Weinigen zullen de Radia A25-versterker en ST5-streamer zien en spontaan "Arcam" denken. Met een radicaal modern design en een slim functieaanbod heeft het Britse merk gezorgd voor een flinke opfrisbeurt. En tegelijkertijd hifi aantrekkelijk willen maken voor nieuwe generaties. Is dat gelukt?
Terwijl er een stortvloed van nostalgisch getinte hifi-producten en apparaten die teruggrijpen naar retrodesigns audiowinkels overspoelt iets helemaal anders doen…. Het lijkt op z’n minst gezegd gewaagd. Maar dat is precies wat Arcam met z’n nieuwe Radia-lijn doet. Staat die Radia voor een verbasterde ‘radicaal’? Wellicht niet, maar eigenlijk is het wel echt onverwacht dat net dit eerder conservatief Britse bedrijf dit uit de kast haalt.
Lees ook ons verslag van de introductie van de Arcam Radia-lijn
Weinigen zullen Arcam ooit bekritiseerd hebben als het over geluidskwaliteit ging. Zeker de versterkers met de eigen klasse G-technologie gooien heel hoge ogen op dat vlak. Het visuele aspect…dat was wel een stuk minder spannend bij de Britten. De bouwkwaliteit was prima, maar het design neigde naar de wel heel sobere kant.
Dat laatste maakt de lancering van een nieuwe instaplijn met hifi-apparaten bij Arcam zo boeiend. Want deze nieuwe Radia’s introduceren ingrijpende veranderingen qua industrieel design. Maar ook over het concept zelf en de opbouw van de Radia-familie is duidelijk goed nagedacht.
In deze review bekijken we de 1.799-euro kostende Radia A25, momenteel de hoogste geïntegreerde versterker in de Radia-familie die 2 x 100 Watt (8 Ohm) biedt. “Momenteel”, want het zou ons niet verbazen dat deze lijn nog verder wordt uitgebreid aan de bovenkant. Misschien dat High-End München op dat vlak nog voor verrassingen zorgt in mei. We nemen er bovendien nog de ST5 bij, Arcams slanke streamer die perfect bij de A25 past.
De Arcam ST5 streamer is de logische bron om te nemen bij de Radia-versterker, al is het zeker niet je enige optie. De Radia A25 blinkt immers uit op vlak van aansluitingen.
Geel is cool
Mede dankzij de inbreng van het designbureau van de Harman Group, Huemen Design, hebben de Radia-toestellen met hun lage profiel een heel frisse en ja, zelfs alternatieve look gekregen. De ontwerpers hebben al heel wat op hun conto staan, waaronder de chique Citation-speakers van Harman Kardon, toestellen van Mark Levinson en hoofdtelefoons en speakers voor JBL en AKG. Wel wat ervaring dus, die ze bij de Radia’s toepasten om een klassiek hifi-concept te actualiseren. Én om een traditionele versterker op een bedachtzame manier aantrekkelijk te maken voor een jonger publiek.
Denk dan in de eerste plaats aan dingen die in het oog springen. Zoals de gele rand rond de input – en volumeknoppen of de gele accenten in de uitsparingen op de matzwarte case. Die is wel heel subtiel gedaan, het is nu niet een racestrip op een getuned Renault R5 Turbo.
De hele vorm van de Radia-versterker ademt iets vooruitstrevends uit. Veel plaats lijken ze niet in te nemen, een indruk die versterkt wordt door het lage profiel van elk toestel. Zelfs de potentste versterker, de A25, heeft een behuizing die niet al te hoog is.
Door de afgeronde hoeken en groeven in de bovenplaat heeft het ook iets zachter en ja, een gek woord voor een stuk hifi, sportief. Het is iets anders dan wat je meestal tegenkomt in de hifi-winkel, maar ook niet te excentriek, noch komt het goedkoop over.
Waar zijn de voelsprieten?
