Misschien was u even met de gedachten ergens anders. Mooi, want ik heb in de tussentijd het Transrotor Cantare element verwisseld voor een Phase Tech P-3 Alexandrite, die een heel wat hoger prijskaartje heeft. Dezelfde Carpenters zijn nu meer volwassen. Meer kinderstemmen die "kind" zijn. Elektrische piano is veel voller en heeft veel meer klank, wat bewijst dat een phono trap het eindresultaat slechts ten dele bepaalt. Van de Transrotor naar de Phase Tech is een veel grotere stap dan van de EAR naar de Xindak. Althans nu, na de modificatie. Meer rust, meer detail, rijker en natuurlijker. Fraai dat de Xindak dat uitstekend weet te volgen en weergeeft tot in de finesses.
Ik maak dankbaar gebruik van de doorzichtigheid van de Xindak om het element helemaal netjes in de arm te hangen. VTA moet worden bijgesteld. De arm gaat wat omhoog. Meer echo op de stem komt tevoorschijn. Een ratel heeft wat meer hout. Het dieptebeeld is nu beter. De Phase Tech is bepaald geen F-1 auto en spoort slecht. Naalddruk naar 2.0 gram. Niets meer aan doen. Prettige bijkomstigheid is, dat de Phase Tech het liefste afsluit rond 100 Ohm, de Xindak met zijn trafo’s komt op 125 Ohm. De ideale match met de niet instelbare Xindak. Morgenavond fris beginnen met andere soorten muziek voor de laatste indrukken.
Ik pak de volgende dag een voor mij oude bekende. Dire Straits met Brothers In Arms. Misschien afgezaagd, maar ik ken elke noot en elke nuance van de plaat. Wat de Xindak met de P-3 voorschotelt, is een heerlijke mix van snelheid, rust in het geluidsbeeld, stage en veel details. Het stereobeeld is erg goed. Hoogte op maat, diepte verder dan ik gewend ben in deze ruimte, breedte laat iets te wensen over. Knopfler staat naar voren, zijn gitaar gaat daarin mee, de band achter hem met percussie echt achterin. De bastonen zouden krachtiger mogen, maar op dit niveau blijf ik wel langer vrienden met de buren. Ondanks de relatief bescheiden versterker, de monitorluidsprekers en de kleine subwoofer staat er een set van formaat voor mijn neus. Dat is te danken aan de bron, vanaf de diamant tot en met de phonotrap. De titeltrack van de plaat is goed in attack, puntig, grommend aan het begin, met een dijk van een stem.
Snel een volgende uitgekauwde plaat, Juliette Gréco. Haar stem heeft net niet de klank die een echte high end set neetzet. Maar ik zit er toch dicht tegenaan. Ruimte is goed, details voldoende op de voorgrond. Stem in hoge mate in bedwang. Hartje Parijs in mijn luisterruimte? Ja, bijna. Dat is knap van de Xindak LP1.0 en van Rob, de man die tot dit niveau modificeerde op basis van luisteren en kennis van (buizen)elektronica. Met deze plaat pas ik nog een laatste tweak toe. Quadraspire voetjes onder de mc step-up trafo’s voor een beetje verfijning. Verdikkeme, het helpt nog ook. Wat is audio toch een wonderlijk iets. Ik ga stoppen met de lofzang op de Xindak met Fleetwood Mac. Ooit was deze plaat voor de Xindak in ongemodificeerde vorm te scherp, te kaal, te heftig en tegen het schelle aan. Nu is het anders. Meer impact, weg schelheid, gebleven is de live-indruk die Fleetwood Mac weet op te wekken. Het speelt en leeft voor mijn neus. De taak zit er op. Het luisteren is klaar, het ombouwen is klaar, het opbouwen van de set is klaar. De recensie is klaar!