Niet alleen het luisterpanel speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van nieuwe producten en van upgrades voor bestaande ontwerpen. Minstens zo belangrijk is de rol van Linn Records. Op een gegeven moment realiseerde men zich dat, om verder te komen, men de beschikking zou moeten hebben over state of the art muziekopnamen. Daarbij werd steeds vaker duidelijk dat dergelijke opnamen schaarser werden en men onvoldoende kon vertrouwen op de kwaliteit van aangeboden software. Bill noemt in dat verband een saillant voorbeeld van een bekende Grace Jones opname waarbij de fraaie mastertape in opdracht van de platenmaatschappij in negatieve zin gemanipuleerd werd zodat hij op een gemiddeld systeem harder en dynamischer zou klinken. Men besloot derhalve om voor eigen gebruik opnamen van topkwaliteit te gaan maken. Hoewel dat aanvankelijk niet de bedoeling was heeft men die opnamen in een later stadium, met de start van het eigen label, ook bereikbaar gemaakt voor de consument.
Door de betere opnames werden onvolkomenheden in de apparatuur aan het licht gebracht, die op hun beurt weer onnauwkeurigheden in de opnameapparatuur blootlegden waardoor de ene ontwikkeling de volgende al weer uitlokte. Met als gevolg een steeds verbeterende productenlijn waarvan de LP 12 slechts één voorbeeld is. Door Linn Records werd ook ervaring opgedaan met digitale opnamen lang voordat de eerste Linn cd speler verscheen. Men wachtte zo lang met het uitbrengen daarvan totdat men er zeker van was dat het meteen een referentie speler zou zijn. De CD 12 is het klinkende bewijs.
Muziek
Voordat de eerste cd in de speler verdwijnt licht Bill nog toe dat het systeem in slechts enkele uren opgebouwd is en dat er derhalve nauwelijks tijd is geweest voor een optimale afstemming op deze specifieke luisterruimte. Iets wat met dit actieve systeem heel goed te doen is maar dat tegelijkertijd een langdurig proces is waarvoor nu geen tijd was. Vervolgens wijst hij op de grote zwarte absorbers die achter het systeem tegen de muur bevestigd zijn. Deze dekken de in de muur gebouwde luidsprekerunits af teneinde te voorkomen dat deze mee gaan resoneren. Het nadeel is dat er daardoor minder energie in de ruimte is hetgeen ten koste gaat van de opbouw van het beeld. Dit prefereert Bill echter boven storende resonanties.
Dan start hij met een CD van Shawn Calvin met een fraaie uitvoering van Tom Waits’ ‘Looking For The Heart Of Saturdaynight’. Het systeem is dermate onthullend dat duidelijk te horen is dat de gitaar close miked opgenomen is terwijl de stem, op momenten dat deze zonder gitaarbegeleiding te horen is, omgeven is door meer ambiance. Nils Lofgren’s eeuwige ‘Keith Don’t Go’ klinkt als tweede door de ruimte; snel, transparant en puntig met als meest in het oor springend detail het opvallende gemak waarmee de ingewikkelde structuur van het gitaarspel teruggebracht wordt tot te volgen lijnen. Iets wat op mindere systemen vaak jammerlijk mislukt. Wanneer vervolgens Jeff Buckley gevolgd door ‘The Downtown Lights’ van The Blue Nile en ‘Fever’in de uitvoering van The King uit de speakers klinken is te horen dat dit systeem zonder meer potentie heeft maar dat er met fine-tuning ongetwijfeld nog wel wat winst behaald kan worden.
Bill voelt goed aan dat er wat mij betreft overgestapt kan worden naar het zwarte goud en pakt op mijn verzoek de in het zicht staande en mij zeer goed bekende LP ‘Yola’ van Eleanor McEvoy. Eerst op de LP 12 in de uitvoering zoals veel mensen die zullen kennen, uitgerust met de goedkopere Akito arm met daarin een Ace element. Ik weet meteen weer waarom ik nooit gecharmeerd ben geweest van het LP 12 geluid. Ook op dit systeem klinkt hij in mijn oren correct maar onvoldoende boeiend met een laag wat ik betitel als romantisch. Met name dat laatste verbetert wanneer de schijf verhuist naar de tweede, met het aluminium subchassis Keel uitgeruste LP 12. Een nog grotere stap is te horen wanneer speler drie zijn kunsten mag vertonen. Saai wordt levendig, spannend en involverend waarbij een kritisch stemmetje in mijn achterhoofd opmerkt dat dit ten dele ook veroorzaakt zal worden doordat er niet alleen een andere arm op het opgewaardeerde chassis gemonteerd is maar er daarnaast nu ook niet langer met een Ace maar met een circa vijf maal duurder Akiva element gespeeld wordt. Ook bij Lou Reed’s ‘Take A Walk On The Wild Side’ treedt even later dezelfde verbetering op. De stem klinkt preciezer en helderder zonder dat dit ontaardt in hardheid of scherpte. Het kenmerkende vloeiende karakter van de draaitafel blijft onveranderd.
Overpeinzing
Eenmaal op weg naar huis overvalt me in de auto de gedachte dat het toch jammer is dat dit systeem niet gedurende langere tijd kan blijven staan. Ik ben ontzettend benieuwd hoe ver het kan komen wanneer het eenmaal optimaal afgestemd zou zijn op de ruimte. De realist in mij dringt dit denkbeeld vrijwel direct naar de achtergrond en daarvoor in de plaats roep ik weer het geluid op zoals dat weergegeven werd door de nieuwe LP 12 SE. Een hele fraaie speler die het waard is om intensief te worden beluisterd. En dan niet alleen door long time fans van deze draaitafel maar ook, en misschien wel vooral, door muziekliefhebbers die tot voor kort niet gegrepen werden door het LP 12 geluid. Want ook die zouden nog wel eens verrast kunnen worden.