Pioneer is misschien niet het eerste merk waar je aan denkt als je winkelt voor een high-end hoofdtelefoon. Toch hebben de Japanners een rijk hifi-verleden en lanceerden ze enkele jaren geleden de open SE-MASTER1 om aan te tonen dat ze nog in het premiumsegment kunnen meespelen. Met een kostprijs van over 2.000 euro voor de handgebouwde SE-MASTER1 daagde Pioneer in elk geval de gevestigde toppers in het segment uit.
De SE-Monitor5 is tweede in rang bij Pioneer. Het is een gesloten hoofdtelefoon die stilistisch sterk lonkt naar de populaire DJ-producten van Pioneer (hoewel deze inmiddels in een apart bedrijf zijn ondergebracht). Dat is ook een deel van zijn aantrekking. Waar veel high-end hoofdtelefoons (denk aan Audeze en HiFiman) geïnspireerd zijn op retrotrends, is de SE-Monitor5 verfrissend modern. Zo vinden we die koperen ring in het midden van de driverbehuizing echt knap – mooier in het echt dan op de foto.
De SE-Monitor5 is zeer degelijk gebouwd, met een hoofdband, verbindingsbeugels en driverbehuizingen uit aluminium en magnesium. Van alle betere hoofdtelefoons die we al ooit getest hebben, heeft de Pioneer de meest duurzame en solide uitstraling. Op dat vlak denken we dat je hier spreekt over een koptelefoon dat jaren meegaat, ook als je hem niet altijd goed behandeld. Op papier weegt het wel wat (480 gram), maar de gewichtsverdeling zit heel goed waardoor je hem lang kunt dragen.
De SE-Monitor5 heeft een zeer goede passieve isolatie. Het gesloten design lekt niets naar buiten, terwijl de velourachtige oorkussens je oorschelpen goed omhullen. Pioneer koos voor grote 50-mm dynamische drivers van cellulose nanovezels, wat sowieso een forser hoofdtelefoon oplevert. Wat er ook bij hoort is een iets hogere oordruk, al blijft de SE-Monitor5 weg van het klemmende gevoel dat je bij sommige mobiele hoofdtelefoons ervaart. Hierdoor blijft de Pioneer goed op zijn plaats, wat belangrijk is voor de geluidskwaliteit.
Een berg extra’s
Je kunt duizenden euro’s uitgeven voor een koptelefoon en in de doos quasi geen accessoires ontdekken. Maar dan spreek je niet over Pioneer. De SE-Monitor5 wordt geleverd met drie hoogwaardige kabels (incluis een gebalanceerde) en een set lederen oorkussens. Die gebruik je als je leder beter vindt aanvoelen en als je een iets ander basrespons wil ervaren. Geen case, helaas.
De SE-Monitor5 verrast ons wel bij het luisteren. Misschien komt het door de DJ-producten van Pioneer of de moderne uitstraling van de gesloten SE-Monitor5, maar we hadden ons al schrap gezet voor een zwaar op de maag liggend basfestijn. Dat valt echter goed mee, hoewel de Pioneer zeker een diepe, intense laag bassen opdient bij de tracks die we beluisteren. Bij Moderats ‘Running’ en ‘Finder’ horen we de Pioneer SE-Monitor5 heel diep duiken, maar zonder de bijeffecten die je vaak tegenkomt bij hoofdtelefoons met heel grote drivers (zoals de MDR-Z1R). Gesloten hoofdtelefoons zoals deze klinken meestal minder ruimtelijk dan open modellen, maar de tuning van de SE-Monitor5 benadrukt hogere details waardoor het toch open klinkt. Bij de aanvang van de prachtige opname van Gorecki’s derde symfonie door de Royal Philharmonic Orchestra onder leiding van Yuri Simonov, hoor je tussen de sombere klanken door zelfs de vingers van muzikanten die verplaatst worden over snaren en instrumenten. Af en toe lijkt er een zweem van resonantie te zijn als er een heel lage noot wordt gespeeld, wat in dit geval de impact van dit treurig werk nog net iets versterkt. Of hoe iets dat technisch misschien niet helemaal klopt toch nog kan werken. Schakelen we over op het Miles Davis-tribute-album van Robert Glasper, waar jazz gemengd wordt met hiphop-invloeden, dan vinden we de Pioneer wat controle verliezen.
Conclusie
De knappe SE-Monitor5 is een verrassende hoofdtelefoon die op veel vlakken goed scoort. Waar hij niet van houdt, zijn slechte opnames – een eigenschap die wel meerdere koptelefoons in dit dossier bezitten. Zijn sterkste kant is de detailweergave, die hem - meer dan je zou verwachten als je het design ziet - tot een goede keuze maakt voor mensen die graag alles in een track horen. Hij ligt dichter bij de analytische Sennheiser HD800 dan een warme HD650, maar klinkt met de juiste versterker wel wat voller.