Grondig inspelen is met name bij groefaftasters en weergevers van groot belang, dus mochten de drie analoge musketiers eerst beurtelings hun ronden doen onder de Origin Live toonarm, gemonteerd op het Wilson-Benesh loopwerk.
De OC9 III is zo bedreven in het oppikken van stof dat het als een kleinschalige DustBug fungeert; fijn oppervlaktestof verdwijnt van de plaat en verzamelt zich als een grijze wuppie achter de naald en onder de body (voor wie dat niet kent; de Watts DustBug was een kleine meeloop-platenborstel aan een passieve arm). De tracking lijkt hier niet onder te lijden maar het blijft opmerkelijk, hoe snel deze aftaster stof vindt en dat bij zich houdt. De derde incarnatie van de fameuze OC9 gaat opvallend zelfverzekerd te werk en is daarbij minder kritisch op `s` en `t` klanken (de mark 1 kon nog wel eens teveel de nadruk op medeklinkers en uitschieters leggen). Dit is een uiterst soepele performer die resolutie en energie in gelijke mate levert. Het is een ruimtlijkheidswonder met een brede en diepe maar ook hoge afbeelding. De bovengemiddeld vrije presentatie en het uitgewogen, delicate karakter van deze edelaftaster doen denken aan de presentatie van een goede electrostaat.
De OC9 III was dan ook vanaf het eerste moment bevriend met de residentiƫle Quad ESL57 fullrange electrostaten. Paneelweergever eigenaren die een aftaster zoeken met een even transparant, onmechanisch en ontspannen karakter als de geliefde weergevers; zet de Audio Technica OC9 MkIII hoog op de verlangluisterlijst. De OC9 III blonk keer op keer uit in de weergave van de opnameakoestiek en reacties van het publiek bij live-opnamen. Applaus of individueel `joelen` werd met de Audio Technica verbluffend duidelijk en geheel vrij in de ruimte weergegeven, wat het gevoel bij een optreden aanwezig te zijn danig versterkte. Dat laatste was zeker het geval tijdens het beluisteren van de Eagles LP Hell Freezes Over. De zware percussiestoten van de Hotel California-intro zorgden voor hoog opgetrokken wenkbrouwen; dat klonk fabelachtig goed, met de grip en soliditeit van een zeer kostbare digitale speler. Het valt niet mee om deze aftaster op fouten of tekortkomingen te betrappen. Goed, er zijn nog expressiever klinkende groefglijders zoals de Denon of de betere Grado`s maar de totale openheid, de extreem hoge resolutie en het solide laag van de OC9 III zijn zeer aantrekkelijk.
De Denon is een uiterst zelfverzekerde tracker. Dat helpt bij handmatig opzetten (zonder lift) want het zwabbert niet bij lastige oploopgroeven; het `vindt` de groef meteen. De SA versie is net als de DL103R goed in het overbrengen van de spanning of urgentie in muziek. Rambling On My Mind van de Eric Clapton live LP Just One Night liet dat goed horen; direct na de inzet van de ritmesectie kwam de weergave levendig en prettig over. Met name de elektrische piano kwam erg goed uit de verf, zelfs royaler dan met de OC9 III. Het midden en het hoge laag komt via de DL103SA met veel presence naar voren, meer dan met de andere twee kandidaten. Wat de Denon met name goed deed, was de energie en de spontaniteit van een rockconcert overbrengen. De DL103SA verkiest souplesse en coherentie boven ultieme openheid of fijndetail maar dat betekent niet dat het suffig overkomt, in tegendeel. That`s Enough For Me en I Know I`m Not Wrong van de Fleetwood Mac LP Tusk hakten er via de Denon lekker in.
Qua ritmische punctuering en `drive` deed de weergave denken aan dat van de (British Audio Products) Rebuilt Troika (zie recensie elders op HiFi.nl). Prettig ongecompliceerd en meeslepend tegelijk. De DL103SA heeft de neiging om percussieve geluiden wat af te ronden en het presenteert bekkens op zuivere maar enigszins gedimde wijze. Bij vrouwenstemmen zorgde de Denon voor een fruitige, tonaal rijke presentatie die de `sexiness` van bepaalde keelklanken (Tori Amos, Janis Ian) goed tot uiting liet komen. Het kwam als geen verrassing dat de Denon van Jazz bleek te houden, al was de presentatie af en toe minder pittig als met de R versie. Bij de Scott Hamilton LP Apples And Oranges (Concord Jazz) zette Royal Orchid Blues met een meeslepende metronoom-timing in. Het saxspel klonk ademend maar miste wat aan `bite` terwijl het toetsenspel parelend uit de weergevers rolde. De bas bromde er dusdanig expressief op los dat ondergetekende breed glimlachte. Het fundament leek minder geaard dan met de MC15 Super II. Met de residentiƫle Ortofon staat alles als een huis, de Denon geeft ritmische propulsie voorrang over soliditeit. Al met al een zeer muzikale en prettige aftaster die voor eindeloos lange, ontspannen luistersessies kan zorgen.
Het rechthoekige omhulsel van de MP500 maakt de inbouw en afregeling tot een prettige bezigheid terwijl het ver naar achteren geplaatste cantilever het positioneren van de naald op de juiste tussenloopgroef tot een uitdaging maakt, althans wanneer de platenspeler laag staat opgesteld. De MP500 heeft een minder in het oor springend karakter dan dat van de Audio Technica of Denon. Het lijkt in eerste instantie minder uitgesproken maar in feite is het een klasse performer die zich meer geleidelijk aan de luisteraar voorstelt. De zang van Paul Simon in de track Graceland van het gelijknamige album werd hier zelden zo fraai weergegeven. De volledig ontspannen en vanzelfsprekende, timbraal rijke presentatie van zowel mannelijke als vrouwelijke zang deed denken aan dat van de Shelter 2000. Niet gek voor een sub-700 Euro aftaster. De hoogfrequentweergave is van de bovenste plank; loepzuiver en met uitstekende tonale contrastering. Deze Moving Permalloy spoorzoeker blinkt uit in de vertolking van akoestische instrumenten, wat onder andere duidelijk naar voren kwam bij het beluisteren van de Oscar Peterson LP We Get Requests. De subtiele opening van You Look Good To Me klonk niets minder dan oorstrelend. Het snelle plukspel van meesterbassist Ray Brown kwam ademend en zuchtend naar voren waarbij het natrillen van de snaren met een aanstekelijke elasticiteit werd gepresenteerd.
De MP500 weet raad met cadans en met name met tegenritmes waardoor meerdere instrumenten moeiteloos tegelijkertijd kunnen worden gevolgd. De Talk Talk LP Spirit Of Eden bevat enkele muzikale meesterwerken die echter niet via elk hoogwaardig weergavesysteem even goed uit de verf komen. De MP500 lijkt de bijna psychedelische mix van klassieke arrangementen voor Jazzy of zelfs gospel-achtige thema`s te begrijpen want I Believe In You werd adembenemend mooi weergegeven. Het afwisselend van links en rechts inzetten van het kerkkoor werd dusdanig duidelijk, ruimtelijk en vloeiend gepresenteerd dat het een licht hypnotische uitwerking had. In plaats van bepaalde opvallende facetten in een opname te belichten geeft de Nagaoka elk onderdeel van het geheel dezelfde aandacht. Een knap uitgedokterde aftaster die meer yin dan yang is maar daarbij bovenal organisch en verfijnd klinkt. Anders gezegd: deze Nagaoka diept heel wat informatie op uit de groef maar loopt daar niet mee te koop.