Review Servolabs Little/One Mk2: volwassen, afgewogen en volle klank uit een klein kastje


Sinan Kökbugur | 25 oktober 2021 | Fotografie Fabrikant

SAMENVATTING

Het luisteren naar een kleine luidspreker die is voorzien van de techniek van Motional Feedback was wederom aangenaam. De Little/One Mk2 is little maar hij klinkt net als zijn voorganger verre van little. De Little/One Mk2 is gegroeid, in klank, niet in formaat. De makers hebben zinvolle verbeteringen aangebracht. Dankzij de toepassing van MFB klinkt de Little/One Mk2 als een vloerstaande luidspreker maar dan voor een prijs en een formaat dat eventuele drempels tot aanschaf en plaatsing weg zal nemen.

PLUSPUNTEN

  • Laagweergave vergelijkbaar met een vloerstaander
  • Heldere middentonen en hoge tonen
  • Plezierige transparante klank
  • Kleine en lichte kast
  • Makkelijk plaatsbaar
  • Makkelijk in gebruik

MINPUNTEN

  • Geen XLR-aansluiting (niet echt een probleem in deze prijsklasse)

In het voorjaar van 2019  hebben wij kennis gemaakt met de Little/One, een betaalbare, kleine, lichte actieve tweeweg luidspreker die in Amsterdam werd ontwikkeld en geproduceerd. Ondanks zijn kleine formaat produceerde de Little/One een zeer goede weergave van lage tonen. Hoe dan? De Little/One was voorzien van Motional Feedback (MFB), een oorspronkelijk door het Nederlandse Philips ontwikkelde techniek die kleine luidsprekers in staat stelt om een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een vloerstaander. De makers van De Little/One hebben niet stilgezeten en hebben de afgelopen jaren gebruikt om de Little/One te verbeteren. Het resultaat is de Little/One Mk2. Hoe klinkt de Little/One Mk2?

Servolabs Little/One Mk2: inleiding

“Simpele natuurwetten stellen dat er een zeker verband is tussen de grootte van een luidspreker en de kwaliteit en hoeveelheid lage tonen die de luidspreker kan weergeven. Een vloerstaande luidspreker is dus vrijwel altijd beter in staat om lage tonen weer te geven dan een boekenplankmodel. Het Nederlandse Philips heeft in de jaren zeventig van de vorige eeuw onder de naam “Motional Feedback” een techniek ontwikkeld die kleine luidsprekers in staat stelt om een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een vloerstaander. ... De kennismaking met de Little/One en met de techniek van Motional Feedback was aangenaam. De Little/One is little maar hij klinkt niet little. MFB is een bijzondere techniek die ten onrechte in de vergetelheid dreigt te raken. Dankzij de toepassing van MFB klinkt de Little/One als een vloerstaande luidspreker maar dan voor een prijs en een formaat dat eventuele drempels tot aanschaf en plaatsing weg zal nemen.” Aldus was de aanhef en de conclusie van de recensie over de Little/One die wij in het voorjaar van 2019 op dit medium hebben gepubliceerd.

Door de toepassing van Motional Feedback (MFB) was de Little/One een hele aparte luidspreker zonder vergelijkbare concurrentie. De Little/One werd enthousiast ontvangen door pers en publiek. De makers zagen daarin een goede aanleiding om de Little/One nader te beschouwen, te herzien en uiteindelijk te verbeteren. De nieuwe Little/One Mk2 gaat volgens de makers verder waar de oorspronkelijke Little/One is gebleven. Dat vonden wij een goede reden om de Little/One Mk2 uit te nodigen in onze luisterruimte voor een luistertest en recensie.

Wij zullen kort de geschiedenis van de totstandkoming van de Little/One Mk2 en de bijzondere MFB-techniek beschrijven, waarna we uiteraard gaan luisteren naar de Little/One Mk2. Is de herziening een verbetering en dus de moeite waard? Dat gaan we onderzoeken.

Van Archidio Little/One naar Servolabs Little/One Mk2

De oorspronkelijke Little/One is uitgebracht onder de merknaam Archidio. Drijvende krachten achter Archidio zijn Chris Dorricott-de Graef en Chris Camphuisen. De naam Archidio is een samenvoeging van architectuur en audio en geeft volgens Chris en Chris beknopt de kern van de activiteiten weer, t.w. het combineren van MFB techniek met Archidio vormgeving met als uiteindelijk doel goed geluid te combineren met een vormfactor met minimale impact op de aanwezige architectuur.

