ARTIKEL

Breedbandige of Selectieve Nagalmbeheersing?

Gastauteur | 16 februari 2006

In het verlengde van het gebruiksdoel van een ruimte kan worden overwogen om selectief aan nagalmbeheersing te doen, dus binnen een beperkter frequentiegebied dan het volledige hoorbare spectrum. Daar waar geen laagprobleem is, zoals in fig.4, is het ook niet nodig om speciale maatregelen te nemen, maar dit is nogal een zeldzaamheid.

Aangezien maatregelen voor beheersing van lage tonen altijd fysiek groot uitvallen en veel ruimte innemen, is het goed om te weten dat ze niet ingezet hoeven te worden onder omstandigheden waar dergelijke frequenties geen rol spelen. Basstraps in een kantoor is dus geen zinvolle optie, tenzij het kantoor bevolkt wordt door audiofielen die ook onder werktijd fullrange, high-end uit de radio willen horen….

Een puur audiofiele luisterruimte waarin kleine monitorluidsprekers zullen worden toegepast heeft evenmin behoefte aan hele diepe basstraps of andere nagalmbeperkende middelen die lager ingrijpen dan 70Hz. De monitor is uit de aard der zaak niet in staat om die frequenties storend aan te spreken. In deze kleinere ruimte kunnen weer wel heel makkelijk problemen ontstaan met de nagalmtijd in het lage middengebied – 100-500Hz, waar bovendien ook de belangrijkste resonantiemodi liggen die door de afmetingen van deze ruimte worden gedicteerd. Uiteraard zijn voor dit doel ook specifieke hulpmiddelen voorhanden die desgewenst ook buiten het genoemde frequentiegebied werkzaam kunnen zijn en bijvoorbeeld ook het midden en hoog aanpakken. Of het hoog juist met rust laten als dat nodig zou zijn, maar het midden stevig dempen. Een goed gekozen verlaagd plafond zal bijvoorbeeld krachtig laagmidden kunnen absorberen en zijdelings doorwerken in het laag onder 100Hz en als het nodig is ook tot ver in het middengebied en desgewenst ook in het hoog. Het is niet zo dat de werking van een akoestisch element ineens ophoudt bij een bepaalde frequentie; de afval van de werkingsgraad kan evenwel behoorlijk steil of flauw zijn, en daarvan kan doelbewust gebruik worden gemaakt in de praktijk.

Nagalmtijd in de praktijkNagalmtijd in de praktijk
fig.5--- smalbandige absorptie
(Helmholz trap)
fig.6--- breedbandige absorptie
(tube trap)



Een tube trap is machteloos tegen een smalbandig en krachtig resonantieprobleem, maar kan uitstekend in een groter frequentiegebied, bijvoorbeeld het lage middengebied, de nagalmtijd beheersen. De voorbeeldcurve (fig. 6) laat zien waarom dat zo is. Omgekeerd zal een membraan-basstrap een effectieve bandbreedte van weinig meer dan 1½ oktaaf hebben en daardoor geschikter zijn om smalbandige frequentie- en nagalmproblemen aan te pakken.

Je kunt wel zeggen dat bijna alle ruimtes baat hebben bij beheersing van de nagalmtijd in het lage middengebied. Doorgaans is dat het meest ondergedempte frequentiegebied; het betreft hier het gebied van 80 tot 300Hz. Fig.7 hieronder geeft een typische situatie weer van een ruimte waarin een behoorlijk grillige nagalmtijd heerst.

Nagalmtijd in de praktijk
fig.7--- een nogal onregelmatig verlopende T60…

Het voorbeeld hierboven laat heel duidelijk het frequentie-afhankelijke geluidsabsorberende vermogen van een ruimte zien. Dit fenomeen staat in wezen geheel los van de ratios van een ruimte, die voor een geheel eigen pakket resonantieproblemen kunnen zorgen onder 200Hz. Die hebben weliswaar niets met de nagalmtijd zelf te maken, maar kunnen wel als problematisch worden ervaren, zowel op zichzelf staand als in combinatie met een eventueel problematische nagalmtijd zoals die uit het voorbeeld hierboven. Maar een staande golf van 50Hz, gedefinieerd door de afmetingen van een ruimte, heeft niets te maken met de nagalmtijd van die ruimte. Want of de ruimte nu totaal onbehandeld is of een complete akoestische behandeling heeft ondergaan, de staande golf blijft aanwezig omdat die door de afmetingsverhoudingen van de ruimte wordt opgeroepen.


EDITORS' CHOICE