REVIEWCanor Audio

Review Canor DAC 2.10: een DAC met iets meer

Jamie Biesemans | 30 oktober 2022 | Canor Audio

SAMENVATTING

De Canor DAC 2.10 is een DAC uit een hogere klasse die dankzij de combinatie van dual mono-layout en een buizen-outputstage het beste van alle werelden biedt. Geen klinische omzetter, maar een machine die precies maar toch organisch je muziekcollectie richting versterker stuurt.

PLUSPUNTEN

  • Lichtwarme toets
  • Geschikt voor nagenoeg alle hi-resmateriaal
  • Luxueuze uitstraling en afwerking
  • Veel tweakingopties
  • Uitstekende DA-converter

MINPUNTEN

  • Geen volumeregeling, geen streaming
  • Leesbaarheid schermpje

Het Slovaakse Canor heeft iets met buizenversterking. Maar ook met modern design en techniek. Het huwelijk van die dingen levert hifi-apparaten op die net weer anders en uniek zijn. Zo ook deze Canor DAC 2.10, een dual mono DA-converter gebaseerd op ESS-chips en met een buizen-outputstage.

Canor DAC 2.10

Er was een tijd dat alle DAC’s die we ontmoeten toestellen waren met ingebouwde streaming en een volumeregeling. Alleskunners, dus. Maar de laatste tijd duiken er weer een aantal ‘pure’ DAC’s op die zich helemaal focussen op DA-conversie. Toestellen die je als een upgrade aan je muzieksysteem toevoegt, in de audioketen geparkeerd net voor een geïntegreerde versterker of een voortrap. Zo ook deze Canor DAC 2.10, een fraai toestel met een eigen look en trouw aan de voorliefde van het Slowaakse bedrijf voor buizenversterking. Het is een DAC die net weer anders is, dankzij die outputstage op basis van vier triode buizen van Electro-Harmonix en een ruim aanbod aan filters.

Een modern uiterlijk

Op shows viel ons oog vanwege het eigenzinnige design wel vaker op Canor-apparaten. Het is niet dat ze daarbij extremen opzoeken of excentrieke dingen doen. Neen, ook deze DAC 2.10 pronkt met een voorkant die er eerder strak en modern uitziet. Het is misschien niet wat je verwacht als je denkt aan ‘buizen’, maar dat hoeft ook niet per se. De zilveren editie is in het bijzonder mooi, met twee luxueus ogende stroken geborsteld aluminium doorbroken met een zwarte band uit glas. Wie het graag wat subtieler wil: er is ook een zwarte uitvoering. Ook fraai, opnieuw vanwege het geborstelde metaal.

Een blikvanger bij het merk is bovendien het gebruik van schermen en verlichte logo’s in het oranje, waardoor je een Canor van ver kunt herkennen. Zo ook bij deze DAC. Net onder de grote draaiknop die helemaal centraal staat prijkt het grote Canor-logo – oranje, uiteraard – met links een fijn schermpje waarop je onder meer de kwaliteit van de afgespeelde stream en de geselecteerde ingang kunt aflezen. Het is te zeggen: van dichtbij. Standaard wordt er zoveel informatie gepresenteerd op het 3,5-inch schermpje dat vanuit je luisterstoel de leesbaarheid niet zo geweldig is. De fabrikant heeft er wel een oplossing voor. Op de knappe metalen remote is er een knopje ‘Theme’. Als je hierop drukt, schakelt de interface over naar de stijl die Canor vroeger hanteerde.

In plaats van veel met kleine letters te tonen, krijg je basisinformatie in dot-matrix-achtige tekens gepresenteerd. Dit alles, uiteraard, in het oranje. Deze Theme-optie is best handig, al hebben we wel nog een verzoekje voor de DAC-bouwer. In de simpele modus krijg je te zien wat de actieve ingang en audiostream is.

Eigenlijk zouden we liever te zien krijgen welke filter geselecteerd is. Want daar draait het bij deze Canor-DAC toch voor een groot deel om. Je krijgt veel filter- en upsamplingopties, dus het is ook niet zo gek dat je hiermee wil experimenteren. Een andere visie zou echter zijn dat je niet per se bezig moet zijn met namen van filters af te lezen, maar gewoon te luisteren naar wat je het best vindt klinken. Daar valt ook iets voor te zeggen.

Dual-mono

Bij het bekijken van sommige specificaties moeten we wel denken aan de recent voorgestelde Musical Fidelity M6x DAC die we ook in de testruimte op bezoek hebben. Onder meer de mogelijkheid om te schakelen tussen acht filters komt vertrouwd over. Een Britse collega die het toestel intern onderzocht bevestigde het: er zijn gelijkenissen tussen de Canor en de Musical Fidelity. Dat komt omdat er tussen de twee merken wel wat samenwerking is op vlak van componenten en fabricage.

