REVIEWA Capella

Behringer Ultramatch Pro SRC 2496

Guido de Kanter | 02 november 2004 | A Capella

Vaak verguisd als "de Lada onder de professionele audio" geniet de altijd-scherp geprijsde apparatuur van Behringer een twijfelachtig imago. Té goedkoop. Kan niks zijn. Inderdaad is de lijst met technische kenmerken van de Ultramatch 2496, zeker voor de vraagprijs van €270, indrukwekkend te noemen. Hij herklokt met jitter vervuilde signalen, zet Toslink, coaxiaal en AES/EBU om in alle richtingen, sampelt CD- en andere signalen op tot 96 KHz (met de "dither"-knop wordt het 16-bitssignaal fijn verdeeld over 24-bits), bevrijdt de digitale stroom van kopieerbits en doet A/D- en D/A-conversie op 24-bit/96 KHz. Geen wonder dat concurrenten zich verbijsterd afvragen hoe dit mogelijk is.

Ik heb hem besteld omdat hij binnenkomende signalen kan upsamplen. Nu zijn upsamplers geen nieuw, maar tot op heden wel een vrij duur genoegen. De dCS Purcell (vijfduizend pond sterling!) bijvoorbeeld waar vaktijdschriften overal ter wereld lovend over zijn, is ongetwijfeld een geweldige machine; de vraag is of er voor minder geld een soortgelijk effect behaald kan worden. Het antwoord moet ja zijn. Een van de kandidaten, de Benchmark DAC-1, heeft al een upsampler aan boord. Maar hij beviel me net iets beter met de Behringer tussengeschakeld: het geluidsbeeld wordt dan nog iets doorzichtiger en stabieler.

Behringer Ultramatch 2496

Opmerkelijk is wat mijn Philips DVD-963SA aan het licht wist te brengen. Die heeft een upsampler aan boord, en die staat bij mij standaard aan (op 96 KHz). Met de upsampling ingeschakeld, gaat het CD-signaal ook in 96 KHz naar de digitale uitgangen. Met de Behringer tussen de Philips en de Apogee geschakeld, was het duidelijk te horen of op de Philips de upsampling aanstond. Het geluidsbeeld werd dan nog iets fijner en gedetailleerder. Toch was het niet zo, dat de Behringer niet een slechtere prestatie neerzette dan de Philips. In tegendeel zelfs. De geluidskwaliteit was het best met de Behringer ertussen, zonder welke er plotseling iets meer scherpte was en een compactere ruimtelijke afbeelding.

computer vs. DAC (c) Xingo (c) Xingo (c) Xingo

In hoeverre de Ultramatch zich kan meten aan duurdere soortgenoten moet ik in het midden laten. Wél verdient hij alvast een dikke aanbeveling voor al diegenen die een 24/96-geschikte DAC hebben, maar nog geen upsampler.

Bijkomend voordeel van de Ultramatch is dat hij zijn naam alle eer aandoet. Dat wil zeggen: bron en DAC gaan beter samenwerken. Wie wel eens heeft geluisterd naar een separate loopwerk/DAC-combinatie, weet dat er een stoorgeluid optreedt als je van track wisselt. Met de Ultramatch blijft de stroom constant. Ziet hij niets binnenkomen, dan stuurt hij digitaal nul uit. Iets vergelijkbaars treedt op als we naar de computer luisteren: Windows, en in mindere mate ook Apple-besturingssysteem Mac OS X, is nog wel eens wispelturig als de luisteraar materiaal geluid met wisselende samplefrequenties door elkaar afspeelt. Het kan daarbij gaan om DAT-opnamen (48 of 32 KHz) of DVD’s of DV (het digitale camcorder-formaat), en dat dan in combinatie met CD-geluid (44.1 KHz). Met de Ultramatch ertussen maakt het niet uit óf en hoe snel de computer de samplefrequentie wisselt; hij herpakt zich zeer snel op de gewijzigde frequentie, en ondertussen blijft de bitstroom aan de uitgang constant. Hooguit heb ik een kort, licht stoorgeluid gehoord, maar nooit raakte hij het spoor bijster. "Los" zijn de DACs in deze test daar veel gevoeliger voor.

Kostenbewuste audiofielen mogen er gerust van afzien om nog een D/A-converter achter de Behringer te schakelen, of kunnen de aanschaf van zo’n apparaat uitstellen. Als DAC voldoet de Behringer namelijk prima. Ik bedoel: uitstekend. Het is ongelooflijk hoe een apparaat van €270 Bruce Springsteens The Ghost of Tom Joad tot leven weet te brengen. Springsteens stem klinkt rijk en gedetailleerd, de gitaar authentiek en Springsteens mondharmonica zó indringend dat er koude rillingen over mijn rug gaan. Het kost me dan ook geen enkele moeite om de apparatuur te vergeten en naar de muziek te luisteren. En wat te mijmeren over de bezongene in de titelsong.

computer vs. DAC (c) Xingo (c) Xingo (c) Xingo (c)

