REVIEWLavardin

Lavardin IS Reference

Jan de Jeu | 11 december 2002 | Lavardin

Luisteren

Op het moment dat ik wel kritisch ga luisteren heb ik natuurlijk al een beeld van het geluid. Ik hoor dan tenslotte al dagenlang, op een laag uitgangsniveau, op de achtergrond het geluid dat deze nieuwe medespeler in mijn systeem introduceert. Alhoewel; hoor ik dat eigenlijk wel? Vaak is het zo dat een versterker mijn aandacht trekt naar een specifieke audiofiele parameter. Dan is bijvoorbeeld de openheid van het beeld, de mate van gedetailleerdheid of de uitzonderlijke dynamiek direct “in het oor springend”. In dit geval; niets van dat alles. In het begin flitst zelfs de gedachte nog even door me heen dat de 2 x 30 Watt RMS misschien onvoldoende is om mijn Sonus Faber Concerto’s aan te sturen. Want ook al hebben deze luidsprekers een versterkervriendelijk impedantie verloop, het rendement is slechts 86 dB. Maar zoals gezegd; het was slechts een flits.

Muddy WatersBij de eerste luistersessie gaat het geluidsniveau omhoog en meteen wordt duidelijk waar deze kleine Fransman in excelleert; muziek maken! En wel op een wijze die me niet alleen lichamelijk, maar ook emotioneel, dicht bij de uitvoerende(n) brengt. Ik zit op de eerste rij bij het concert dat Barbara Streisand op 6 september 1986 geeft in de tuin van haar huis in Malibu en ik ben de enige gast die voor dit genoegen geen $5000,- heeft hoeven neertellen. Ik hoor de krekels en bij de aanzet van “Evergreen” staan de haren van mijn onderarmen recht overeind. De gedachte om het podium op te stappen kan ik maar met moeite onderdrukken. Nog nauwelijks bekomen van dit optreden zit ik een half uur later in de zaal van het Miami DJ Convention waar ik een live optreden van Peggy Lee en het George Shearing Quintet bijwoon. Cole Porter’s “Do I Love You” vult de kamer en ik ben volledig in de ban van de stem van Miss Lee. Daarna zwijmel ik bij de stem van een in België domicilie hebbende Viktor Lazlo die zingt over “Sweet, Soft ’n Lazy”. Wat een avond!

Voordat ik aan de tweede luisteravond begin kijk ik mijn aantekeningen van de eerste sessie door en ik neem me voor om me niet meteen in de muziek te laten trekken en in plaats daarvan dit keer wat afstandelijker en kritischer te luisteren. Ik realiseer me wel dat ik dan niet van die heerlijke vrouwenstemmen moet draaien dus ik begin met een Duitse persing uit 1984 van een lp van Miles Davis uit de vijftiger jaren; “Cookin’”. Op deze lp wordt het quintet, dat in de loop der jaren aan wat veranderingen onderhevig geweest is, naast Miles gevormd door John Coltrane op tenor sax, Red Garland piano, Paul Chambers bas en Philly Joe Jones drums. Voor velen was dit het Miles Davis Quintet. Mijn favoriete nummer is het eerste werk van kant één; “My funny Valentine”. Ik draai de volumeknop ver open en spoed me naar mijn luisterplek. Na de inleidende tonen van Red valt de subtiele, lyrische trompet van Miles in en opnieuw is het of ik bij de opname aanwezig ben. Natuurlijk is er transparantie en  fijn dynamiek, worden alle details in het spel van Miles blootgelegd, maar daar wil ik helemaal niet naar luisteren; hij heeft zo veel meer te zeggen en de versterker weet dat perfect door te geven! Ook bij de daarna volgende up tempo stukken is het met name de muzikaal energieke lading die overkomt. De essentie van de muziek. Hetzelfde gevoel overvalt me wanneer ik kant twee van “Hope”draai. De nummers hebben een prachtige opbouw en “Uptownship” gevolgd door “Marketplace” brengen me in de stemming voor “Stimela”; het verhaal over The Coal Train. Voor me staat een gedreven groep muzikanten en weer is het de essentie van de muziek die me via deze muziek het meest raakt. Muziek beluisteren wordt met deze versterker een heerlijke belevenis. En is dat niet de essentie van onze hobby?

Er volgen nog meerdere avonden waarin ik niet toekom aan het uitrafelen van de kwaliteiten van deze Lavardin IS Reference. Eén van deze avonden staat me nog helder voor de geest. Mijn anderhalf jarige dochtertje, die (nog?) geen weet heeft van Kabouter Plop en K3, loopt te swingen op de tonen van achtereenvolgens Lee Morgan en The Houdini’s, onderwijl zwaaiend met de respectievelijke cd doosjes. Lee Morgan’s trompet doorsnijdt in het titelnummer de ruimte met zijn trompet en wordt daarbij geholpen door de, eveneens op ware grootte afgebeelde saxofoon van Joe Henderson. Hoewel het niet de best gelukte digitale verdoeking van dit van oorsprong analoog opgenomen werk betreft, weet de versterker het geheel op muzikale wijze door te sluizen en ik kan mijn voet dan ook niet stil houden.

HendersonIn het nummer “What is this thing called love?” van Cole Porter, één van de vijf grote componisten waarvan werk op deze cd van The Houdini’s te vinden is, is het wederom het enthousiasme van de uitvoerenden dat mijn aandacht afleidt van de audiofiele parameters. Die zijn overigens stuk voor stuk prima in orde zo blijkt wanneer ik me vervolgens dwing om me te concentreren. Met Harry van Dalen van Rhapsody / More Music als sound supervisor mag je ook eigenlijk niet anders verwachten. Op een andere avond is het Muddy Waters die in kleine bezetting zorgt voor een perfect optreden. En even moet ik tijdens het nummer “You Can’t Lose What You Ain’t Never Had” denken aan het moment waarop deze fraaie versterker mijn woning weer zal verlaten. Op de één of andere manier zal ik dat toch als een verlies ervaren. 


EDITORS' CHOICE