Het zijn zeker geen identieke producten, onder meer door de eigen aanpak van Canor en de aanwezigheid van de tube-outputstage. We hebben de twee DAC’s zij aan zij gehoord en kunnen bevestigen dat ze anders klinken.

De Canor is dual-mono opgebouwd, met twee ESS9038Q2M-chips die gebalanceerd zijn ingezet. Dankzij de keuze voor deze delta-sigma chips kan de DAC 2.10 nagenoeg alle hi-resaudio aan: PCM-audio is welkom tot 32-bit / 768 kHz, DSD-stromen spelen af tot en met DSD512. Die zeer hoge resolutie-formaten lever je aan via de USB klasse B-poort verbonden met een pc of een netwerktransport. Denk bij dat laatste aan iets als een Auralic Aries, Primare NP5 of Lindemann Limetree Bridge. Er zijn nog opties. De twee optische ingangen, de coaxiale input of de AES/EBU-XLR slikken alles tot 24-bit / 192 kHz. De Canor kan MQA-materiaal volledig uitvouwen, mocht je dat willen. Je hebt dus wel wat manieren om je digitale audio bij de Canor-DAC te krijgen.

Neen, dat is geen volumeknop

Toen we de grote draaiknop op het voorpaneel zagen, was de eerste assumptie dat je hiermee het volume kon regelen. Niets is minder waar: dit is zoals gezegd een pure DA-converter, zonder een volumeregeling. Dat vinden we niet een min- of een pluspunt. Het is een keuze van de ontwerper, en zeker ook geen uitzondering bij DAC’s die hoger gepositioneerd zijn. Wat gebeurt er dan als je aan de knop draait, vraag je je misschien af? Heel eenvoudig: de ingang verandert.

Je kunt er ook op drukken, waarmee je dan een systeemmenu opent waarin je onder audiosettings een reeks opties vindt. Hier kun je de audiostream herklokken, upsamplen, de analoge filter in/uitschakelen (relevant bij DSD-stromen) en kiezen uit verschillende digitale filters.

Prima gepresenteerd allemaal, maar de kans is groot dat je het amper zult gebruiken. Die zaken kun je namelijk allemaal heel snel aanpassen via toegewijde knopjes op de afstandsbediening. En niet enkel een knopje ‘filter’ bijvoorbeeld. Je kunt via aparte toetsen op het kastje zowel terug als vooruit in het lijstje met filters. Een schouderklopje voor Canor dat ze daarvoor gezorgd hebben. Als je dan een DAC maakt met veel experimenteeropties, dan is het fijn dat je aanpassingen snel kunt maken via de remote. Dat maakt het heel wat eenvoudiger om tijdens het luisteren meteen naar een andere filter te schakelen en te vergelijken. Het lijkt triviaal, maar is wel een ding dat het gebruik van deze DAC net leuker maakt.

Filters in overvloed

Net als bij de Musical Fidelity M6x DAC is een van de redenen waarom je deze Canor zou overwegen een uitgebreid palet aan digitale filters. Oorspronkelijk pakte de DAC 2.10 uit met zeven stuks, maar het testtoestel dat we van Canor ontvingen was al uitgerust met een nieuwe firmware. Deze voegde een achtste filter toe, Optimal Transient, ontwikkeld door bekende DAC-ontwerper John Westlake. Wel interessant, want de originele zeven filters zijn de bekende die ESS in zijn chips inbakt, de achtste is een eigen toevoeging van Canor.

Luister je naar MQA-bestanden, dan wordt je eigen filterkeuze even geparkeerd ten voordele van een filter dat beter past bij dergelijke materiaal. Daarnaast heb je de keuze tussen upsampling of niet. Als je daarvoor opteert, dan wordt de audiostream opgewaardeerd naar 352,8 of 384 kHz – naargelang het een sampling rate heeft die een afgeleide is van 44,1 respectievelijk 48 kHz.

Hebben al deze zaken een impact op wat je hoort? Het antwoord is ‘toch wel’, al moet je eerder denken aan subtiele veranderingen afhankelijk van het bronmateriaal en type muziek. Sommige van de filters rollen bijvoorbeeld sneller af, waardoor ze een element van zachtheid aan de presentatie lijken toe te voegen. Anderen laten het hoog wat prominenter doorklinken, en dat geeft soms een indruk van iets meer detail of ruimte. Zelf kwamen we vaak uit op de Optimal Transient-filter, maar het is zeker mogelijk dat iemand anders een voorkeur heeft voor een van de andere filters.

