelity verwijst hiermee naar het gebruik van nuvistor-buizen in deze producten. In dit geval zitten er zo acht in de gebalanceerde klasse A-outputstage na de DAC-converter, waar ze zorgen voor heel eigen sound.

Nu zijn er natuurlijk ook andere DAC’s die een buizentrap integreren in hun design, zoals de Canor DAC 2.10 die we twee jaar geleden op bezoek hadden. Nuvistor-buizen zijn echter niet vergelijkbaar met de typische buizen die je in die producten vindt.

Het zijn om te beginnen veel kleinere dingen die er helemaal niet uitzien als de typische gloeiende lamp. Nuvistors werden ontwikkeld toen transistors al op de markt waren, als een ultieme poging om aan te tonen dat buizentechnologie nog kon meetellen. Hoewel ze al decennia niet langer worden gefabriceerd, zijn ze wel nog heel lang in gebruik gebleven. Onder meer in militaire toepassingen (zoals gevechtsvliegtuigen) die gehard moesten zijn tegen elektromagnetische straling (bijvoorbeeld van EM-puls van een nucleaire explosie hoog in de atmosfeer) die chips zou bakken.

Gelukkig bleven er nog veel exemplaren ongebruikt. De nuvistor 7586 triodebuizen die Musical Fidelity toepast in deze DAC zijn daarom allemaal NOS (maar wel grondig getest door een buizenspecialist waar Pro-Ject en MF nauw mee samenwerkt). “We hebben een grote voorraad opgebouwd waar we heel lang mee kunnen doorgaan, dat gaat nooit een probleem zijn”, kregen we van Lichtenegger te horen toen we hem vroegen of dit betekent dat de Nu-Vista-fabriek ooit zonder nuvistors zou vallen.

Veel tweaken 

Nog een reden om voor de Nu-Vista DAC te kiezen: het biedt bovengemiddeld controle over het conversieproces. De eigenlijke omzetting van het digitale signaal van pakweg een streamer naar analoog gebeurt door twee ESS ES9038Q2M delta-sigma-chips, opgesteld in dual differential modus. Door dit te doen wordt de ruisvloer verlaagd, een stillere achtergrond waarop de geconverteerde audio afspeelt. Deze chips gebruiken de 32-bit HyperStream II-architectuur, waardoor nagenoeg alle hi-resmateriaal verwerkt wordt. Als het gaat om PCM kon je tot 768 kHz/32-bit aanbieden, qua DSD verwerkt het stromen tot 11,2 MHz. Het verwerkt ook MQA.

Nu zullen sommige critici opmerken dat de gekozen DAC-chips niet de hoogste Sabre-modellen zijn van ESS. Dat klopt, maar het gaat niet enkel om die chips. Een DAC is meer dan dat, en Musical Fidelity wijst op dat vlak naar een reclocker-module en een eigen klok die jitter onder 100 femtoseconden laat duiken.  

Acht filters en meer 

Via de remote maar ook via de knoppen op het voorpaneel kun je de vele opties van deze DAC aanpassen. Het ruime aanbod op dit vlak doet meteen denken aan de goedkopere M6x DAC van Musical Fidelity, waar je de verschillende filters en opties afleest via veel ledjes op de voorkant. Hier is het eleganter gedaan, met pictogrammen en een prominente plek voor de gekozen filter op het zeer goed leesbaar scherm.

Duik je in het menu van de Nu-Vista DAC, dan word je bij Audio Settings begroet door een reeks opties. De digitale filters zijn best je eerste halte. Je vindt hier naast de zeven filters die ESS op z’n chips aanbiedt een achtste optimal transient-filter die voor Musical Fidelity ontwikkeld werd. We vermoeden stilletjes dat bekende digitale ontwerper John Westlake hier een hand in had. Bij deze filter kun je de oversampling van de DAC niet inschakelen, dat kan bij de andere filters wel. PCM-audio wordt dan naar 768 kHz gebracht. Speel je DSD-materiaal, dan spelen de acht filters geen rol – ze zijn bedoeld om PCM-conversies beter te maken.

