Dit artikel is eerder verschenen in FWD Magazine
De in het artikel genoemde prijzen dienen als richtlijn. Voor informatie betreffende actuele prijzen verwijzen we u graag naar ons winkeloverzicht
32-inch televisieschermen
Koopgids
De wat grotere schermen mogen dan stijgende verkoopsresultaten optekenen, het is vooralsnog de 32” schermklasse - toestellen met een beelddiagonaal van 81 cm - die het meest populair blijft. We zochten de twaalf meest interessante 32” schermen bij elkaar voor een onthullende, vergelijkende test.
Het aanbod aan 32” televisieschermen is overweldigend. Juist daarom is het niet eenvoudig om daar het toestel uit te kiezen dat het best aan je verwachtingen voldoet en/of de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt. Onze koopgids helpt je een eind op weg.
Lcd
Terwijl de plasma-lcd-oorlog in alle hevigheid woedt bij de grotere schermformaten (vanaf 37”), is het in de 32” schermklasse merkwaardig stil. Dat komt omdat er in de 32” categorie simpelweg geen plasmaschermen te vinden zijn. Als je dus voor een tv in dat formaat kiest, hoef je daar alvast je hoofd niet over te breken: het wordt sowieso een lcd.
HD Ready
Zowat alle zichzelf respecterende 32” schermen dragen tegenwoordig het label ‘HD Ready’. Daarmee wordt aangegeven dat zo’n tv geschikt is voor HDTV-weergave. Concreet betekent dat onder meer dat een HD Ready- scherm een minimum eigen (dus zonder downscaling) beeldresolutie van 1.280 x 720 pixels moet hebben. Er bestaan ook ‘Full HD’- of ‘True HD’-toestellen, die over een eigen resolutie van minimaal 1.920 x 1.080 pixels beschikken. Schermen van dat kaliber zijn voorlopig nog niet in de 32” klasse te vinden. Hoe dan ook is het geen goed idee om vandaag nog een 32” tv zonder HD Ready-label aan te schaffen, zelfs niet als het om een scherp geprijsd ‘koopje’ gaat.
Beeld
De belangrijkste eigenschap van een tv is en blijft natuurlijk de beeldkwaliteit. Uit de test blijkt dat de beeldkwaliteit van de verschillende toestellen die we op bezoek hadden behoorlijk varieert. De laagste score die we uitdelen is 55/100, de hoogste 85/100. Voor de goede orde willen we daar wel aan toevoegen dat het toestel dat die eerste score behaalde amper 769 euro kost, terwijl het tweede voor 1.599 euro van eigenaar wisselt. De grote verschillen hebben te maken met kleurenweergave, zwartweergave en contrast, de aan- of afwezigheid van allerlei digitale artefacten en bewegings(on)scherpte. Ook valt het voor dat een tv goed presteert met dvd, maar niet goed met analoge tv-signalen. In dat geval is de ingebouwde tv-tuner waarschijnlijk van een minder goede kwaliteit. De analoge tv-tuner is een belangrijk onderdeel van een tv als je veel naar de ‘klassieke’ analoge tv-zenders wil kijken. Wel zal de kwaliteit van de analoge tv-tuner steeds minder gaan doorwegen naarmate digitale tv aan belang wint.
Geluid
De beeldkwaliteit van de nieuwe lichting 32” beeldschermen is alweer beter dan die van de vorige generatie(s), maar met de geluidsweergave lijkt het omgekeerde te gebeuren. Als je er op rekent dat het geluid van je nieuwe tv toch wel min of meer van hetzelfde kaliber zal zijn als het beeld, kom je bedrogen uit. De klassieke aanpak waarbij het scherm links en rechts geflankeerd werd door twee luidsprekers - die je daar dan vaak zelf met een paar schroeven aan moest bevestigen - is vervangen door een nieuwe methode waarbij de luidsprekers - of wat daar nog van rest - onderin de tv gemonteerd worden. Dat heeft drie gevolgen. Ten eerste oogt de tv veel slanker, ten tweede is de grootte van de luidsprekers sterk gereduceerd en ten derde is de geluidskwaliteit prut. Het is dus meer dan ooit een noodzaak om zo’n scherm aan te sluiten op een externe versterker (of AV-receiver) plus luidsprekers. Het scherm met de beste score op dit vlak krijgt dan wel 80/100 voor z’n geluidsweergave, maar dat cijfer moet je bekijken in verhouding tot de prestaties van andere schermen uit die categorie. Het geluid van een scherm met een 80/100 score zouden we willen omschrijven als ‘aanvaardbaar’, maar zeker niet als ‘goed’. Stel je dan maar eens voor hoe het gesteld is met het geluid van een scherm dat 45/100 - de laagste score uit de test - haalt...
Bediening
Het lijkt erop dat sommige fabrikanten hun user-interface in de eerste plaats duidelijk en gebruikersvriendelijk willen maken, terwijl andere vooral zo origineel mogelijk uit de hoek willen komen. Die laatste groep komt doorgaans met flink wat minder punten uit de test dan de eerste. We willen namelijk dat een tv vlot en zo intuïtief mogelijk gebruikt en bediend kan worden. Daarmee bedoelen we bijvoorbeeld dat de inmiddels overbekende navigatiezone op een afstandsbediening (pijltje links, pijltje rechts, pijltje naar boven, pijltje naar onder en daartussen een enter-toets) prima werkt. We kunnen dan ook niet begrijpen - en al helemaal niet apprecieren - dat sommige fabrikanten dit bekende systeem op zijn kop zetten door bijvoorbeeld de enter-knop op een heel andere positie te plaatsen, of een systeem te ontwikkelen waarbij de rechterpijlknop tevens als enter-knop dienst doet. Wat afstandsbedieningen betreft houden we van kastjes die je niet als een scherpschutter op je tv hoeft te richten, wil je enig reactie krijgen. Ook willen we geen pietpeuterige knopjes op onze zappers en hebben we het niet begrepen op kastjes met een overladen lay-out (meer kleuren! meer lettertypes!) waarin een kat haar jongen niet zou terugvinden.
Connectiviteit
Het is duidelijk dat de klassieke composiet en S-video-aansluitingen op hun retour zijn. Op veel tv’s komen ze niet eens meer voor, behalve aan de zijkant. Daar staan namelijk de zogenaamde frontaansluitingen - eigenlijk zouden we beter over zij-aansluitingen spreken - die speciaal bedoeld zijn voor videocamera’s en gameconsoles. En juist die apparaten hebben nogal eens de behoefte aan een composiet- of een S-video-aansluiting. Verder zijn we er niet rouwig om, want composiet en S-video zijn de minst goede videoverbindingen. Scart-aansluitingen zijn nog wel ruim voorzien, met twee of drie stuks per tv, maar ook de component video- (sommige tv’s hebben er geen enkele, andere hebben er één en slechts één toestel heeft er twee) en vooral de DVI-aansluitingen (slechts drie van de tv’s uit de test hebben er eentje, de rest geen) boeren achteruit. Dat laatste is geen ramp, want in de plaats daarvan beschikken steeds meer tv’s over twee HDMI-aansluitingen in plaats van één. Niet onbelangrijk is dat tien van de twaalf tv’s in deze test over een uitgang beschikken waarmee je de geluidsweergave kan overlaten aan een externe geluidsinstallatie. Een hele opluchting is dat.