High End München 2006


Guido de Kanter | 01 juni 2006 | Fotografie Bert Dekker

De belangstelling voor de High End Messe in München was groot dit jaar. Europa`s grootste beurs op het gebied van top-hifi en video trok dit jaar vele duizenden bezoekers die bij meer dan 200 exposanten de producten konden bewonderen van ruim 650 fabrikanten.

Wat de Hifi.nl redactie het meest opviel was dat alle bekende technologieën -of het nu is bij luidsprekers, versterkers of bronnen- springlevend lijken. Zo betekent de opmars van Class D-versterkers allerminst het einde van traditionele transistorenexemplaren, en al helemaal niet van de buizenversterker. Die mag zich juist in een steeds grotere geliefdheid verheugen. Ook opvallend is de terugkeer van de hoogwaardige, `pure` Cd-speler, die zijn best mag doen de opmars van vinyl te stuiten. En bij luidsprekers leken elektrostaten sterker dan ooit, en hebben we in de categorieën coaxiale weergevers en breedbanders (!) veelbelovende nieuwigheden gehoord. Ondertussen is de traditionele meerwegbox duidelijk nog lang niet dood, vooral niet dankzij de vermoeienissen van iemand als Peter Lyngdorf die met een vernieuwd room correction systeem traditionele speakers de ergste Schweinereien wil afleren.

Dat de buizentechniek nog veel ruimte laat voor innovaties was duidelijk te horen op de workshop van onze collega’s van het Duitse Stereoplay. Push/pull-technieken, slim en verantwoord ondersteund door tegenkoppeling, maken samen dat een combinatie met (relatief) laagrendements luidsprekers mogelijk. Op de workshop was duidelijk te horen dat de gebruikte techniek direct invloed heeft op de klank.

Vier verschillende buizenversterkers, de Ayon Sunrise, de Graaf GM 50, de T+A V10 en de Unison S8, speelden allemaal met dezelfde hoogwaardige bron, bekabeling en luidsprekers. Zo ontstond een mooie gelegenheid om het klankkarakter te duiden van elk van de apparaten. En passant maakte Stereoplay`s voorstelling korte metten de misvatting dat “buizenklank” uniform zou zijn.

Duidelijk te horen was het vloeiende karakter van Ayon op basis van de single-ended Class-A techniek. De Unison Resarch, die slechts lokale tegenkoppeling gebruikt, kwam wat betreft het klankkarakter het dichtst in de buurt van de Ayon, gevolgd door de Graaf en de T+A, die beide gebruikmaken van push/pull-technieken. Het gebruikte principe had direct invloed op hoe de menselijke stem werd weergegeven. Deze klonk heel vloeiend op de Ayon en in iets mindere mate op de Unison Research. Door hun gebruikte technieken zijn de Graaf en de T+A op hun beurt echter wél beter te combineren met luidsprekers met een lager rendement. Bijzonder leerzaam was het om in direct vergelijk de duidelijke klankverschillen tussen buizenversterkers waar te nemen.

Ook buiten Stereoplay`s luisterruimte viel er voor buizenliefhebbers genoeg te genieten in München. Een primeur bij Cayin was hun Ti-120 buizenversterker, een push/pull-ontwerp gebaseerd op KT-88 buizen, waarmee de versterker een vermogen ontwikkelt van maar liefst 2 x 70 watt aan 4 of 8 ohm. Bijzonder aan deze versterker is dat de tegenkoppeling door de gebruiker instelbaar is. Hij of zij kan daarmee ten koste van enige stabiliteit kiezen voor een verbetering van de geluidskwaliteit. Ook is de bias instelbaar waardoor een vervanging van de buizen niet persé gelijk in paren hoeft te gebeuren. Alle componenten zijn hardwired met elkaar verbonden, en tenslotte zijn er flinke uitgangstrafo’s toegepast om “instorten” van het geluidsbeeld te voorkomen als een dynamische weergave nodig is.




Cayin receiver

Wereldprimeur bij Luxman was hun nieuwe lijn buizenversterkers, te weten de CL-88 voorversterker en de MQ-88 eindversterker. Dit push/pull-ontwerp levert 2 x 40 Watt aan 8 ohm en maakt gebruik van KT88 X4 eindbuizen. Liefhebbers van vinyl zullen zich uitstekend geholpen weten met de nieuwe EQ-88 phono-voorversterker. Al met al een bijzondere kennismaking met deze fraaie buizenversterkers van Luxman.


buizen van Luxman

Ook andere grote nemen in buizenland waren vertegenwoordigd. Zowel KR als met name Unison Research toonden een ruim palet aan modellen.

