REVIEWPathos

Pathos Cinema X

Bjorn Mateijsen | 10 februari 2005 | Pathos

Bella Italia!

Mijn liefde voor Italie heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Het gelaarsde land is een geliefd vakantieoord en ook Italiaanse producten zijn vaak in mijn huis te vinden. De namen van de gerechten uit de Italiaanse keuken, die bij mij thuis regelmatig op de menukaart prijken, klinken toch ook welluidender dan ‘boerenkool met worst’?

Toen het Italiaanse Pathos aankondigde de eerste stappen te gaan zetten in de wereld van de home-cinema, ging mijn hart sneller kloppen. Helemaal toen bleek dat de importeur inmiddels het eerste exemplaar in Nederland had staan. Een afspraak was snel gemaakt en in korte tijd stond Wim van Kraanen van Analogue Audio op de stoep met de Pathos Cinema X onder zijn arm. Hoewel dat laatste in de praktijk onmogelijk is, aangezien deze geïntegreerde analoge meerkanaals versterker niet alleen groot is qua formaat (43 cm breed, 50 cm diep en 16 cm hoog), maar ook op de weegschaal een slordige 35 kilogram aangeeft. Wanneer de doos opengaat, valt direct het fabelachtige design op. De ontwerpers van Pathos zijn hier inmiddels terecht beroemd mee geworden. Duidelijk is te zien dat de Pathos Cinema X de grotere broer is van de 2-kanaals Logos 2, waar deze versterker van is afgeleid. Voor het eerst kan ik zeggen dat ik een fotogenieke versterker heb gevonden: de details die erin verwerkt zijn, waaronder de naam Pathos in de koelribben, de plaatsing van de buizen voor de ingangssectie; overal is naast de audiofiele eisen ook weloverwogen nagedacht over het design.

Pathos Cinema X

In tegenstelling tot de referentieversterker van Pathos, de TT, wordt bij de Cinema X geen gebruik gemaakt van de InPol techniek. InPol staat voor ‘INseguitore a POmpa Lineare’, in het Engels vertaald als ‘Linear Pump Tracker’ en is een gepatenteerde techniek die door dit bedrijf is ontwikkeld. In de Cinema X wordt wel veel gebruik gemaakt van dezelfde technieken als bij de InPol versterkers van Pathos worden gebruikt. Pathos heeft in het ontwerp van deze analoge surroundversterker voor de ingangssecties gekozen voor de ECC88 buis, waarbij voor ieder kanaal, inclusief het subwooferkanaal, voor een aparte buis is gekozen. U leest het goed, Pathos heeft er voor gekozen om zelfs de subwooferuitgang van een buis te voorzien! De eindtrappen zijn opgebouwd uit Mosfets, die in een zeskanaals modus 110 Watt aan 8 Ohm leveren per kanaal. Echter, door de techniek die Pathos gebruikt, kan deze surroundversterker in een tweekanaalsopstelling tot 450 Watt per kanaal leveren. In stereo wordt de versterking voor het centerkanaal tijdelijk uitgeschakeld. De versterkerkanalen zijn volledig gebalanceerd opgebouwd. Bij gebruik van de XLR-ingangen wordt hier optimaal gebruik van gemaakt en het is dus ook aan te bevelen de versterker zo aan te sluiten.


Geschiedenis Pathos

Wanneer we in de geschiedenis van Pathos duiken, dienen we af te reizen en naar de stad Vicenza, gelegen in het noorden van Italie. Vicenza is de hoofdstad van de gelijknamige provincie, tussen de Lessinische Alpen en de Monti Berici, aan de Bacchiglione. Vicenza is in architectonisch opzicht bekend door de vele werken van Andrea Palladio.

We gaan terug naar het jaar 1994, wanneer Gaetano Zanini, Gianni Borinato en Paulo Andriolo bij elkaar komen en een prototype bouwen van een versterker waarvan de techniek nu nog steeds gebruikt wordt. In eerste instantie dachten ze dat hun TT referentieversterker, die nu nog steeds in productie is, gewoon stuk was: hoe kon hij immers zo goed klinken! Het is een uiting van de onorthodoxe denkwijze, die uiteindelijk zorgde voor de inmiddels bekende INPOL-techniek.

MERK





EDITORS' CHOICE