Nu het spannende gedeelte, de afregeling! Wanneer de platenspeler gewoonlijk in een kast of op een andere moeilijk bereikbare plek staat is het aan te raden om hem bijvoorbeeld op de eettafel af te regelen (let er wel op dat de ondergrond solide en waterpas is). Schakel in ieder geval de (phono-)versterker uit, die zal het loskoppelen van de toonarmkabel en/of de armkopdraadjes niet weten te waarderen. Wanneer de vering van een subchassis loopwerk opnieuw moet worden afgeregeld, kan het handig zijn om even contact op te nemen met de importeur of de locale winkel, want sommige veersystemen zijn werkelijk erg lastig goed te krijgen. Wanneer de veren zelfcentrerend zijn, en van boven in hoogte in te stellen, zoals bij alle oude Pink Triangle loopwerken en de Systemdek 2X2, dan hoeft het subchassis alleen maar waterpas te worden afgeregeld. Ook Oracle, S.M.E. en Michell loopwerken zijn relatief eenvoudig waterpas te stellen, alhoewel bij de Gyrodek, Orbe en Delphi de veren nog kunnen worden `ge-tweaked`, door ze iets te verdraaien in hun zitting. Doe dit alleen wanneer het nodig is, en pas bij de Oracle op, dat de hoogte-instelling niet maximaal wordt doorgedraaid, want dan moet het subchassis worden verwijderd en de veerkolom opnieuw ingesteld. Bij dit soort loopwerken is het waterpas zetten eigenlijk het hoofdpunt wat het beste kan worden gedaan met een middelzware LP (150-160 gram) én de eventueel bijgeleverde platenklem op het plateau. Met een licht waterpasje op het platenlabel of op het subchassis kan het geheel waterpas worden gesteld. Let op de verhoudingen tussen de (meestal 3) veren, en regel het punt waar de minste vrije beweging plaatsvindt eerst bij. Loopwerken met een intern af te regelen vering zoals de Linn LP12 vereisen ervaring op dit gebied en kunnen daarom beter door een dealer worden afgeregeld. (Ja, deze schrijver heeft veel (positieve) ervaring met dit Schotse wondertje, en zou een artikel van dezelfde lengte als het huidige kunnen schrijven over alle `ins and outs` betreffende het optimaal afregelen van de LP12 ontkoppeling!).
Wanneer een nieuwe toonarm op een subchassis loopwerk wordt gemonteerd moet de vering altijd opnieuw worden gecontroleerd. De Michell Gyrodek en Orbe zijn de enige uitzonderingen; zij hebben altijd (wanneer er fabriekseigen `armblocks` worden gebruikt) een armblok-plus-arm massa van 1 kilo, zodat de vering immer gelijk wordt belast. Massaverschillen bij LP`s hebben weinig invloed op de balans van de meeste subchassis, maar ook hier geldt een uitzondering: de oude Pink Triangle loopwerken. De PT, PT Too, Export en Anniversary. Zij hebben heel soepele veertjes omdat hun Aerolam/Balsa subchassis bijna niets weegt. Een 200g MoFi LP zou dan problemen kunnen veroorzaken met een uni-pivot toonarm want de vering zal zijn afgeregeld op een gemiddelde LP. Het advies is: houd het imbussleuteltje bij de hand en stel indien nodig de linker veer bij. Als laatste moet het toerental worden gecontroleerd omdat de afregeling van de (eventuele) ontkoppeling ook weer invloed kan hebben op de uiteindelijke omloopsnelheid. Dit kan met behulp van een zogeheten stroboscoopschijf worden gemeten en indien nodig worden bijgeregeld.