Digitaal schakelbord 

Door het ruim aanbod aan inputs is de Nu-Vista DAC een digitale ingang voor vele bronnen, van streamers tot tv’s. De USB klasse B-poort is wellicht de populaire keuze voor het connecteren van een digitale transport of streamer, maar er zijn ook één coaxiale en drie optische aansluitingen beschikbaar. Het rijtje wordt vervolledigd met een AES/EBU-ingang en een I2S HDMI-poort. Omdat I2S niet zo gestandaardiseerd is, kan het wel eens zijn dat een digitale streamer met zo’n uitgang niet per se zal werken. Eén apparaat kun je hier zeker aan hangen, zegt Musical Fidelity: de Nu-Vista CD-speler die later dit jaar verschijnt. 

Als het gaat om de verbinding tussen DAC en (voor)versterker, heb je de keuze tussen cinch of XLR. Gegeven de gebalanceerde opbouw van de nuvistor-stage zou die laatste gebalanceerde verbinding van ons de voorkeur krijgen. Achteraan ontdek je nog een drietal mysterieuze aansluitingen, met labels als Power en Control. Dit verwijst naar een externe Nu-Vista Uni-voeding die nog moet verschijnen. Deze krachtcentrale komt in een gelijkaardige behuizing en zal zowel de DAC als de Vinyl 2-phonotrap van stroom kunnen voorzien. De ingebouwde voeding van de Nu-Vista DAC – die ook al heel sterk geoptimaliseerd is – wordt dan omzeild.

Cliché-alarm! 

Gebouwd als een tank is zo’n zinnetje dat je wel vaak in audioreviews tegenkomt, net als het alomtegenwoordige ‘Zwitsers zakmes’. Het is dan ook bijzonder pijnlijk om net die tankvergelijking te moeten bovenhalen in deze tekst. Want dat is eigenlijk wel een toepasselijke vergelijking als het gaat om de constructie van dit toestel. De Nu-Vista DAC is op dat vlak niet anders dan Nu-Vista-versterkers en randapparatuur (zoals de Nu-Vista Vinyl 2 phonovoorversterker die we ook even op bezoek hadden). Het is zeker geen toestel dat je zomaar in een hifi-rack schuift. Door z’n grote voetafdruk en heftig gewicht is de Nu-Vista DAC eerder iets voor een toegewijd meubel of zelfs de vloer. Je wil hem sowieso ergens zetten om er mee te pronken, want dat verdient het ook echt.

De massieve behuizing uit geanodiseerd aluminium is piekfijn afgewerkt. En ook visueel interessant gemaakt, met een voorpaneel uit meerdere horizontale segmenten dat boven- en onderaan naar achter buigt. Je aandacht zal sowieso gaan naar het contrastrijk OLED-scherm in het midden, nog zoiets typisch voor de Nu-Vista’s. Je bepaalt zelf of het zwart op wit of omgekeerd informatie toont, wat door z’n omvang ook op afstand goed leesbaar blijft. Links en rechts van het scherm zijn er twee enorme draaiknoppen voorzien om te wisselen van ingang en als volumeregelaar. Die laatste ga je niet echt gebruiken als je de DAC instelt op een vaste lijnuitgang, maar het speelt ook een rol als je in de menu’s duikt.

Vind de nuvistors

Langs de bovenkant kijk je op een reeks bijna afgewerkte uitsparingen met roosters (een Europese verplichting trouwens, zodat een vallend object zoals een muntstuk geen contact kan maken met de elektronische onderdelen). Via de achterste opening werp je een blik op de acht nuvistor-buizen die omringd zijn door een oranje gloed. Voor die gloed moet je hem niet kopen, natuurlijk, maar het maakt de DAC wel net iets interessanter om naar te kijken dan de meeste converters.

Voor de kenners van het merk: de nieuwe generatie Nu-Vista’s zijn uiterlijk een stukje gestroomlijnder dan de vorige lichting. Dat komt omdat de kenmerkende grote koelvinnen aan de zijkanten verdwenen zijn. Het lijkt het toestel qua koeling toch geen problemen op te leveren, er is voldoende verluchting voorzien.