Transistoren

Had de nostalgische buis niet te klagen over het aantal innovatieve nieuwe producten dat erop gebaseerd is, de transistorversterker blijft dominant. De Messe bracht enkele primeurs. Indrukwekkend was bijvoorbeeld de nieuwe Masters serie van NAD. Deze highend nieuwelingen waren al te zien op onder meer de shows in Veldhoven, Brussel en Rotterdam, maar nu eindelijk ook te beluisteren. De Master geïntegreerde stereoversterker verraste de luisteraars met zijn hoge weergavekwaliteit. Heerlijk om te horen hoe deze versterker met een verkoopprijs van 3000 euro in staat bleek een set Dynaudio luidsprekers met een setprijs van meer dan tien mille zonder enige krimp aan te sturen. Daarbij klonk het geheel bijzonder natuurlijk, en was onzes inziens het bijzonder transparante hoog en de weergave van transiënten het vermelden waard.


NAD Master series geïntegreerde versterker

Creek toonde de EVO-lijn, die dezer dagen in massa beschikbaar komt. Deze serie bestaat uit een Cd-speler en een geïntegreerde versterker. Volgens directeur Michael Creek is de EVO lijn gebaseerd op `proven technology` uit eerdere ontwerpen, maar tegen een lagere prijs. Creeks nieuwe, kleine geïntegreerde versterker levert een vermogen van 2 x 85 watt en is optioneel uit te breiden met een phono voorversterker-module.


Creek Evo series

Europese primeur bij McIntosh was de MC2KW Monoblock Amplifier. Dit bijzondere systeem bestaat uit drie losse units waarvan twee gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de versterking van maar liefst 2000 Watt. De Output unit, de derde, niet versterkende kast in het geheel, controleert de twee andere versterkermodules en herbergt de in- en uitgangen.

Geen primeur, maar desondanks pas zeer recentelijk op de markt gekomen zijn de nieuwe Densen B110 en zijn grotere broer de B150. Het betreft geïntegreerde versterkers die zijn ontwikkeld als opvolger van de befaamde Densen Beat B100 versterker (die het bedrijf maar liefst tien jaar in het programma heeft gehad!). Gebleven is de hoge afwerkingskwaliteit en de SMD-techniek die de signaalwegen in de B110 en B150 zo kort mogelijk houden. Nieuw is de mogelijkheid om de versterkers aan te sluiten op een externe voeding, die geleverd wordt als optie. Tenslotte kunnen zowel de B110 als de B150 middels een insteekmodule het hart worden van een hoogwaardig multichannel systeem.

Primare gunde ons een kijkje onder de motorkap van een A32 tweekanaals eindversterker. Deze volledig gebalanceerde versterker is in staat om maar liefst 2 x 250 Watt bij 8 ohm te leveren. In het hart van de versterker is een indrukwekkende 1500 Watt ringkerntrafo aanwezig, omgeven door een legertje condensatoren. Op zijn minst de stroomverzorging zou geen probleem moeten zijn voor deze Zweedse bolide!


Primare A32

Een nieuwtje aan het Class-D front troffen we aan bij Rotel: dat bracht de primeur van de RB-1091 (mono) en RB-1092 (stereo) eindversterkers. De monoblokken zouden 1300 watt aan 4 ohm leveren, de 1092 de helft. Volgens opgave van B&W Duitsland`s product manager klinken deze digitale versterkers behalve zuiver en krachtig ook “saftig” en vloeiend. Prijzen liggen bij 2500 euro voor de stereovariant, of op het dubbele voor twee mono’s.


Rotel klasse-D versterker

Draaitafels

Dat de belangstelling voor de oude vertrouwde platenspeler toeneemt was goed merkbaar aan het grote aantal bezoekers aan de workshop van het Duitse tijdschift Audio. De redactie had zes platenspelers opgesteld, die op drie verschillende aandrijvingsprincipes gebaseerd waren: direct, snaar en tussenwiel (Garrard). Bij elk van deze aandrijvingen speelden een betaalbare en een dure representant.

De Technics SL-1210 en de zeer prijzige (en inmiddels allang uit productie zijnde) Denon DP-100 vertegenwoordigden de direct aangedreven platenspelers, de Rega P5 en de maar liefst 180.000 (!) euro kostende Transrotor Artus verdedigden de eer van de snaaraangedreven modellen. Daarnaast maakte het koppel Garrard 301 (een originele uit de sixties) en de moderne 501 deel uit van  het testveld. Alle spelers werden aangesloten op een set die bestond uit een geïntegreerde versterker van Accuphase en een stel compacte Sonics luidsprekers, ondersteund door een subwoofer. Alle platenspelers waren voorzien van een Denon DL-103 element via Clearaudio phonovoorversterkers aan de Accuphase verbonden. De te beluisteren klankverschillen waren groot; duurder was beter. Opvallend was wel dat de Denon, gebaseerd op het onder audiofielen niet al te geliefde Direct Drive-principe, bij een flink aantal luisteraars de voorkeur kreeg boven de immense Transrotor.

