ARTIKEL

Audio Innovations 500 vs. Audion Sterling ETSE (Deel 1)

Dimitri van Hoven | 17 december 2001

Vergelijking:

Tijdens het beluisteren van de versterkers is er als bron gebruik gemaakt van de Krell KAV-250 cd-speler en de B&W Matrix 802 luidsprekers. De luidspreker kabels waren van Siltech (LS-80 G3) evenals de interlinks. Naast de Siltech kabels is er ook nog geluisterd met de Red Dawn luidsprekerkabels en de Blue Heaven interlink van Nordost. De beste resultaten werden echter middels de Siltech kabels bereikt. De beluisterde muziek zijn de reguliere cd’s die in nagenoeg elke test wel genoemd worden.

De Audion versterker klinkt zeer gedetailleerd. Deze versterker blinkt werkelijk uit met piano en gitaar. De manier waarop een (solo) piano toon wordt weergegeven staat garant voor kippenvel. De ruimtelijke weergave is wat minder dan die van de Audio Innovations waardoor het beeld wat smaller wordt weergegeven. Verbazingwekkend is de geluidsdruk die je met 12 watt nog kunt bereiken op luidsprekers met een gevoeligheid van 90db. De Audio Innovations heeft echter meer attack. Drums en pauken klinken dynamischer, waar de Audion dergelijke instrumenten wat flauwtjes/softer weergeeft. Dit heeft waarschijnlijk alles te maken met het feit dat de AI 25 watt per kanaal kan leveren en de Audion maar 12 watt. Daarom kan je ook nauwelijks de schuld hiervan aan de versterker geven.

Mensen die graag pop of rock muziek draaien zullen niet zo gauw bij de Audion terecht komen tenzij speakers hebben met een hoog rendement. Grote orkestformatie’s worden prima weergegeven mits het volume niet te hoog oploopt. Ook dan merk je dat de versterker het moeilijk krijgt en verdwijnt de dynamiek van de instrumenten grotendeels. Bij hoge volumes heb ik het beeld echter nooit volledig in elkaar horen storten iets, wat met b.v. een 300B eindbuis wel gebeurt. Het laag van de AI gaat dieper dan je in eerste instantie zou denken. Niks wollig laag, en ook de Audion gaat behoorlijk ver mee naar beneden. Soms zelfs verbazingwekkend ver.

Opvallend was echter dat de zaalakoestiek op de AI beduidend meer aanwezig is. Het was net alsof de Audion dat deel vergeet. Het is wel hoorbaar maar in veel mindere mate dan de Audio Innovations. Het midden-laag is wat minder vertegenwoordigd dan het sub-laag lijkt het. Frappant, maar waar. Heel kort heb ik de gelegenheid gehad de Audion op een paar Audio-note speakers te beluisteren met een rendement van 94 db. Je merkt dan dat de dynamiek hier duidelijk van profiteert en de versterker dan echt tot leven komt. De 802 is geen moeilijk aan te sturen speaker (90db en zakt niet onder de 4 ohm) maar het is toch een flinke jongen om in beweging te krijgen. Waarschijnlijk matched een kleinere (2 weg) speaker met de zelfde specificaties beter. Het hoog loopt bij de Audion een fractie meer door dan bij de AI en stemmen klinken net wat helderder. Tevens klinkt de Audion een fractie rustiger dan de Audio Innovations

Samengevat is de Audion een zeer geschikte versterker voor mensen die graag naar solo instrumenten luisteren en vanwege akoestiek, kamergrootte of speakers geen oneindige hoeveelheid vermogen nodig hebben. De klankkleur is absoluut natuurgetrouw en als audiofiel te beschrijven. Qua detaillering is het net een stapje hoger dan de Audio Innovations. Vooral piano liefhebbers zullen deze versterker kunnen waarderen.

De Audio Innovations 500 heeft wat meer kracht in huis en klinkt duidelijk ruimtelijker dan de Audion. Akoestiek in de opname komt heel mooi tot zijn recht. Deze versterker leent zich dan ook voor iedere muzieksoort.


De modificatie

Zoals al reeds vermeld ondergaat de Audio Innovations een modificatie. De reden hiervan is dat de buizen van de AI simpelweg aan vervanging toe zijn. Aan de binnenzijde van de EL34 eindbuizen is ook een neerslag waar te nemen, wat meestal duidt op de nodige branduren. Tevens hebben de eindbuizen nogal last van microfonie. De gloeidraden zitten (waarschijnlijk door het vele aan en uitzetten) erg los in de buis. Dit kenmerkt zich door mechanise tikken van de buis tijdens opwarmen of afkoelen. Daarnaast zijn het merkbuizen (Tesla) niet te vergelijken met de betere buizen in de Audion.
De condensator die direct aan de kathode hangt wordt vervangen door een type van het merk Black Gate.

In deel 2 krijgt een uitgebreid verslag van de modificatie en wordt er opnieuw geluisterd. Omdat ik begrepen heb dat met name de Black Gate condensatoren een lange inspeeltijd nodig hebben (zeker 100 uur) zult u wat geduld moeten opbrengen voordat u deel 2 op de site zult vinden.


EDITORS' CHOICE