Over de klank van de C 390DD kan ik kort zijn, omdat ik steeds speelde met een actieve room-equalization wist ik die klank naar wens te veranderen. Maar zodra ik die uitzette, viel gelijk het neutrale karakter van de C 390DD op. Geen uitschieters in het laag, geen geprononceerd midden, geen extra of te weinig hoog. Het vergelijk met de M2 is duidelijk, familie trekjes en DNA zijn ruimschoots aanwezig. Dus concentreer ik mij liever op andere eigenschappen als snelheid, puntigheid, wel of niet strak in het laag en stereobeeld. Naast de totaalindruk die de grootste rol speelt.
Te beginnen met Luo HaiYing in haar onverstaanbare Chinees. U zegt het mogelijk niet veel, ik draai haar CD Supernatural Yala met regelmaat. Vanwege haar stem die zo mooi in de ruimte is geprojecteerd en vanwege de drums of andere percussie die een grote rol speelt. Stevig en met slagkracht slaan Chinezen op de grote trommels. Je hoort wel dat de C 390DD iets laat liggen ten opzichte van de grote M2, maar dat is geen schokkend gegeven. In vergelijk met een “normale” versterker in deze prijsklasse doet de C 390DD het uitstekend. Neutraal, soepel en direct. Wat totaal ontbreekt, is een spoor van digitale klank. Al is de NAD digitaal, hij gedraagt zich voorbeeldig en doet eerder denken aan een buis dan aan een PWM-apparaat. Daarom is er lang en met veel plezier naar te luisteren. Het karakter is zelfs zo aan de neutrale en rustige kant dat ik af en toe verlang naar wat meer vuurwerk.
Van China naar Allan Taylor. De stem opnieuw naar voren geplaatst, niet in je gezicht, er zit genoeg ruimte tussen. Naar achteren loopt het stereobeeld ver door en komt mooi los van de luidsprekers zelf. Het stereobeeld is niet overdreven breed, eerder aan de smalle kant, zodat intimiteit ontstaat. Laag is strak, loeistrak, mede met dank aan de processing. Op de PMC transmissionline gaat het laag diep en dat geeft de C 390DD met gemak mee aan het systeem. Kleine geluiden hangen in de ruimte, laat ik zeggen conform de prijsklasse van de NAD. Omdat de C 390DD zo schoon speelt kan het allemaal wat harder staan dan normaal zonder last te krijgen van randjes, vervorming of dichtlopen van het geluidsbeeld. Wat ik ook draai, de algemene indruk verandert niet. Schoon, snel maar niet overdreven snel, strak en telkens los van de weergevers, met een mooi driedimensionaal stereobeeld. Ik wil niet veel zeggen, maar wel dat Allan Taylor behoorlijk wat indruk maakt als het gas opendraai. Gek, steeds moet ik denken aan de weergave van een goede buizenversterker als ik de C 390DD blijf beluisteren.
Wie door de jaren heen mijn verhalen heeft gelezen weet dat ik graag platen draai en daarom blij ben met de DD AP-1 module waarop een platenspeler aangesloten kan worden. Veel van de zojuist beluisterde goede weergave-eigenschappen blijven behouden, zoals snelheid, stereobeeld en puntigheid. Ook het naar voren zetten van solo-instrumenten of stemmen blijft. Aan de andere kant is de plaatweergave niet op het niveau van digitale opnames die in FLAC formaat van het mediacenter komen. Het is wat rommelig en eenvoudig in de weergave. Toegegeven, ik ben gewend aan separate phonoversterkers waarvan één net zo veel kost als de basis C 390DD in zijn uppie. Dan kun je voor 250 Euro inclusief analoog/digitaal conversie niet de wereld verwachten. Misschien is het de relatief lage samplerate die debet is aan het geluid. Het is zeker niet slecht, maar een topklasse platenspeler met een kostbare arm en dito element verdient een stap hoger. Zoals een M2 met separate phonovoorversterker.