Totale controle 

Ook de afstandsbediening doet lustig mee aan de gepantserde wagentrend. Waar we bij de M8xi-versterker nog zeurden dat de meegeleverde remote qua uitstraling niet paste bij een dure versterker, kunnen we hier absoluut niet kritisch zijn. Laat de remote vooral niet vallen op je voet, want dit is een fors ding dat je snel zal omtoveren tot kapitein Haddock op een slechte dag. Qua luxegevoel zit het wel helemaal goed, en dat is belangrijk. Je gaat immers die remote dagelijks in de hand nemen. De kans dat je hier gaat denken: “Hmm, dit is fragiel en goedkoop”, is eerder klein. De Nu-Vista DAC-afstandsbediening is gefreesd één blok aluminium met gelaserde labels bij de twintig (20!) knoppen. Dat zijn wel heel veel toetsen voor een DAC, maar dat hoort bij de vele ingangen en tweakopties die er geboden worden. Dit is niet een toestel waarbij je meermaals op een knop moet drukken om de juiste input te selecteren.

Speuren naar de ultieme klank 

Voor deze test gebruikten we de Hegel H600-versterker en onze Focal Sopra N°2-speakers. Die Hegel heeft uiteraard zelf ook een streaminggedeelte en een DAC, maar ook een bijzonder handige DAC-Loop-functie. Hiermee kunnen we streamen via (bijvoorbeeld) Roon naar de Hegel, maar wordt de digitale stroom weer naar buiten gestuurd richting de Musical Fidelity. Deze hangt dan weer via zijn analoge outputs op de XLR-ingang op de Hegel. Je omzeilt zo dus de ingebouwde DA-converter in de Hegel, maar gebruikt wel z’n streamingbord en de analoge eindtrap in de Noorse versterker. Handig allemaal, maar toch hebben we op andere momenten een dedicated streamer gebruikt. De Hegel en Sopra’s bleven dan wel hun rol op het einde van de muziekketen spelen.

De Nu-Vista DAC is spek voor de bek van mensen die graag onderzoeken of filters een grote impact hebben. Of die benieuwd zijn naar de verschillen tussen PCM-audio (al dan niet geupsamplede) en DSD-streams. In combinatie met de juiste digitale streamer en eventueel software als Roon of HQPlayer krijg je met deze Musical Fidelity op dat vlak heel veel opties. Er zit al veel ingebakken in de DAC zelf, maar in een groter geheel kun je nog meer tweaken en onderzoeken. We hebben bijvoorbeeld de nieuwe AURALiC Aries G2.2 op de Nu-Vista gehangen, een high-end digitale transport met veel rekenkracht om muziek te upsamplen. Maar ook met een meer bescheiden system kwamen we heel ver.

We lieten Roon bijvoorbeeld muziek omzetten van cd-kwaliteit naar DSD128 en stuurden het richting een iFi Audio NEO Stream optisch aangesloten op het netwerk. Dat laatste vooral vanwege de stabiliteit; ondanks een prima Ubiquiti-gebaseerd WiFi-netwerk en veel bandbreedte bleef de muziek anders occasioneel haperen.

We luisterden zo naar Thelonious Monk op ‘Live in Rotterdam 1967’, een van de Lost Recordings die Devialet en platenlabel Fondamenta opgegraven en opnieuw uitgebracht hebben. Naast een magnifiek groot DSD-logo op de voorkant van de DAC, werden we vooral getrakteerd op een authentieke historische opname met een vloeiende, organische klank. Bij ‘Don’t Blame Me’ bijvoorbeeld, had de DSD-stream op de Nu-Vista net iets meer sprankel dan het originele 44,1 kHz / 16-bit bestand. Al zat er ook wel weer bij dat laatste wel wat (klein) verschil naargelang welke filter we kozen en of we upsampling op de DAC inschakelden.

De Lineair Phase Slow-filter met upsampling aan was bijvoorbeeld bij deze track ook helemaal niet slecht. De hi-hat en de ruimte als het publiek klapt bij ‘Oska T./Episthropy’ kreeg toen een heel natuurlijk karakter. Het zit ‘em soms letterlijk in de details, en die verzorgt de Musical Fidelity treffelijk. Later luisteren we naar de live-versie van ‘Beirut’ van eindbaasblazer Ibrahim Maalouf, dat de eerste acht minuten ingetogen, Oosters getinte trompettonen serveert. De zachte blaastechniek van Maalouf werd helemaal onthuld, je hoort het instrument maar ook de muzikant. Als het nummer dan uiteindelijk uitbarst in een rocknummer blijft die trompet helder en waanzinnig aanstekelijk. De DAC weet die overvloed aan informatie heel gelaagd te presenteren. Als het publiek klapt is de ervaring van mee in die Parijse arena te zitten heel sterk – de ruimtelijkheid is geweldig.

