Wat gebeurt er in een buis?
Binnen in de kathode bevindt zich dus een gloeidraad. Deze verhit de kathode waardoor die elektronen gaat afstaan en er een elektronenwolk ontstaat (het Edison effect).
Op de anode wordt een positieve spanning aangebracht welke de vrije elektronen van de kathode aantrekt. Er loopt dan een stroom van kathode naar anode. Plaatsen we in deze elektronenstroom een rooster en geven we dit rooster een negatieve spanning dan kunnen we elektronenstroom vergroten of verkleinen door deze negatieve spanningen te verhogen of te verlagen. Immers twee negatieve ladingen stoten elkaar af. Brengen we nu op het rooster i.p.v. een negatieve spanning een wisselspanning (het muzieksignaal) aan dan zal de elektronenstroom gaan variëren op het ritme van de wisselspanning. Hierdoor zal de positieve spanning op de anode toenemen of afnemen. Positief en negatief trekt elkaar aan. Doordat de stroom elektronen, afkomstig van de kathode, die door het scherm is doorgelaten veel groter kan zijn dan de wisselspanning toegevoerd aan het rooster kunnen we een verhoogde spanning meten aan de anode. Dat is de versterking die optreedt.