Dat sportieve halen we ook boven vanwege de ‘spoiler’ aan de achterzijde. Bovenaan lopen de Radia’s namelijk iets verder door, dankzij een kap – die spoiler dus – aan de achterzijde. Deze houdt stekkers uit het zicht, wat visueel het strakker houdt. Nadeel is wel dat als je voor een Radia staat en je wil kabels insteken, je moeilijk de eigenlijke aansluitingen kunt zien. Maar goed, zo vaak zit je meestal niet kabels in te steken en uit te trekken.
De spoiler is trouwens ook op een ander vlak slim: het bevat de draadloze Bluetooth-antenne. Aan deze toestellen zie je dus inderdaad geen voelsprieten bengelen.
Na interne discussie en marktonderzoek werd er gekozen voor een sobere display, niet een touchscreen, die achter een lichttroebel stuk glas werd geplaatst. De tekst op de A25 (meestal de gekozen ingang plus volumeniveau) zie je dus vaag en vanuit een schuine hoek wat onscherp op het voorpaneel tonen.
Het is een visuele ingreep waar je over kunt discussiëren, maar de naadloze plaatsing van het scherm versterkt wel de strakheid van het Radia-design.
Bij de Arcams krijg je een passende mini-remote, uiteraard ook met gele accenten. Nu ja, als een grote gele volumeknop nog een accent kunt noemen. Je gaat de afstandsbediening in elk geval niet snel kwijtraken.
Het zijn degelijke remotes, enkel is het spijtig dat je bij een systeem bestaande uit de A25 en ST5 beide kastjes in de buurt moet houden. Meestal zie je bij toestellen die bedoeld zijn om gecombineerd te worden een remote die alles kan bedienen. Ongewoon is ook de ingangselectie via de A25-zapper. Je tikt links of rechts naar een ingang, wat je ook op het display ziet veranderen. Maar de verandering gebeurt pas echt als je ter bevestiging op de middelste knop drukt.
Platenspeler en méér welkom
Het slanke design mag helemaal nieuw zijn, onder de motorkap bouwt Arcam verder op het verleden. De Radia-toestellen vervangen de vroegere HDA-modellen, maar blijven op vlak van versterkingstechnologie schatplichtig aan die hooggewaardeerde apparaten. En dat is helemaal geen slechte keuze van Arcam.
Net zoals voorheen bij de HDA-lijn zijn er drie versterkers (de A5 van 849 euro, de A15 van 1.249 euro en de A25), waarvan de eerste twee klasse AB zijn en de A25 die we hier testen de gesofistikeerde klasse G-technologie bevatten. Op vlak van wat die toestellen juist bieden, is er echter wel goed gekeken wat een muziekliefhebber anno 2024 zou willen. Daar zien we toch wat opmerkelijke verschillen.
De Arcam Radia A25 komt zo met een reeks analoge ingangen, maar ook een aantal digitale inputs. Om bijvoorbeeld een tv aan te sluiten, al missen we een HDMI-ARC-ingang die bijvoorbeeld de Arcam SA-30 wél had. Die SA-30 heeft natuurlijk nog geen echte Radia-vervanger…
Op digitaal vlak kun je op de A25 een streamer of een laptop via USB-C aansluiten en zo de ingebouwde DA-converter (een ESS ES9280AQ) rechtstreeks aansturen met hi-resmateriaal. Op deze manier kun je zowel PCM tot 768 kHz/32-bit als DSD512-materiaal aanleveren.
Inspelen op de nieuwste trends doet de A25 met een phono-ingang voor een platenspeler en Bluetooth-streaming met ondersteuning voor het betere aptX HD-codec. Vinyl spelen of snel muziek streamen vanaf een smartphone kan dus. Maar wie meer wil, kan terecht bij de Radia ST5.
Klasse G FTW
Klasse G en Arcam zijn bijna synoniemen, al zie je de technologie tegenwoordig ook wel opduiken in andere producten van de merken uit de Harman Luxury-groep.
