REVIEWManley Labs

Nieuwsgierig

Nieuwsgierig of het nog beter kan sluit ik de Steelhead rechtstreeks aan op mijn Ayon via de HT ingang. Immers, de Steelhead heeft een volwaardige eigen ingebouwde voorversterker waarmee ik de “Het Audio Team” LA2 Mk II kan overslaan. Het resultaat is haast beangstigend goed. Wat ik nog miste aan gedrevenheid komt nu tot volle bloei. Puntigheid komt nog meer naar voren. Wat afneemt is, naast de diepte in het stereobeeld, de impact die de HAT in de muziek legt. Het laag is daardoor minder krachtig aanwezig en lijkt minder diep te gaan. Mogelijk is dat terug te leiden tot de aanpassing van de Steelhead op de Ayon 300B. Ik weet niet wat ik prefereer; de HAT in de keten of de Steelhead rechtstreeks aan de eindversterker.

Gisteren draaide ik “Brothers In Arms” en het is een goed idee die nog eens op te leggen. Weer is er de winst in directheid, in puntigheid. De weergave is anders, meer luchtgitaar, minder romantisch. In kwaliteit durf ik geen waardering te geven. Accenten liggen anders en het is maar net waar een luisteraar de voorkeur aan geeft. Met beide opstellingen zou ik tot in den treuren kunnen leven.

Manley Steelhead en Snapper

Een oplettende lezer weet nu dat met de aanschaf van de Steelhead de aanschaf van een losse regelversterker vrijwel overbodig is, tenzij u meer dan één lijngang nodig heeft. Zoals ik, met mijn tuner, cd speler, dvd speler en HT processor. Klein nadeel van de directe koppeling is een lichte toename in plaatruis en het bewuster worden van onvolkomenheden in het plaatoppervlak. Ik wissel nog een aantal keren tussen “direct en via de HAT” om tot het besluit te komen dat, zelfs als ik een Steelhead zou kunnen aanschaffen, de HAT blijft staan als centraal regelorgaan. Gewend (verwend?) als ik ben met mijn HAT-Ayon combinatie. De HAT voorversterker voegt een element toe dat u wat mij betreft onterecht mag omschrijven als kleuring, maar waarmee ik de stap maak van reproductie naar origineel. Een stap waarbij de Steelhead als phonoversterker onmisbaar lijkt te zijn.

Het ooit illustere audiomerk Gale Electronics van Ira Gale bracht in 1977 een plaat uit met het London Early Music Ensemble, gedirigeerd door Christopher Hogwood, met 17e eeuwse Italiaanse renaissance/barokmuziek. Barok spreekt mij erg aan, bovendien heeft Ira Gale kans gezien op de lp twee unieke elementen te combineren: hoogstaande muziek en uitmuntende opnametechniek. Een informatief boek beschrijft elk aspect van de opnametechniek. Hogwood heeft een voorkeur voor het bespelen van instrumenten die zijn gemaakt in dezelfde periode als de muziek is geschreven, om authenticiteit te behouden. De Steelhead lijkt als geen andere phonotrap in staat Hogwood te steunen in zijn streven naar perfectie. De klank is loepzuiver en laat niets te wensen over.


Veel van de muziek wordt gespeeld op een “sack”, de oude Engelse benaming van de trombone. De sack heeft dunnere wanden dan een moderne trombone, een minder wijde mond en een kleiner mondstuk. Dat maakt de toon zachter, en passend in de muziek aan het einde van de renaissance en het begin van de barok periode. Ik bespaar u de lijst van overige instrumenten, ik kan wel melden dat ik de gehele lp ademloos heb beluisterd, en diepe spijt heb van het feit dat ik destijds slechts één enkele Gale lp heb aangeschaft. Wat de Steelhead helpt neerzetten is niet in woorden te vangen. Het is een emotioneel muzikale beleving van de eerste orde.

In een ver verleden ben ik in het bezit gekomen van een Franse opname van een klavecimbel, opgenomen op 45 toeren om vooral de dynamiek te bewaren. De plaat was - en is - op veel installaties haast niet te draaien omdat de klank van het klavecimbel dan verloren gaat in hardheid. Eens te meer blijkt welke invloed een phonoversterker kan hebben. Hardheid? Totaal geen sprake van, het geluid is onmiskenbaar van een klavecimbel dat met dichtbij geplaatste microfoons is opgenomen, waardoor weinig van de omgevingsakoestiek is geregistreerd. Het is heerlijk om te beluisteren. Rijk aan klank, in een optimaal formaat neergezet, metalig zoals het behoort te zijn, toch melodieus, ontdaan van elektronische aspecten ontstaan in een weergaveketen.

Hetzelfde gebeurt met een Denon opname uit Japan. Een PCM opname gemaakt in de tijd dat men dacht dat digitaal heilig was. Hard opgenomen in de zin van te transparant. De Steelhead legt exact bloot waarom digitaal in die tijd (1974!!) nog een lange weg had te gaan. De muziek van Telemann en Bach is schitterend, de musici van hoog niveau, maar het geheel ontbeert leven. Het is dat de Steelhead in staat is in deze keten leven te herscheppen, anders verdween de plaat fluks terug in de kast.

MERK

EDITORS' CHOICE