Laat ik tegen mijn gewoonte in eens beginnen met vergelijken. Ik heb daar normaal gesproken een broertje dood aan, want het zegt zo weinig als men de andere apparaten of luidsprekers niet kent. Maar in dit geval kon ik de verleiding niet weerstaan om een head-to-head met mijn KEF LS50 te doen. Beide in een desktop-opstelling. De LS50 staat op een brede vensterbank waar mijn bureau tegenaan staat. De X300A staat daar bovenop met een plak stevig celrubber ertussen tegen het schuiven en om trillingen een beetje te dempen. De luisterafstand is ongeveer een meter, net als de onderlinge afstand van de luidsprekers. Ze staan lichtjes toe-in. De aansturing van de LS50 gebeurt met een AudioQuest DragonFly die met een AudioQuest Big Sur interlink is verbonden met mijn ouwe trouwe Marantz PM80MkII. De luidsprekerkabel is Translator White Connection.
Zonder al te uitgebreid op de verschillen in te gaan kan ik iedereen die de afgelopen tijd een setje LS50’s heeft gekocht meteen geruststellen. De jubileum-monitor met het bolle buikje verslaat de X300A op alle fronten. Er is nog meer rust, nog meer autoriteit, de ruimtelijke afbeelding is nog mooier, de laagweergave is nog strakker en dieper en het hoog is nog fijnzinniger. Maar als je hieruit de conclusie wil trekken dat de X300A niet deugt heb je in de voorgaande opsomming vijf keer het woord ‘nog’ over het hoofd gezien. Het is uitsluitend vanwege het feit dat de LS50 zo absurd goed is dat hij ‘nog’ beter klinkt dan de X300A. Bovendien kun je bij de set met de LS50 nog heel wat ‘tweaken’ met andere bronnen, versterkers en bekabeling (hoewel dat laatste ook voor de X300A geldt, maar ook daarover later meer).
Ze zijn overduidelijk familie van elkaar. Het eerste wat opvalt is het grote gemak waarmee de X300A muziek weergeeft. Er is nauwelijks kleuring, maar kleurloos is hij zeker niet. Het middengebied is rijk en heeft genoeg warmte, wat vooral prettig is bij de weergave van stemmen. Ik vond de ‘Desk’ instelling van de EQ wat dat betreft iets te kaal, maar de ‘Stand’ instelling is uitstekend. De schuimrubberen stopjes voor de baspoorten die KEF er bijlevert kun je, net als bij de LS50, beter in de doos laten want het geluid gaat er (letterlijk) wat ‘verstopt’ van klinken en je levert ruimtelijkheid in. Je kunt beter de luidsprekers iets verder van de achterwand afzetten of iets indraaien als je het laag wat wil temperen.
Een recente aanwinst in mijn collectie is het zeer goed klinkende album New Dawn van Dominic Miller en Neil Stacey uit 2002 (Naim label). Miller kennen we uiteraard van zijn samenwerking met Sting. Zijn lyrische gitaarspel wordt op dit album perfect aangevuld door Stacey, eveneens op gitaar. Het openingsnummer (New Dawn) doet qua sfeer erg denken aan het betere werk van meestergitarist Michael Hedges, compleet met tap-on noten en akkoorden. De klank is groots en weids, de gitaar klinkt lekker snel en kleine details in de aanslagen van de snaren zijn prima te horen. Het laag dat rond 0:26’ invalt rolt heerlijk uit de luidsprekers en het brede synthesizer-akkoord dat rond 0:45’ begint staat meters achter de set. Als ik skip naar het nummer Rush Hour blijkt de X300A ook in staat om een dynamiek te leveren die je met je ogen doet knipperen. En wederom is daar die opvallende brede en diepe weergave.
Tijd voor wat meer geweld, en dat bedoel ik vrij letterlijk. Om te beluisteren wat een systeem écht in zijn mars heeft gebruik ik graag Infected Mushroom. Dit Israëlische duo maakt knetterharde maar melodieuze en zeer spectaculaire Psytrance, een muzieksoort die meer bedoeld lijkt voor de huiskamer dan voor de dansvloer omdat er vaak zeer acrobatische studiotrucjes in worden toegepast, blijkbaar om de geesten der luisteraars te verruimen. Vaak grijp ik dan naar de track End Of The Road van het album Legend Of The Black Shawarma. De explosieve kickdrum knalt gortdroog uit de conussen en de X300A geeft geen krimp. De baslijn die even later invalt is diep en kort, de elektronische accenten in het midden en hoog spetteren zonder enige vorm van schelheid, er is balans en controle. En grote opwinding. Hier zou ik gerust een feestje mee durven geven in een flinke huiskamer, succes gegarandeerd!
Tot slot van de luistersessie kies ik voor schoonheid en contemplatie. Op Pasodoble van bassist Lars Danielsson en pianist Leszek Możdżer staat fraaie akoestische jazz, prachtig geregistreerd en op betrokken wijze gespeeld. Het absolute hoogtepunt van het album is Eja Mitt Hjarta dat begint met een zachte trommelslag, daarna een aarzelend gestreken flageolet op de contrabas die uitbarst in een zeer emotionele melodie die weer wordt aangevuld met de piano van Możdżer en ijle ambientgeluiden van de overige bandleden. Als na 1:42’ eindelijk het prachtige hoofdthema begint rest mij nog slechts diep respect en bewondering voor de muzikanten. En voor de KEF X300A natuurlijk, die er in slaagt mij kippenvel en vochtige ooghoeken te bezorgen.