Pass Labs
Dit uit 1991 stammende Amerikaanse elektronicamerk van de legendarische ontwerper Nelson Pass, behoort al vele jaren tot de absolute top als het gaat om zeer goed en vooral muzikaal presterende transistorversterkers. Pass-ontwerpen blinken verder uit in technische eenvoud en zijn zó doordacht en degelijk uitgevoerd, dat ze in staat zijn om heel lang op probleemloze wijze hun werk te verrichten. Nelson is daarbij ook nog eens een uiterst sympathieke persoon die zeker voor de audioscene de unieke instelling heeft om iedere technisch geïnteresseerde muziekliefhebber die daarom vraagt, van technische antwoorden te voorzien! Niet voor niets is op internet dan ook veel lectuur en een reeks aan zelfbouwontwerpen van zijn hand te vinden.
Toch is er een groot en belangrijk verschil tussen de Pass zelfbouw ontwerpen aan de ene en de kant en klare Pass Labs versterkerontwerpen aan de andere kant. In de regel zijn de zelfbouwontwerpen eenvoudige klasse A laagvermogen designs, terwijl de professioneel vervaardigde Pass Labs producten naast veel meer vermogen en stabiliteit, ook van de nieuwste schakelingen en vindingen zijn voorzien. Ten tijde van dit schrijven omvat het merk zes verschillende series. De XP lijn bevat alle (phono)-voorversterkers, bij de X reeks komen we klasse A/B eindversterkers tegen met uitgangsvermogens die variëren van 150 Watt, oplopend tot een zeer krachtige 600 Watt. De XA modellen zijn op hun beurt puur klasse A en variëren van 30 Watt tot 200 Watt. De vier INT modellen zijn de geïntegreerde versterkers van dit trots Amerikaanse merk met eenzelfde soort onderverdeling als de eindversterkers. De reusachtige XS voor- en eindversterkerserie vormen tenslotte de absolute top binnen het uitgebreide assortiment. Qua ontwerp zijn normaliter alle eindversterkers het werk van Nelson Pass, terwijl de voorversterkers en phonovoorversterkers sinds 1994 het werk zijn van Nelson’s rechterhand Wayne Colburn. De vele verfijningen en de integratie van de nieuwste geïntegreerde versterkerlijn, is zelfs helemaal van de hand van laatstgenoemde.
INT-60
Na de zeer succesvolle INT-30A klasse A en INT-150 klasse A/B geïntegreerde versterkers, zijn de nieuwe INT-60 (klasse A) en INT-250 (klasse A/B) versterkers, geënt op de nieuwste .8 generatie, geïntroduceerd. Mede door mijn reeds opgedane ervaringen met deze nieuwste generatie, was ik zeer gebrand om met name de geheel in klasse A werkende INT-60 met zijn 2 x 60 Watt vermogen aan de tand te voelen. Want zeg je Pass Labs dan denk ik in ieder geval vooral aan de mooi opgebouwde klasse A versterkers en ook deze nieuweling maakt hierop beslist geen uitzondering. Al vanaf het allereerste moment is volstrekt duidelijk dat deze versterker de genen van de nieuwe XA eindversterkers volledig in zich heeft. Zo is de extreem solide (48,2 cm breed, 19 cm hoog en 54,1 cm diep) en met 42 kg ook nog eens extreem zware behuizing, optisch volledig gebaseerd op de XA30.8 en XA60.8 eindversterkers. Zelfs de typische en in mijn ogen zeer aantrekkelijke ronde blauwe meter, die de bias aangeeft, is op deze geïntegreerde versterker aanwezig. Het enige wat het Pass ontwerpteam naast de uiterst links aangebrachte stand-by drukschakelaar heeft toegevoegd, zijn een display met numerieke volume uitlezing, een viertal ingangsdruktoetsen en rechts van de blauwe meter een volume draairegelaar en mute druktoets. Verder toont het massieve centimeters dikke aluminium frontpaneel fraai opgeruimd en daardoor aangenaam rustig. Uiteraard wordt er ook een mooie robuuste aluminium afstandsbediening meegeleverd, waarmee alle voorkomende functies soepel en probleemloos op afstand kunnen worden bediend.
Hoewel ook de achterzijde best het nodige weg heeft van bijvoorbeeld een XA60.8 eindversterker, zijn de verschillen hier toch groter. Niet zo vreemd als dit betekent dat je naast de bekende centraal geplaatste euro netstekkeraansluiting, een paar grote tilbeugels en een dubbel paar meer dan voortreffelijk functionerende luidsprekerterminals met zelfs een vast ingesteld aandraaimoment aan boord, ook nog een hele reeks aan in- en uitgangen kwijt moet! Pass heeft dit uiteindelijk netjes en praktisch opgelost. Het is bijzonder prettig dat de aansluitingen dit keer hoog op de achterzijde zijn gesitueerd. Dit maakt het aansluiten wel zo gemakkelijk. Naast een single ended en gebalanceerd paar voorversterkeruitgangen (om eventueel nog een extra eindversterker mee aan te sturen), is er een viertal single ended (RCA) lijningangen beschikbaar, waarvan twee paar gebalanceerd (XLR) zijn uitgevoerd.
Onderhuids
Hoewel de visuele gelijkenissen tussen de INT-60 en XA60.8 onmiskenbaar zijn, blijken er onderhuids toch ook wel de nodige verschillen te zijn. De grootste is misschien wel dat de INT-60 feitelijk van slechts één enkel kanaal van de dubbel zo krachtige XA 60.8 mono eindversterkers gebruik kan maken. Door de noodzakelijkerwijs lagere instelstroom in het laatstgenoemde eindversterkergedeelte werkt deze niet tot 60 Watt om klasse A zoals zijn mono broer, maar in plaats daarvan iets minder dan de helft. Om toch eenzelfde soort kwaliteitsindruk te krijgen heeft het Pass Labs ontwerpteam onder aanvoering van Wayne Colburn, de essentiële details die het geluid van de 0.8-serie op zo’n hoog plan krijgen in een aantal subjectieve vergelijkingen ‘getweaked’. Dit is uiteindelijk dermate goed gelukt, dat het eindresultaat zeer dicht bij het prestatieniveau van de gescheiden grotere en duurdere broers uitkomt. Om dit te bereiken is er een aantal slimme vindingen in met name het voorversterkergedeelte doorgevoerd. Eén daarvan is dat in het volumeregeling circuit, de uitgangen nu worden gebufferd door 6 dB ingangs JFET’s en door de vele megohms aan belasting, duikt de vervorming tot zelfs onder de ,001% lijn. De extra versterking zorgt tenslotte voor een nog optimalere aansturing van het eindversterkercircuit en biedt een aanzienlijke klankmatige verbetering ten opzichte van de voorgaande passieve circuits.