De term ‘klasse G’ is wel eerder een marketingding dan echt een afzonderlijke type versterking. In feite is het een slim combineren van een vervormingsvrije klasse A-versterker met bijhorende voeding die bij lagere volumes solo speelt, maar bij hogere belasting geleidelijk overschakelt naar het efficiëntere klasse AB en een krachtigere tweede voedingsbron. Arcam past klasse G al heel lang toe, het design in de A25 is van de vijfde generatie. Het gebruikt een zeer snelle chip om dat schakelen vliegensvlug te doen. Het idee achter de technologie is dat je fijne details moet kunnen weergeven maar ook dynamisch sterk uit de hoek kunt komen.
Streamer met een slimme ideeën
De ST5 is een even strak getekende DAC/streamer die visueel én functioneel perfect integreert met de A25. Met een hoogte onder de zes centimeter is het een gestroomlijnde verschijning, incluis display achter een ‘frosted’ voorkant. Het is bedoeld als streamingbron voor de Radia-lijn, mocht de Bluetooth-optie op de A25 niet volstaan.
De Arcam ST5 is vooral voorzien met heel wat streamingopties, waaronder AirPlay, Chromecast, Spotify Connect en Tidal Connect. Aangezien dat de Harman-groep – waar Arcam deel van is – sinds kort eigenaar is van Roon, zal het niet verbazen dat Roon Ready-status niet lang meer op zich laat wachten.
Tijdens het testen verscheen het wel nog als ‘niet gecertifieerd’ in de muzieksoftware. Om dat te overbruggen tijdens het testen gebruikten we rooUPnP, waarbij een stuk software UPnP-streaming koppelt aan Roon. Werkte prima, met een beperking tot PCM 192 kHz.
Om de streamer in te stellen en bedienen grijp je naar de Arcam Radia-app (iOS en Android). Het denken was wellicht dat wie een bepaalde streamingdienst gebruikt, wellicht die app wil blijven gebruiken en zal streamen via AirPlay of Chromecast. Dat gaat ook heel vlot, bijvoorbeeld om een podcast uit Apple Podcast op een iPad richting de versterker te sturen.
De aanwezigheid van die twee grote streamingopties is wellicht de reden dat de Radia-app wat sober uit de hoek komt. Buiten Amazon Music en Qobuz zal je er geen streamingdiensten in vinden. Wel kun je snel internetradio afspelen of een podcast kiezen. De zes “stationgeheugens” (presets, dus) zijn wel handig om je favoriet radiostation op te slaan en snel weer op te sporen.
Je eigen muziekbestanden afspelen gaat ook heel vlot via de Radia-app. Dat kan vanaf USB (er is een USB klasse A-poort, wat onhandig net onder de ethernetpoort) of vanaf een NAS.
Slim omgaan met het volume
Er zit een slim trucje in de ST5. Zoals wel bij meer streamers kun je kiezen om te werken met de ingebouwde volumecontrole of een signaal naar buiten te sturen met een vast lijnniveau (lees: het maximum). Arcam geeft je een derde optie, External genaamd. Sluit hiervoor de meegeleverde RJ11-kabel tussen streamer en Radia-versterker aan, waarna je via de streamer de hoogwaardige volumeregelaar in de A25 bedient.
Je geeft bij de instellingen van de Arcam-versterker aan welke ingang de ST5 hangt. Dat moet omdat je nu eenmaal de Radia-streamer via cinch of via een digitale kabel kunt aansluiten. De ST5 heeft naast een analoge RCA-uitgang, ook een coaxiale en een optische output.
Is de controlefunctie de moeite waard? Toch wel. Als je in Roon of een streamerapp muziek stiller of luider zit, doe je dat niet via een digitale techniek in de streamer die de bitrate (en dus de kwaliteit) verlaagt.