Opgaan in de muziek 

Je kunt de menukaart met filters en reclocking uiteraard ook gewoon opzij leggen en naar muziek luisteren. Eens je een filter hebt gevonden die je verkiest, blijf je daarna gewoon hiernaar luisteren. Dat kan ook, rusteloos experimenteren is geen verplichting. Met dat in gedachten sloten we een Hegel Viking-cd-speler aan op de MF-DAC, en draaiden we gewoon heel ontspannen schijfjes. David Bowie’s ‘Blackstar’ bijvoorbeeld, een geweldig album waarvan de luisterpret een tikje gedrukt wordt omdat het toch het laatste originele werk was van de man. ‘Lazarus’ grijpt in het bijzonder naar de keel, met z’n slome saxofoons en open gitaarakkoorden op de achtergrond terwijl de stem van Bowie bijna klagend zingt. Dat dromerige komt via de Musical Fidelity heel effectief over, met de vele lagen netjes gepresenteerd en veel kleine details die uit de mix springen. Terwijl de gitaar op het einde wat rauwer en prominenter op het podium staat, bespeuren we ook de uitdeemsterende saxtonen en lichte synthesizerklanken in de verte.

Met ‘Dr. Dee’ van Damon Albarn en de BBC Philharmonic blijven we in dezelfde Britse popsfeer, wel met een stevige scheut klassiekere invloeden eraan toegevoegd. De intro van dit album gewijd aan het leven van een wiskundige uit de 16de eeuw komt meteen sterk binnen: de klanken van de natuur, fluitende vogels en kerkklokken worden hyperrealistisch neergezet, met een overgang naar een machtig orgel met een chaotische draailier er tussen gemixt. Het is wat bevreemdend, maar Albarn houdt nu eenmaal van gekke combinaties en het heeft op dit systeem iets bezwerend. De overgang naar het meer klassieke ‘Apple Carts’ schijnt een schijnwerper op de zaken die de Nu-Vista DAC prima doet, en dat is net een toets warmte en zachtheid aan de bovenkant toevoegen, zonder dat het detailgevoel inboet.

Dat complementeert net heel goed de transparantere Hegel en de fellere Focals. Zo voegt de Musical Fidelity betrokkenheid toe, iets waar niet elke DAC in slaagt. Tegelijkertijd haalt het wel alles uit een digitale opname, soms tot verbazends toe. Dat hadden we zeker bij het luisteren naar schijfjes via de Viking; het daagde echt (weer) dat cd’s uit de mode mogen zijn, maar dat ze wel echt kwaliteit te bieden hebben.

Conclusie

De Nu-Vista DAC zal in de eerste plaats mensen aanspreken die al in het Nu-Vista-verhaal zijn gestapt. Dat is logisch, want z’n features en design zijn zo gekozen dat het perfect past in een fraai high-end Nu-Vista-systeem.

De DAC is in die context ook de ideale partner voor de toekomstige Nu-Vista CD-transport. Maar ook los van dat gearrangeerd huwelijk kan deze DAC een goede partner zijn voor andere versterkers. Zijn uitgebreid palet aan ingangen en tweakingopties zijn aantrekkelijk, maar het is vooral ook de nuvistor-gebaseerde outputstage die hem een eigen karakter geeft.

Wat: DAC
DAC: 2 x ESS ES9038Q2M
Verwerkt: 768 kHz / 32-bit PCM, DSD512 (via USB), DSD256 (DoP), MQA (tot 384 kHz) en DSD64 (DoP) via S/PDIF
Ingangen: 3 x optisch, coaxiaal, USB klasse B, I2S, AES/EBU
Uitgangen: cinch, XLR

Musical Fidelity Nu-Vista DAC     
10.990 euro | www.musicalfidelity.com
Beoordeling 4,5 op 5

MERK

EDITORS' CHOICE