Net als bij de buizenvergelijking bij zusterblad Stereoplay was het ook verschil tussen de platenspelers in directe vergelijking zeer goed te horen. Goed waarneembaar was bijvoorbeeld dat er behalve een leeftijdsverschil tussen de beide Garrards ook een prestatieverschil is. Ondanks het toepassen van hetzelfde element en dezelfde aandrijftechniek klonk de 501 veel verfijnder vergeleken met de good old 301. Details werden met meer gemak weergegeven, daarbij leek het hoog transparanter te zijn en was het beeld coherenter.

Opvallend was het klankverschil tussen de twee “giganten” van de test, de direct aangedreven Denon DP-100 en de indrukwekkende snaaraangedreven Transrotor Artus. Hier was slechts sprake van een duidelijk karakterverschil dat niet als een kwaliteitsverschil te duiden viel. Waar de Denon veel verfijnder te werk ging en de zoete klank van de eerste violen van een orkest met veel gevoel portretteerde, beeldde de majestueuze Transrotor het orkest met veel grandeur, bijna op ware grootte af.

We merken maar eens op dat de bezoekers niet veel tijd kregen om uitvoerig naar de gebruikte muziekstukken te luisteren. De belangstelling voor de workshops bij Audio en Stereoplay was enorm!

Frontaal tegen de hernieuwde populariteit van vinyl in gaat de good old Cd-speler, die aan een tweede jeugd begonnen lijkt. Spectaculair was bijvoorbeeld de CD-555 van Naim, waarbij werkelijk aan elk detail is gedacht: een externe powersupply met meervoudige, gescheiden aankoppelingen voor het digitale en analoge gedeelte, een ‘quiet room’ waar de DAC letterlijk in rust mag huizen, en een metalen Philips CDM-2 loopwerk dat zich schuilhoudt onder een gemotoriseerde klep. Het apparaat maakte indruk met een zeer open en groot klankbeeld, dat de luisteraar werkelijk omarmde. Perfect, was het woord dat onwillekeurig opkwam – hoewel tegen een stevige prijs: de Schotten verlangen 23.300 euro voor dit hoogtepunt in de Cd-geschiedenis.

In iets gematigder regionen toonde Linn de nieuwe Majik CD (2900 euro), die met Linns zelf ontwikkelde Dvd-loopwerk is uitgerust. (Een allesspeler is het evenwel niet; het wordt als Cd-loopwerk toegepast.) Een eerste bespreking in de Duitse vakpers (Stereoplay) was alvast bijzonder lovend.

Luidsprekers

Leuk was ook om voor het eerst naar materiaal op Blu-ray Disc en HD DVD te kijken. Dit kon onder andere bij Pioneer en Electrocompaniet (waar HD DVD-apparatuur van Toshiba te bewonderen viel). De beeldkwaliteit was adembenemend. Hoogoplossende audioformaten leken daarentegen op sterven na dood. De HiFi.nl redacteuren zijn maar  enkele Sacd-spelende nieuwelingen tegengekomen – Teacs topmerk Esoteric had er een. En Luxman toonde een nieuwe multispeler die ook DVD-A doet. Maar het voorgevoel, vorig jaar uitgesproken door een HiFi.nl`er als zou vinyl hét audiofiele medium van de toekomst zijn, lijkt steeds meer bewaarheid te worden.

De langspeelplaat is één systeem uit de jaren `50, de Quad ESL is een ander. Dat er een nieuwe generatie ten tonele is verschenen was voor de meeste bezoekers geen nieuws, maar een uitgebreide luistersessie had nog niet iedereen ermee gehad. Op de High End kon een geïnteresseerd publiek luisteren naar een voordracht over de vernieuwingen in de ESL 2x05, die werd gevolgd door een langdurige luistersessie. Hierbij speelde de ESL 2905, de variant met twee extra panelen voor het laag, aan 909 monoblokken en een CD-P Cd-speler/voorversterker. Bij deze bezoekers belandden woorden als geloofwaardig, echt, levendig en plastisch in het notitieblok. Een uiterst geslaagde voorstelling!