Het eerste product, een proof of concept, was de A0, een luidspreker in een schilderijpaneel op A0 formaat die een totale diepte van 10 centimeter combineerde met een -3dB punt van 40 Hz. Hoewel technisch een succes, was de A0 geen commercieel succes. Er bleek wel vraag naar een handzaam MFB-product en zo kwam het uiteindelijk tot de ontwikkeling en bouw van de Little/One. De Little/One – aanschafprijs 995 euro per paar – was wel een commercieel succes en dat bracht de ontwerpers ertoe om te onderzoeken hoe de Little/One verbeterd zou kunnen worden, bijvoorbeeld door plaatsing van duurdere drivers.

Het resultaat is de Little/One Mk2, het onderwerp van deze recensie. Kort samengevat, de Little/One Mk2 heeft duurdere en veel betere drivers gekregen. Tevens hebben de makers besloten om de Little/One Mk2 onder de merknaam Servolabs uit te brengen. De actieve tweeweg luidspreker heeft immers niet zoveel met architectuur te maken. De kreet “servo” duidt op de techniek die in de Little/One Mk2 is verwerkt.

Wie onze recensie over de eerste Little/One heeft gelezen, heeft kennis kunnen nemen van de techniek van Motional Feedback (MFB). We willen niet onnodig herhalen en daarom geven we nu slechts een korte beschrijving van de in de Little/One Mk2 verwerkte MFB-techniek. Ook zullen we de onderdelen beschrijven waar de Little/One Mk2 uit is opgebouwd.

Servolabs Little/One Mk2: wat is Motional Feedback?

De techniek die bekend staat onder de naam Motional Feedback ­ in het Engels ook vaak “servo drive” genoemd ­ dateert uit de jaren 50-60 van de vorige eeuw en is door het Nederlandse Philips in de jaren zeventig doorontwikkeld tot een productierijp concept. De techniek heeft tot doel de vervorming van de weergave van lage tonen te minimaliseren en stelt daardoor kleine luidsprekers in staat een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een die van veel grotere vloerstaanders. De techniek werkt volledig analoog, zowel in de originele luidsprekers van Philips als in de eerste Little/One en de Little/One Mk2.

Voor een natuurgetrouwe geluidsreproductie dient het door de luidspreker geproduceerde geluid zo gelijkvormig mogelijk te zijn aan de door de versterker in de vorm van elektrische energie aangeboden muziek. Bij hoge tonen en middentonen zijn inmiddels zeer goede resultaten haalbaar omdat de hoeveelheid om te zetten energie beperkt is, dit in tegenstelling tot de lage tonen waar de hoeveelheid energie dusdanig is dat de kans op afwijkingen in de omzetting vele malen groter is.

Wat hebben fabrikanten allemaal bedacht om de weergave van lage tonen te verbeteren? Veel fabrikanten  hebben grote kasten gebouwd zodat de geplaatste woofer alle ruimte kreeg om het aangeboden signaal vrij en zonder tegenwerkingen te kunnen volgen. Ook is er gezocht naar manieren om tot hogere rendementen en kleinere maten te komen met vernuftige vindingen zoals afgestemde poorten of taps toelopende tunnel constructies. Sommige fabrikanten hebben de behuizing van bepaalde modellen zelfs in het geheel weg gelaten. Wat al deze maatregelen gemeen hebben is dat ze niets doen aan de oorzaak van het probleem: het gebrek aan controle van de versterker over de beweging van de woofer. Al deze maatregelen bestrijden tot op zeker hoogte de gevolgen van het probleem, maar laten de oorzaak dus voor wat het is.

Om de controle terug te krijgen gebruikt MFB een mechanisme wat binnen de elektrotechniek bekend staat als “terugkoppeling”, een techniek die, als zich in een systeem een afwijking voordoet, automatisch een correctie in een tegengestelde richting aanbrengt om verdere afwijkingen van de gewenste richting tegen te gaan.