Het duel tussen de Ultramatch en mijn ongemodificeerde 963 was lang en spannend. Tonaal zijn ze sterk verwant. Wél blijkt de Behringer uiteindelijk iets dynamischer, heeft hij minder last van compressie-effecten, en is hij iets ruimtelijker en in het middengebied kleurrijker. De Behringer heft ook de enige echte zwakke plek van de Philips op: gebrek aan bas. Daarmee is de Behringer nog niet vrij van fouten: voor diegenen die een versterker/speaker-combinatie hebben die nu al naar scherpte neigt, is de Behringer als DAC geen optie. De Ultramatch levert veel hoog: naar mijn smaak iets teveel, en neigt daarbij soms tot agressie. Iedereen die overweegt dit apparaat aan te schaffen, raad ik aan om voor een kabel te kiezen die warm klinkt en in het hoog wat gas terugneemt. De kabels van WireWorld hebben zo’n karakter. Ik heb de Behringer vrijwel vanaf het begin met mijn Oasis III+ beluisterd; niet met de overigens uitstekende Oehlbach XXL Series 2. Die laatste heeft een zeer neutraal karakter, maar dat is aan de Ultramatch niet van voordeel.

Dat brengt me op een ander bekabelingsaspect: alle hier geteste DACs, behalve de Benchmark, zijn alleen symmetrisch op de versterker aan te sluiten. De Apogee heeft weliswaar een lijnuitgang, maar die komt uit op minijack. Als u een versterker hebt met alleen maar tulp-ingangen, zoals ik, dan moet daar dan ook in beide gevallen een verloopje voor komen. Mooier is het om speciale kabels te laten maken, eventueel met een weerstandje er al in. (De spanning is op XLR veel hoger dan op tulp, wat tot oversturing kan leiden op de ingang van uw versterker.) Wie al hoogwaardige kabels heeft, kan grijpen naar verloopjes van XLR naar tulp. Mijn ervaringen met de vergulde pluggen van Oehlbach zijn heel goed. Let daarbij op: aan XLR-zijde hebt u mannetjes nodig. Ik heb in eerste instantie de verkeerde besteld.

Die "verkeerde" stekkers kwamen wel van pas toen ik de Ultramatch als A/D-omzetter wilde testen. Ook was in dit verband prettig dat mijn Philips 963 SACD’s afspeelt, en dat ik zo een signaal aan de Behringer ter beschikking kon stellen dat mooier is dan CD. Ik koos voor Herbert Grönemeyer en zijn geslaagde album Mench uit 2003. Is de downmix naar CD die op de schijf staat is al niet misselijk, het SACD-spoor is één van de mooiste opnamen die ik in bezit heb. Met de Behringer optisch teruggekoppeld naar de Mac, werd het bij mij voor het eerst mogelijk om digitaal op 24/96 op te nemen op de computer. De Mac blijkt zo’n signaal te accepteren; maar ook zegt de specificatie dat de optische ingang boven de 48 KHz niet kan syncen. Inderdaad raakt het opnameprogramma na een minuut of wat het spoor bijster en wordt er getik hoorbaar.

Het opnemen in 24/96 is dan ook iets waar ik in de toekomst verder in ga duiken, ook al omdat de optische uitgangen van mijn Mac ten hoogste 24/48 ondersteunen. Daarmee was het dus niet mogelijk om het opgenomene in volle kwaliteit te beluisteren. Op voorhand enigszins teleurstellend is het "goede" deel van mijn opname in 24/48 al met al niets beter of slechter klonk dan de zeer zorgvuldige downmix die de technicus er op de SACD heeft bijgezet. Maar goed, dat CD-spoor is dan ook gemaakt op dure apparatuur en door iemand die precies wist wat hij deed. Dat kan van mij, in alle eerlijkheid, niet gezegd worden: het ging even om een probeersel. Ik laat in de toekomst een Edirol UA-25 aanrukken: een USB-geluidskaart met 24/96 in en uit, analoog en digitaal. Dan zoek ik uit welke A/D-converter is aan te raden voor degenen die bijvoorbeeld hun LP’s op een enigszins verantwoorde manier willen archiveren. De Behringer maakt wel een kansje, vermoed ik.

Ik neem vast een voorschot op de conclusie, en denk terug aan Hifi.nl’s vorige goedkope lieveling, de M-Audio SuperDac 2496. Die kon op enthousiaste aandacht rekenen van de vaderlandse tuning-gemeente. Een korte blik binnenin de Ultramatch maakt duidelijk dat hier niet al te veel te verbouwen zal zijn: hij is opgebouwd met SMD-onderdelen. Wél zouden er mogelijkheden moeten zijn bij de voeding: die ziet er wat krakkemikkig uit.

Ik kan de Behringer aan iedereen aanraden, behalve aan diegenen die absolute perfectie zoeken en daar ook het geld voor hebben. Wie een goedkope DAC zoekt krijgt met de Behringer meer dan waar hij voor betaald heeft, en ook degene die verbetering zoekt voor digitale signalen kan hier zijn toevlucht nemen. Voor een spotprijs. Kopuhh!


EDITORS' CHOICE