Final Model 90i, 400i met bijpassende subwoofer

Nog recenter dan de Quad, en met een aanzienlijk groter nieuw productgamma, kwamen de Veghelnaren van Final naar München. Zij toonden de nieuwe modellen 90i, 150i, 400i, 1000i en 1400. In feite komt het neer op een complete vernieuwing van de productlijn, want de enige luidspreker die er al was en in het programma blijft, is de 600i. Prijzen lopen van een net driecijferig bedrag tot 9.000 euro per stel, en de modellen zijn in alle RAL-kleuren leverbaar.

Bij Martin Logan waren eveneens nieuwe of recente elektrostaten te zien en te horen: onder andere de Summit en de Vantage. De demo`s waren indrukwekkend.

Andere alternatieve technologie zagen en hoorden we bij de Japanners van Fujitsu Ten. Onder de vlag Eclipse bouwt het megaconcern luidsprekers die men `time domain` noemt: de toepassing van een eivormige behuizing met daarin een enkele breedbandweergever zou in het tijdsdomein zeer nauwkeurige resultaten opleveren. Inventieve trucs helpen deze tamelijk kleine speakers een volwaardig laag en hoog te ontwikkelen.


Eclipse van Fujitsu Ten

In de Eclipse luisterruimte vertoonde de TD712z (7000 euro per paar) zijn kunsten, aangedreven door een Teac Esoteric bron, een professionele voorversterker en een klassieke eindversterker (beide van onduidelijke makelij). Deze bezoekers waren verbluft over de snelheid, de grootte van de afbeelding en de natuurlijkheid van de weergave. Een beslissende sprong voorwaarts boekten de Eclipsen na de inschakeling van Eclipse` nieuwe TD 725sw subwoofer: het geluidsbeeld kreeg plots ook enorme autoriteit mee, en zowel geloofwaardigheid als detaillering stegen nogmaals. Van filtering door de subwoofer zag de Duitse importeur af: dat zou de perfecte timing mogelijk corrumperen. Liever liet hij de laagweergever simpelweg meespelen tot 60 Hz, wat wel hoge eisen stelt aan de snelheid en de timing van het laag. De subwoofer zou juist met het oog daarop ontwikkeld zijn. Petje af. Een Nederlandse importeur is er op het moment niet voor Eclipse, maar daar schijnt in de nabije toekomst verandering in te gaan komen.

Te horen, en letterlijk alleen te horen, want er hingen gordijnen omheen, was een testmodel van KEF, het Project Austin. “Deze luidsprekers hebben een uitstekend gevoel voor schaal en intimiteit. Ik kon het velours van de gordijnen en de bekleding in een concertzaal horen ademen. Het typisch donkere van een mooie concertzaal werd heel mooi weergegeven”, aldus een geestdriftige Bert Dekker. Volgens de KEF-vertegenwoordiger betrof het een model met een nieuwe generatie coaxiaalweergever, ondersteund door maar liefst 250 ACE-units. Hij wilde de luidspreker niet laten zien omdat het ongepolijste uiterlijk duidelijk onder het niveau ligt van wat KEF de eindverbruiker wil aanbieden. “We maken zo elke vijf jaar een technologiedrager als deze, waarmee we vooral onszelf willen laten zien waartoe we in staat zijn”, zo zei hij. “En hier in München wilden we dat ook eens met het grotere publiek delen. Maar het uiterlijk van dit Project Austin leidt alleen maar af, dus tonen we dat niet.”


De KEF Austin`s zijn dus NIET te zien.

Een andere nieuwe coaxiale weergever, en in dit geval weldegelijk een product voor algemene verkoop, was de Cabasse La Sphère. Het betreft een forse witte bol met daarin een vierweg (!) coaxiaal systeem, dat naar opgave van Cabasse lineair speelt van 30 tot 22.000 Hz. Een grote technische prestatie.

Tannoy toonde een aantal nieuwelingen waaronder de Highline 300 en 500 serie. De 500 is gebaseerd op dual-concentric eenheden, terwijl de 300 het moet doen met discrete breedband drivers. Voor beide zijn statieven beschikbaar, en bijpassende subwoofers met respectievelijk een 25 cm woofer en een 300 watt versterker of 30 cm/500 watt. Verder waren de recente Glenair en Autograph Mini te zien en te horen.


Tannoy Glenair en Autograph Mini

Bij Burmester waren nieuwe luidsprekers in de B-lijn te bewonderen: de B20, B25 en de B30. Met hun prijzen van vier, zes en achtduizend euro per paar (in Duitsland) vullen ze het gat tussen de bekende 995 (inmiddels in Mk III-versie) en de B50. De luisterindruk van de grootste van het stel, de B30, gaf een indruk van een extreem hoog oplossend vermogen en dynamiek.