Bij MFB wordt een speciaal soort microfoon gebruikt, een zogenaamde versnellingsopnemer of accelerometer die in het hart van de woofer is geplaatst, om te controleren of het door de woofer geproduceerde geluid gelijkvormig is aan het ingangssignaal van de versterker. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt deze alsnog gedwongen het aangeboden signaal te volgen waardoor invloeden van buitenaf geminimaliseerd worden. In tegenstelling tot DSP (= Digital Signal Processing) werkt MFB in het analoge domein en werkt door het ontbreken van AD/DA-conversie zonder vertragingen. Iedere golfbeweging wordt met de snelheid van het licht gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd. Het resultaat is een zeer natuurgetrouwe weergave van lage tonen, aldus de makers van de Little/One en de Little/One Mk2.

Servolabs Little/One Mk2: woofer van Scanspeak, tweeter van SB Acoustics, ieder met een eigen klasse D eindtrap

Het basisidee van de eerste Little/One is onverkort aanwezig in de Little/One Mk2, d.w.z. een grootse weergave van lage tonen uit een klein kastje halen door gebruik te maken van MFB. De makers van de eerste Little/One hebben ook de nodige verbeteringen in hun ontwerp verwerkt. De Little/One Mk2 heeft o.a. betere drivers gekregen.

Volgens de makers van de Little/One Mk2 had de eerste Litle/One een uitstekende laagweergave maar was winst te behalen in het midlaag gebied en de aansluiting op het bereik van de tweeter. De bouwers zijn aan de slag gegaan met drivers van Sica, ScanSpeak, SB Acoustics en Faital Pro. De Faital Pro viel af door het ontbreken van fundament. De driver van Sica was teveel gericht op de professionele audiomarkt en mistte de finesse die de drivers van ScanSpeak en SB Acoustics wèl hebben. Uiteindelijk is de keus gevallen op een driver van ScanSpeak o.a. vanwege het hoger doorlopende frequentiebereik en dus de betere aansluiting op de tweeter.

Omdat het frequentiebereik van de nieuwe woofer hoger doorloopt, kon de overnamefrequentie van de tweeter naar boven worden geschoven en dat is gunstig vanwege de lagere vervorming. De ontwerpers gingen testen en luisteren en trokken de conclusie dat tweeters met een eigen kamer en een neodymium magneet het beste klinken. Na evaluatie van drivers van ScanSpeak, Seas, Dayton en SB Acoustics is uiteindelijk gekozen voor een driver van SB Acoustics. Deze tweeter laat een bijzonder recht frequentieverloop zien door toepassing van een membraam met een gewicht van slechts 0,3 gram, een lage eigen resonantie van 960 Hz, hoge Xmax van 1,2 millimeter en een eigen drukkamer. De tweeter wordt actief aangestuurd via een eigen eindtrap en een 24 dB/Octaaf vierde orde LR hoogdoorlaatfilter op 2,4 kHz.

De ontwerpers hebben ook de elektronica van de Little/One herzien. De verschillen tussen de oude en de nieuwe drivers zijn groot maar de verschillen tussen een klasse AB en klasse D versterker zijn weliswaar waarneembaar maar binnen het bestaande ontwerp zodanig klein dat wederom voor klasse D is gekozen, mede vanwege het hoge rendement, de geringe warmteproductie en de lagere kostprijs. De cross-overfilters zijn natuurlijk aangepast aan de hogere cross-overfrequentie en ook het MFB correctiecircuit is aangepast aan de nieuwe woofer en de verbeterde StarBass 54 accelerometer, die minder gevoelig is gemaakt voor storingen veroorzaakt door straling van mobiele apparaten.

De Little/One MK2 wordt aangedreven door een Piratelogic BH2D (Bass High 2 klasse D kanalen) versterkermodule en is verbonden met de drivers via soepel meeraderig koperdraad voorzien van een siliconen mantel om parasitaire trillingen te dempen. De module bevat een  cinch-connector, een niveau/volumeregelaar en een 24 Volt DC-aansluiting voor de externe voedingsadapter.Ten slotte is de dynamic low protection aangepast n.a.v. de nieuwe woofer van ScanSpeak.

Omdat de drivers van de Little/One Mk2 iets groter zijn dan van het eerste model, zijn de tweeters uit het midden geplaatst zodat de baffle en dus de hele behuizing niet groter zou worden. Een klant die een paar Little/One’s koopt krijgt een exemplaar met de tweeter linksboven en een exemplaar met de tweeter rechtsboven. Bij de plaatsing kan worden gekozen voor de tweeters aan de binnenkant of buitenkant. De Little/One Mk2 mag ook horizontaal geplaatst worden en vanwege het ontbreken van een baspoort mag dat ook strak tegen de muur.

