Iron Maiden – The Number Of The Beast, 1982
Weinig bands zullen zo’n herkenbaar artwork hebben als Iron Maiden. Natuurlijk was het niet nieuw om een tekening op de hoes te plaatsen. Yes ging voor dromerige fantasy, Meatloaf voor stoere taferelen. Maar Iron Maiden maakte van duivelse doodskoppen zijn handelsmerk: sinds het debuut Iron Maiden in 1980 siert dit typerende artwork de hoezen van alle studioalbums.
The Number of the Beast leidde bij sommige religieuze groeperingen in de VS (waar anders?) tot commotie: zij verbrandden het album aanvankelijk, maar hanteerden later de hamer uit angst voor de gassen uit dit duivelse vinyl. Op de hoes zijn verschillende parodieën gemaakt. Zo haalde kledingmerk Diamond Supply er een geintje mee uit op een t-shirt. Naar verluidt bleek dat een dure grap: het bedrijf zou 50.000 dollar hebben moeten betalen omdat de parodie teveel op het originele artwork leek.
Terje Rypdal – If Mountains Could Sing, 1995
Ook platenmaatschappijen zetten zich met hoezen op de kaart. Het serene artwork van het Duitse label ECM Records is van een kilometer afstand herkenbaar. Meestal gaat het om foto’s die soms abstract zijn en dan weer een day in the life van Kazachstaanse schapenhoeders laten zien. You like? Blader dan eens door het boek Windfall Light.
Nirvana – Nevermind, 1991
Wie kent hem niet… Twintig jaar oud, maar aan zeggingskracht heeft deze hoes nog lang niet ingeboet. Sterker nog, door de crisis lijkt de cynische voorstelling actueler dan ooit. De baby op de hoes is de toen drie maanden oude Spencer Elden. Naar verluidt kregen zijn ouders 200 dollars voor Spencers medewerking. In 2008 deed Spencer de shoot nog eens over.
Kijk ook eens Sleeveface, of naar het overzicht van meest afschuwelijke ontwerpen voor platenhoezen.