Organische sound

De DAC 2.10 is zeker niet de duurste DAC die je kunt kopen. Toch waren we na eerste luisterervaringen wel overtuigd dat het in een high-end systeem z’n plaats kon opeisen. Daarom dat we de Canor eerst uitgebreid beluisterden met een Hegel H590-versterker en de fijnzinnige Focal Sopra n°2’s, met een Auralic Aries SE via AES/EBU aangesloten als digitale bron. Daarna hadden we de Perlisten R5t-vloerstaanders een tijdje op bezoek, wederom luidsprekers die veel blootgeven van een opname (en dus ook van de DAC-kwaliteit).

Over die Perlisten-luidsprekers hebben we het uitgebreider in een andere review. Omdat de Hegel-versterker toen z’n Roon-update had ontvangen, hebben we bij deze tweede reeks luistersessies de interessante DAC-Loop-functie van de Noor gebruikt. Daarbij stream je naar de H590 (in dit geval via Roon) en breng je het digitale signaal weer via een coaxiale kabel naar buiten richting een DAC. Na de DA-conversie breng je het audiosignaal weer via XLR-kabels naar de Hegel-versterker. Het is een aparte en zeldzame optie die toelaat om de AKM-DAC in de geïntegreerde versterker op een makkelijke wijze te vervangen of te upgraden.

We hebben zeker met veel plezier naar deze DAC geluisterd. Het vertrekpunt was wel de vraag of deze Canor iets anders te bieden zou hebben dan pakweg de M6x DAC of de andere DAC’s (zoals van Matrix Audio) die eerder op het jaar in de testruimte opdoken. En eigenlijk is dat wel het geval.

‘Police Dog Blues’ op het fonkelnieuwe ‘The Bible’ van Lambchop (Qobuz 48/24) rolde wel heel mooi uit de Perlistens. De Canor DAC legde een lichtwarme toets over dit lied met veel soul, wat perfect past bij de heel eigen stem van Lambchop-zanger Kurt Wagner. Al vanaf de eerste tonen van ‘His Song Is Sung’, met strijkers in overvloed en een dolle piano, vielen we wel een beetje voor deze sound. Je moet altijd oppassen met te stellen dat een bepaalde DAC-chip een bepaalde klank heeft, want wat je hoort hangt van meer dan de gekozen chip af. En dat wordt hier eigenlijk net bewezen, want de DAC 2.10 maakt goed gebruik van die buizen-outputstage om toch niet het stereotiepe ESS-geluid te produceren.

Wat overigens niet wil zeggen dat er iets wollig of zacht aan de weergave zou zijn; er is precisie, detail en een strakke timing. Maar ook meer. De Morgan Page-remix van ‘imaginary friends’ van deadmau5 of ‘monophobia’ in de Sian-remix op ‘here’s the drop!’ (cd-kwaliteit) worden bijvoorbeeld superstrak en groots neergezet. Dat hadden we eigenlijk niet verwacht.

Op de Focals kwamen enkel werken van Paul Wranitzky aan bod, onlangs opnieuw opgepikt door het Berlijnse Akademie für Alte Musik (ALAC 96/24). Zo noteerden we bij ‘La Paix’, Op.31/Postolka 12: III.Allegro’ een heel aangenaam ‘ik-ben-erbij’ realisme, vooral als de pauken halverwege uit de speakers knalden. Dit werk begint rustig en barst dan helemaal uit – er zitten een paar stevige dynamische pieken in. Het klinkt dan echt heel groots, met de galm van zaal Maar toch behoud je met deze DAC altijd een heel gelaagd en genuanceerde luisterervaring, waarbij bijvoorbeeld de fluit tussen alle muzikale geweld toch zijn identiteit weet te bewaren.

Zo ook bij ‘World of Blue’, een nieuwe en veel te korte release van de bekendste onbekende slowcore-band Spain. Zoals je zou verwachten van dit quartet staat het album bol van trage, melancholische tracks met het betere jazzgitaarwerk. Spaarzame muziek dus, en toch met heel veel rijkdom en detail – iets dat de Canor DAC 2.10 heel fraai weet te openbaren. Het zachte getik op de hi-hat, de helder klinkende gitaartonen met een lange sustain, de repetitieve bas op ‘Phone Machine’, het wordt hier wel heel fascinerend neergezet.

Conclusie

Een deel van het plezier bij een DAC zoals deze is dat je rustig naar je favoriete muziek kunt luisteren en als een fijnproever die verschillende subtiele filteropties kunt uitproberen. Of je kiest gewoon wat je goed vindt en laat de DAC voor de eeuwigheid op die keuze staan.

Fijnproevers kun je echt zien als de doelgroep van de Canor DAC 2.10. Een DAC uit een hogere klasse die dankzij de combinatie van dual mono-layout en een buizen-outputstage het beste van alle werelden biedt. Geen klinische omzetter, maar een machine die precies maar toch organisch je muziekcollectie richting versterker stuurt.

Canor Audio DAC 2.10 Premium Line
3.849 euro | www.canor-audio.de
Beoordeling 4,5 op 5

MERK

EDITORS' CHOICE