Ook het uiterlijk van de Little/One is herzien en verbeterd. De randen van de behuizing van de Little/One Mk2 zijn afgerond, die van het eerste model waren veel hoekiger. De Little/One Mk2 is uitsluitend leverbaar in een afwerking met matzwarte warnex-verf. Dit is een watergedragen verf die veel wordt gebruikt voor “on-the-road” apparatuur. Bij de woofer van het vorige model was de inbouw van de StarBass accelerometer vrij goed zichtbaar in negatieve zin. Bij de nieuwe ScanSpeak woofer is het gelukt de inbouw vrijwel onzichtbaar te laten plaatsvinden.

De Little/OneMk2 krijgt net als het eerste model muzieksignaal via een cinch-ingang. De Little/One Mk2 is makkelijk in gebruik. Hij schakelt automatisch aan als muzieksignaal wordt aangeboden via de cinch-ingang. Na circa 15 minuten stilte gaat de Little/One Mk2 weer uit, d.w.z. in slaapstand. Het energiegebruik in slaapstaand is met 0,5 Watt verwaarloosbaar.

Een XLR-ingang ontbreekt maar dat is verklaarbaar als we de prijs en de doelgroep in aanmerking nemen. Kunnen we leven zonder XLR-aalsuiting op de Little One Mk2? Laten we even vooropstellen dat een XLR-kabel niet per definitie beter klinkt dan een cinch-kabel. Wat wel per definitie waar is, is het feit dat een XLR-verbinding minder gevoelig is voor verstoringen als sprake is van lange kabels, zeker als veel kabels dicht tegen elkaar aanliggen en er ook nog eens stroomkabels bij liggen. Dit is de reden dat in professionele omgevingen vrijwel uitsluitend met XLR-kabels wordt gewerkt. Voor een woonomgeving zijn cinch-verbindingen prima zolang de lengte van de kabels niet te groot is. Dus ja, we kunnen leven met de enkele cinch-ingang op de Little/One Mk2.

Ten slotte een opsomming van eigenschappen en technische specificaties. Daarna gaan we muziek luisteren.

Servolabs Little/One Mk2: eigenschappen en technische specificaties 

Woofer, merk en type: ScanSpeak 15W/8434G00, diameter 15 centimeter, impedantie 8 Ohm, Coated Fiberglass Cone, Ferrite Magnet, Alu RingTweeter, merk en type: SB Acoustics SB26STCN-C000-4, diameter 26 millimeter, Copper shorting ring, soft fabric dome, neodymium motorVersterking: Piratelogic BH2D tweeweg 50 Watt klasse D module met LR2/4 Xover, Dynamic Low Protector and 20 dB MFB control loopInput: -10 dBu @ 50Kohm (240 mVolt), instelbare gevoeligheidFrequentiebereik: 35 Hz tot 15 kHz (-3 dB)Gewicht: 3,5 kilogram per stukAfmetingen : 17 x 17 x 24 centimeterVoeding via externe 24 Volt 90 Watt 230 Volt adapterKleur: zwart Warnex, rough finishDe Little/One MK2 wordt per paar verkocht voor 1.499 euro, exclusief verzending, met vijf jaar carry-in garantie op de Little/One Mk2. De meegeleverde voedingsadapter valt buiten deze garantie.

Servolabs Little/One Mk2: testomgeving, luisteren, plaats in de markt en conclusie

Servolabs Little/One Mk2: testomgeving

We hebben de Little/One Mk2 op de door de fabrikant meegeleverde statieven gezet en met een cinch-kabel verbonden met een voorversterker type X-P1200 van de Franse fabrikant Advance Paris. Over deze voorversterker, die voorzien is van analoge en digitale ingangen, zal binnenkort een recensie verschijnen op dit medium. Ook is een voorversterker van het Amerikaanse Pass Labs type XP-20 gebruikt om de Little/One Mk2 aan te sturen. Muziek was afkomstig van een door Magna Hifi gemodificeerde Sonos Connect die bitperfect geripte cd’s in de vorm van WAV-bestanden van een NAS serveert. Een Wadia 321 DAC verzorgde de vertaalslag van digitaal naar analoog voor de XP-20. De X-P1200 van Advance Paris heeft zijn eigen DA-converter aan boord.

