Soms heb je ze. Componenten waarvan je van meet af aan zit te genieten maar wier karakter zich niet in enkele woorden laat omschrijven vanwege een inherente neiging tot wegcijfering. Dat de ESR van gitaar houdt, bleek onmiddelijk toen de Martin Simpson Live CD werd beluisterd. Long Steel Rail kwam met een uiterst natuurlijke klankkleur en veel souplesse naar voren. De nieuwe Harbeths deden in dat opzicht even denken aan de residentiële Quad ESL57 elektrostaten en dat is een groot compliment. Waar de voorganger van de ESR het `zoemen` van een gitaar klankkast op niet onaangename wijze enigszins aandikt en harde snaarplukken wat prominent presenteert weten de P3ESRs dergelijke geluiden nog beter tot uiting te laten komen, zonder ze een zetje te geven. Evenwichtig en expressief in gelijke mate; een knappe prestatie.
Foto: Kilian Bakker
Gesloten klankkasten kunnen voor uitmuntende articulatie zorgen, zoals de residentiële Stirling LS 3/5a-V2 keer op keer bewijst. Toch kunnen de Stirlings zich nog wel eens licht verslikken in aanhoudende bromgeluiden van hard geplukte bassnaren terwijl de ESRs die energie moeiteloos vertolken zonder buiten adem te raken. Waar de P3ESR echt met kop en schouder boven de ES2 en Stirling uitsteekt, is in de weergave van ambience en het uitklinken van akoestische instrumenten. Dat gaat met blijvende schaal; de galm wordt gaandeweg zwakker, niet kleiner. Het harpspel plus hammered dulcimer van de Philip & Pam Boulding CD Spring Tide (Flying Fish) kwam goed uit de verf waarbij de in rap tempo gespeelde snaaraanslagen van de hammered dulcimer puntig gedetailleerd en toch vloeiend klonken. De ESR volgt de finesses en vervlakt ze niet waardoor hoogfrequente pecussieve geluiden tamelijk geconcentreerd worden overgebracht. Dat is altijd een kritiek punt bij de weergave van uptempo bespeelde tokkelinstrumenten. Elke pluk, aai en aanzet moet zo individueel mogelijk worden weergegeven en de ESR benadert ook in deze kwaliteit planar-dipool vaardigheden. Een op het eerste gehoor ietwat `donker` aandoende afstemming gaat gepaard met een onverhoopte transparantie die niet voortkomt uit een slim geknutselde afstemming. De P3ESR bewandeld keurig het middenpad tussen de drogere Stirlings en de fruitige, organische ESLs waarbij het een onthullende articulatie in het midden en hoog hanteert. De ESR geeft bastonen op elastische, sonore wijze weer. Zware percussie klinkt minder buikig dan via de ES2 maar de laagweergave van de ESR heeft een grip en soliditeit die men niet zou verwachten van een weergever met zo`n bescheiden geproportioneerde conus. Het Radial materiaal lijkt inderdaad voor minder kleuring en een beter impulsgedrag te zorgen.
Drums worden door de ESR goed behandeld, zoals bleek toen The Angels van de Melissa Etheridge LP Brave And Crazy luid werd afgespeeld; dat knalde er lekker op los en het liep ritmisch als een trein. Van de Rebecca Pidgeon SACD The Raven werd You Got Me beluisterd, wat meteen met een fraai diepteperspectief in huis viel. De weergave haalde helaas net niet het niveau van sprankelendheid waarmee de Studio 2SE`s deze track ten beste geven. Stemweergave is altijd een forte geweest van Harbeth weergevers en de ESR hield de familienaam dan ook hoog. Hoger dan de ES2? Ja, maar op onopvallende wijze. De ES2 kan zang op gloedvolle wijze vertolken maar de ESR definieert het timbrale karakter van stemgeluiden in een opname nog beter. Geplukte double bass kwam via de ESRs tamelijk substantieel naar voren, met rijker vibrato dan via de Stirlings die de plukken zelf met iets meer `bite` presenteerden. Alles behalve een akoestische druktemaker, gaat de P3ESR ontspannen maar doelgericht te werk.
Bij de Rebecca Pidgeon track Her Man Leaves Town was haar zang geheel vrij van slis of stress. Haar voordracht leek ineens uit een zonniger humeur voort te komen dan via de Stirlings. Percussieve geluiden hadden dezelfde prettige vrijheid van randjes of ingekaderdheid terwijl bij het pianospel de accoorden rijker en duidelijker naar voren kwamen dan via de LS 3/5a-V2. Laatstgenoemde leek bij deze track voor meer `attitude` te zorgen waardoor Rebecca Pidgeon zelfs wat confronterender overkwam. Al met al verdiende de ESR presentatie de voorkeur van schrijver dezes, mede dankzij een meer sexy klinkende vrouwelijke zang en een betere tonale balans. Ten opzichte van de vorige P3 komt de ESR meer `matter of fact` over waardoor voor sommigen (rock en pop liefhebbers) de ES2 wellicht een streepje voor zal hebben vanwege het meer extroverte, minder serieuze karakter. Overigens draait de ESR zijn conus niet om voor rockweergave op hogere afluisterniveaus. Introvert is de ESR niet per sé maar maar wel meer gereserveerd dan zijn voorganger. Dankzij een grote vrijheid van typische conus-kleuring is de ESR een even transparant als boeiend doorgeefluik, vooral wanneer het akoestische muziek mag aanbieden.