In de plaats bedien je in Roon en co de analoge volumeregeling in de voorversterker van de A25, zonder dat kwaliteitsverlies, en vanaf (pakweg) je smartphone. En dat terwijl de Radia-versterker zelf niet op het netwerk of de WiFi hangt. Dat vinden we heel positief. En het opent de deur naar wat tweaking. Gecombineerd met de rooUPnP- en de rooDial-extensies voor Roon, kunnen we zo met een Microsoft Surface Dial het volume en playback bedienen op de Arcam-versterker.
Evenwichtige en betrouwbare sound
De Arcam-versterkers hebben we een aantal weken op bezoek gehad in onze testruimte. Daar hing de A25 aan de Focal Aria Evo X N°3-torens en onze eigen DALI Rubicon 2-boekenplankspeakers, met op het einde van de testperiode nog wat luistersessies met een paar nieuwe Bowers & Wilkins-vloerstaanders. Bij alle drie keuzes toonde de Arcam Radia A25 zich een prima match.
Het is een versterker die je gerust universeel kunt noemen, dankzij een lichtwarme toets en een heldere maar niet analytische aanpak. Hem huwen gaat lukken met de meeste luidsprekermerken, schatten we zo in. En dat is ook wel fijn. Eerder hoorden we op een dealerevent bij de distributeur ook de A25 met de Monitor Audio Gold 200-vloerstaanders, wat ook geen misse combinatie bleek te zijn.
Met de DALI’s krijgen we harmonica van Francesco Turriso bij ‘Briggs’ Forró’ op ‘there is no Other’ heel dartel en vol aangeleverd. Het is een instrument dat als het te dun wordt weergegeven eerlijk gezegd een tikje irritant kan zijn, maar zorgt de A25 dat de DALI’s een boeiende ‘Southern’ folkmelodie blootleggen.
Op dit album staat de geweldige stem van Rhiannon Giddens eigenlijk centraal, maar bij dit nummer is toch wel Turriso die met alle aandacht gaat lopen. Het volgende lied, ‘Little Margaret’, geeft weer een sterrol aan Giddens, we noteren wel dat de A25 zorgt dat het microdetail dat de ruimte definieert waarin de achterliggende percussie vertoeft aan bod komt. We horen hier een versterker die net juist getuned is, met een tikje kleuring om het interessant te maken maar zonder te overdrijven waardoor er geen zaken verloren gaan. Bij deze forsere boekenplankspeakers (van 4 Ohm, dat maakt ze weer wat taaier) presteert de Arcam-versterker prima.
Z’n neutralere aanpak laat de verschillende thema’s uit Studio Ghibli-films op ‘Dream Songs: The Essential Joe Hisaishi’ mooi als een geheel verschijnen. Sommigen gaan misschien verkiezen dat de piano hier en daar prominenter uit de band springt. Maar het gepluk van gedempte harpsnaren en de mooie fluit bij ‘Summer’ uit ‘Kikujiro’ doet de twijfels wegnemen.
Hoe zit het met de ingebouwde phonoversterker, toch wel een belangrijke ingang dankzij de toegenomen liefde voor vinyl? Leggen we ‘Bossanova’ van de Pixies op de direct-drive Magnat TT990 met een Pro-Ject Pick-It Pro, dan krijgen we de tracks van deze indieklassieker op een stille achtergrond aangeleverd. Aan drive en snelheid ontbreekt het zeker niet. Het is fijn te merken dat er ook dit onderdeel meer dan voldoende aandacht is besteed.
We verwachten niets minder bij een versterker die toch al wat duurder is, maar het is soms toch een dingetje. Bij goedkopere toestellen is die phono-ingang regelmatig toch echt een zwakker punt. Dat is hier zeker niet het geval. Ook de Complete Masters-pressing van ‘Blue Train’ zet de Arcam best wel geslaagd neer. Heel omhullend, met de hi-hats zonder felheid en een knappe Coltrane op z’n sax. Als we Lee Morgans trompet zonder een spoortje agressiviteit horen soleren op een ‘Moment’s Notice’, dan zijn we helemaal gelukkig met het resultaat.