We hebben beide luidsprekers een meter of vier uit elkaar geplaatst en de luisterafstand was ook ongeveer vier meter. De opstelling was min of meer een gelijkzijdige driehoek. We hebben de luidsprekers ook ingedraaid naar de luisterpositie. Dit gaf de beste focus, hoewel de sweetspot ruim te noemen is. De afstand naar de achterliggende wand maakte weinig uit. Een beetje indraaien, of juist niet, doet meer met de klank dan een plaatsing tegen de wand of juist wat verder weg.

We hebben veel verschillende soorten muziek de revue laten passeren. En, was het de moeite waard?

Servolabs Little/One Mk2: muziek luisteren

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, de Little/One Mk2 gaat verder waar de oorspronkelijke Little/One is gebleven. De krachtige weergave van lage tonen is gebleven, maar de makers hebben de weergave van middentonen en hoge tonen weten te verbeteren. Hoewel de eerste Little/One prima presteerde voor zijn prijs, is de algehele weergave van opvolger Little/One Mk2 meer in balans. Dat gaan we proberen te duiden.

We spelen Magdalena, het tweede nummer van het album “Mer de Noms” van A Perfect Circle. Melodielijntjes van een basgitaar en elektrische gitaar worden begeleid door rustige droge klappen van de drummer. De basgitaar en de bass drum gaan diep. Tegelijk klinkt droog getik op de hi-hat. De relatief kleine Little/One Mk2’s genereren een laagweergave vergelijkbaar met veel grotere luidsprekers. We zijn net als bij de eerste Little/One’s onder de indruk van de hoeveelheid en kwaliteit lage tonen.

Tegelijkertijd kunnen we vaststellen dat de Little/One Mk2 is gegroeid t.o.v. zijn voorganger. De middentonen zijn meer afgewogen en de hoge tonen beter gedefinieerd. De drummer varieert zijn tikjes op de hi-hat en deze variaties zijn beter gearticuleerd vergeleken met de eerste Little/One. De eerste Little/One had een klein vleugje warmte in de klank. De Little/One Mk2 klinkt meer transparant zonder het randje warmte van zijn voorganger.

We kiezen Democracy van het album “The Future” van Leonard Cohen. De drummer opent het nummer met een militair marsritme, of iets wat daar in elk geval aan doet denken. Is dat hoe democratie binnenkomt? We gaan geen politicologische analyse uitvoeren. Cohen stopt wel vaker ironie en/of sarcasme in zijn teksten. We zijn nu meer technisch geïnteresseerd in de muziek en de klank van ons testonderwerp Little/One Mk2.

De instrumenten en achtergrondzangeressen staan ver uit elkaar maar tegelijk een beetje op de achtergrond vergeleken met de warme en lage stem van Leonard Cohen. Cohen staat heel dichtbij en los van zijn begeleiders, zo is ons al vaker opgevallen bij het afspelen van zijn albums. De riffjes van de mondharmonica klinken scherp met een klein randje warmte. Het is opvallend hoeveel voor/achter informatie de kleine Little/One Mk2 kan geven.

Leonard Cohen heeft een hele lage stem. Als contrast selecteren we het album The Diary (Storm Version), een project van Arjen Lucassen met daarop een hoofdrol voor de stem van Anneke van Giersbergen. Het album begint met geruis van de zee en de deinende noten van een cello en een scheepsbel op de achtergrond. Van Giersbergen zingt als een spreekwoordelijke nagtegaal. We horen ook een mannenkoor. De cello en het mannenkoor gaan diep. Van Giersbergen zweeft boven de muziek.

De Little/One Mk2 laat ons meedeinen met de muziek en tegelijkertijd vliegen we met Van Giersbergen over de golven van de ruisende zee. De dwarsfluit in de opening van New Horizons klinkt warm en betrokken. De muziek op The Diary kent grote dynamieksprongen. De Little/One Mk2’s klinken groter dan ze zijn. Wonderbaarlijk wat de techniek van MFB uit zo’n klein kastje kan persen.

Tijd voor een stukje live muziek en het wordt Shine On You Crazy Diamond van “Delicate Sound of Thunder” van Pink Floyd. Het album begint met geroezemoes van het publiek dat langzaam aanzwelt om de luisteraar een beetje op te warmen. Het hele muziekstuk duurt bijna twaalf minuten. De compositie en ook de band is ontdaan van enige vorm van haast. Als de teller op circa 3:50 min. staat horen we de bekende noten van een elektrische gitaar. De rest van de band valt even later bij. De langzame deining van de driekwartsmaat doet ons heen en weer wiegen. We horen het door de basgitaar gelegde fundament onder de muziek terwijl de lichte galm van de gitaar ons het gevoel geeft dat we in een hele grote zaal staan. De eerste Little/One wist een mooi totaalplaatje te presenteren maar de Littke/One Mk2 doet het in alle toongebieden net iets beter.