Dali, dat de Ikon-lijn zojuist gecompleteerd heeft met onwall- en inwall-luisprekers en een subwoofer, deelde zijn stand ditmaal met Lyngdorf Audio. Daar werd een nieuw room correction-systeem tentoongesteld. In plaats van op een beperkt aantal plekken in de buurt van de luisterplek de frequentiekarakteristiek op te meten, staat het nieuwe systeem de toevoeging toe van vele tientallen metingen op willekeurige plekken in de kamer. Het systeem is daardoor niet alleen in staat om de kamer perfect te leren kennen, maar het rekent ook uit wat de frequentiekarakteristiek van de voorhanden speakers zou zijn als ze in een volmaakte kamer stonden. Lyngdorfs nieuwe systeem laat die karakteristiek intact (indien gewenst; men kan nog steeds voor `lineair` kiezen). Een test van dit indrukwekkende systeem volgt binnenkort op HiFi.nl.


Dali Ikon onwall luidsprekers


Lyngdorf Audio CD-1 en TDA 2200

Kabels en accessoires

Opvallend ook de populariteit van dat all-in-one’s op dit moment. Primare had als nieuweling de CDI-10, die voorzien is van een Cd-speler, FM/DAB-tuner en Class-D versterking: tweemaal 75 watt aan 8 ohm. Naim was trots op de n-Vi, een combinatie van een Dvd-speler, 50 watt vijfkanaals versterker en een optionele FM/DAB-module. Linn toonde prominent de al even op de markt zijnde Classik Movie DI, NAD zijn L53 en L73, en T+A een hele armada aan geïntegreerde systemen. Er is blijkbaar grote vraag van klanten die iets goedklinkends willen hebben, maar tegelijkertijd eenvoudige bediening eisen en geen prijs stellen op dikke stapels apparatuur.


Primare CD-10


Naim v-Vi


Linn Classic Movie

Bij de accessoires was er ook het een en ander aan leuks. Zo toonde toebehorenfabrikant Lehmann een koptelefoon met DAC op USB-basis. Dit 900 euro kostende apparaatje biedt twee koptelefoonuitgangen, een volumegeregelde lijnuitgang op Cinch (die alleen in werking is als er geen tweede koptelefoon is aangesloten) en een analoge ingang. Digitale signalen komen binnen per USB (géén coaxiaal of Toslink), en alleen als er digitaal nul binnenkomt over USB treedt de analoge ingang in werking. Een ideale aanvulling op de PC, derhalve: u zult nooit een e-mail of IM-bericht missen, zelfs al luistert u op zo`n moment naar bijvoorbeeld uw FM-tuner.

De High End had de wereldprimeur voor de inmiddels gereedgekomen Ultra-lijn van Crystal Cable. Daarin zitten behalve luidspreker- en lijnkabels ook een stroomverbinding De luidsprekerkabels zijn leverbaar met banaan- of spade-stekkers; de lijnkabels kunnen gebalanceerd en ongebalanceerd worden uitgevoerd. De vertrouwde isolatie met Kapton en geleiding door een zilver/goudcombinatie, gecombineerd met grotere diameters, zouden weleens een sensatie kunnen worden in audioland. Ze speelden op de High End op een set uit McIntosh en Martin Logan, een set die meesterlijk klonk.




De vitrine van Crystal Cable


Demonstratie Martin Logan en McIntosh mbv Crystal Cable

Siltech`s Edwin van der Kleij toonde zijn nieuwste creatie: een stroomverdeler. Sterbekabeling van overgedimensioneerde omvang, een bouw uit lagen gefreesd aluminium en een afwerkingskwaliteit om bij te likkebaarden maken dit stroomblok tot het mooiste, meest solide aanvoelende dat we in deze categorie ooit hebben gezien.


Siltech stroomverdeler

Het was dit jaar goed toeven op de High End. We zijn bij herhaling enthousiast geworden voor wat we zagen en hoorden, en met name de enorme omvang van de beurs maakt dat het een bezoek van een lang weekend meer dan rechtvaartdigt. Als u zich volgend jaar vrij kunt maken rond Hemelvaart: ga vooral naar München toe!


B&W CM serie


De originele B&W Nautilus


Electrocompagniet


Lehman Black Cube


D-ILA van Faroudja


Linn Kisto controller


Oehlbach bekabeling


Piega vierde haar 20-jarig bestaan tijdens de High End


Revel


Mark Levinson op de stand van importeur Sun Audio


Wilson Audio Duette (let op het externe wisselfilter - achter de stand)