Wat taaiere speakers? Dat mag
Met z’n 2 x 100 Watt belooft de Radia A25 genoeg aan boord te hebben om moeilijkere luidsprekers aan te sturen. De Bowers & Wilkins 702 S3 Signatures bijvoorbeeld, die we voor hun officiële lancering een aantal weken op bezoek hadden. Zoals altijd bij weergevers van de Britten is voldoende vermogen echt een must als je echt betere prestaties uit deze vloerstaanders wil halen. Luisterend naar hoe de Arcam-versterker via de ST5 de rockmuziek op ‘48:13’ van Kasabian afhandelt, is dat geen probleem voor de A25. De Arcam houdt de teugels goed in handen, met een strak neergezette en lijvige basbeat bij ‘doomsday’ en ‘explodes’. Een muur van solide geluid neerzetten of dynamische pieken verwerken, daar draait de Radia-versterker z’n hand niet voor om.
De positieve indruk die we al kregen bij de Focals en DALI’s zien we hier bevestigd worden, ook als we ‘Con Todo El Mundo’ van Khruangbin streamen vanaf de NAS. De gitaar met de nodige reverb hangt hoog in de kamer, de Arcam tovert met veel neus voor resolutie die dromerige, ruimtelijk klank tevoorschijn.
Omdat we benieuwd zijn naar hoe de DAC in de Radia A25 zich verhoudt met de DA-converter in de ST5, sluiten we onze Samsung Z Fold4 via een USB-kabel op de versterker. We nemen hetzelfde Khruangbin-album op de NAS erbij, afgespeeld via USB Player Pro – zo weten we zeker dat de bestanden in de juiste kwaliteit worden geleverd. Wat ook bevestigd wordt met een PCM 48kHz-opschrift op de display van de Arcam. Horen we nu grote verschillen? Niet enorm, met een lichte voorkeur voor het gebruiksgemak en de detailweergave via de goed presterende ST5. De Arcam-streamer is natuurlijk niet zo goedkoop als sommige alternatieven online.
Conclusie
Arcam heeft met de Radia-familie in z’n geheel een geslaagde oefening gemaakt. Het doel was om iets te creëren dat een breder publiek moest aanspreken – en in die missie is het zeker geslaagd. Er is ook voor een goede mix aan connectiviteit gekozen, met een degelijke phono-ingang en een goedklinkende Bluetooth-gedeelte. Dat laatste is een slimme zet. WiFi-streaming inbouwen had wellicht meer compromissen vereist, terwijl er nu wel een manier is om te streamen in een redelijke kwaliteit die veel mensen zal aanspreken. Wie meer wil kan opteren voor de ST5, die een goede kwaliteit biedt en veel mogelijkheden.
Er zijn goedkopere streamingopties uiteraard, het grote voordeel hier is dat die ST5 zowel functioneel als qua design perfect integreert met de A25-versterker. Je eindigt met een slanke maar toch performante hifi-set.
Bij dit alles is het audiofiele aspect niet uit het oog verloren. De klasse G-versterking en het geslaagde DAC-gedeelte, in combinatie met veel ingangen en veel vermogen maken de slanke Radia A25 een regelrechte aanrader in z’n segment. Je kunt er probleemloos speakers die heel wat duurder zijn aan hangen en tevreden zijn over wat er te horen is.
Arcam Radia A25
1.799 euro | Beoordeling 4,5 op 5
Arcam ST5
949 euro | Beoordeling 4,5 op 5
www.arcam.com
De review modellen hebben we verkregen via Transtel Sabima, de audiowinkels waar Arcam producten verkrijgbaar zijn kunt u hier vinden Arcam verkrijgbaar in deze winkels of in onze overzichtslijsten.