We gaan de Little/One Ml2 kietelen met Hourglass van het album “Eat The Elephant “ van A Perfect Circle. Deze opname vormt een uitdaging voor alle luidsprekers, met name de putdiepe lage tonen, de snoeiharde droge drumklappen en de grote dynamieksprongen. Hoge tonen en middentonen worden niet weggedrukt door de laagweergave. De laagweergave staat als een huis en de algehele weergave is kamerbreed. De Little/One Mk2 levert een grote prestatie als we het formaat (en de prijs) van de luidspreker in aanmerking nemen.

We hebben toevallig ook een setje Epicon 8 in de ruimte staan van de Deense luidsprekerbouwer Dali (een recensie over de Epicon 8 is in de maak). De Epicon 8, het huidige vlaggenschip van Dali, is een grote en zware vloerstaande passieve luidspreker die meer dan het tienvoudige van de Little/One Mk2 kost. De Epicon 8 heeft ook een versterker nodig en dan zitten we aan nog een keer een veelvoud van de kosten van een setje Little/One Mk2’s. De Epicon 8 gaat nog wat dieper en speelt in alle opzichten breder dan de Little/One Mk2. Dat is natuurlijk helemaal geen verrassing als we kostprijs van de Little/One Mk2 afzetten tegen de kostprijs van de Epicon 8 met een bijpassende versterker. Beide sets spelen in een totaal andere prijsklasse. Ja, we weten dat er nog een zee van apparaten tussen deze uitersten is, en ook nog daaronder en daarboven. We willen de sets niet met elkaar vergelijken, maar we willen wel aangeven dat de Little/One Mk2 heel veel muziekplezier geeft voor zijn aanschafprijs en formaat. De laagweergave doet denken aan de laagweergave van een vloerstaander. Zonder MFB is het simpelweg onmogelijk om zoveel lage tonen uit een kleine kast te halen.

Kort samengevat mogen we concluderen dat de herziening van de Little/One een verbetering heeft opgeleverd. De duurdere drivers zorgen natuurlijk voor een verhoging van de kostprijs en dus ook de aanschafprijs, maar die kostenverhoging leidt tot een significant meer afgewogen en betere klank.

Servolabs Little/One Mk2: plaats in de markt

De eerste Little/One had geen rechtstreekse concurrenten. De techniek van MFB zorgde voor een laagweergave die onvergelijkbaar is met andere luidsprekers van ongeveer hetzelfde formaat. Dit is niet anders met de Little/One Mk2. Natuurlijk zijn er beter klinkende kleine luidsprekers maar die zijn zonder uitzondering duurder en gaan minder diep dan de Little/One Mk2. Als het om de klank gaat moeten de concurrenten van de Little/One Mk2 onder de grotere en zwaardere monitorluidsprekers of vloerstaande modellen worden gezocht. De Little/One Mk2 neemt een unieke positie in. Hij heeft eigenlijk geen rechtstreekse concurrenten.

Een gebruiker kan de Little/One Mk2 aansluiten op de analoge uitgang van een televisie of op een andere bron die voorzien is van een volumeregeling. De klank is beter en het stereobeeld breder dan van een soundbar. Wie geen vloerstaande luidsprekers in zijn luisterruimte wil hebben (vanwege de negatieve Wife Acceptance Factor?)  maar wel een goede laagweergave zonder een subwoofer te hoeven aanschaffen en plaatsen, moet de Little/One Mk2 op zijn onderzoekslijstje zetten.

Servolabs Little/One Mk2: conclusie

Het luisteren naar een kleine luidspreker die is voorzien van de techniek van Motional Feedback was wederom aangenaam. De Little/One Mk2 is little maar hij klinkt net als zijn voorganger verre van little. De Little/One Mk2 is gegroeid, in klank, niet in formaat. De makers hebben zinvolle verbeteringen aangebracht. Dankzij de toepassing van MFB klinkt de Little/One Mk2 als een vloerstaande luidspreker maar dan voor een prijs en een formaat dat eventuele drempels tot aanschaf en plaatsing weg zal nemen.