Gebruik
Om in de woorden van de vader van Dik Trom te spreken: "Het is een bijzonder apparaat, en dat is het!" Meridian levert met de 861 feitelijk een vrijwel lege kast ("back plane") met wat stuurelektronica en een sober frontpaneel met achter een grote klep wat toetsen voor verdere bediening en set-up van de processor.
De modulaire opbouw van de 861 is een van zijn sterkste punten…. En tevens een van zijn zwakste, aangezien de processor vrij moeilijk is te configureren en nieuwe insteekkaarten doorgaans relatief duur zijn. In principe wordt eerst met de dealer bepaald wat de gewenste configuratie moet worden. Dit hangt van een aantal zaken af, zoals de noodzaak voor videoschakelmogelijkheden en “on screen display”, het aantal analoge danwel digitale bronnen en het aantal te gebruiken speakers, die zowel digitaal kunnen worden aangestuurd (de speakers van Meridian zelf) als analoog. Na het fysiek opbouwen van de gewenste configuratie dient deze met een PC te worden ingesteld. De instellingsmogelijkheden zijn extreem uitgebreid en gedetailleerd en dienen bij voorkeur door de dealer eenmalig te worden uitgevoerd. De meer gevorderde gebruiker kan dit met een laptop en software van de Meridian website echter ook zelf doen.
Als de initiële set-up is uitgevoerd, is er eigenlijk geen reden meer om veranderingen aan te brengen in de basisconfiguratie, tenzij uiteraard de opstelling of samenstelling van de speakers wijzigt. Het gebruik van een PC/Laptop blijft echter ook na de eerste fase nodig, mocht de gebruiker software-updates aan de processor zelf uit willen voeren. Tot mijn grote vreugde bleven zaken als geluidsniveau-instellingen en afstanden tot de speakers, almede de parameters van de vele surround modes vrij eenvoudig d.m.v. het voorpaneel van de processor in te stellen en te bewaren. Die surround-modes zijn overigens behoorlijk talrijk! Naast een “Direct” stand (een “kale” stereo-mode, zonder enige processing) en “Stereo” (waarbij het time alignment en bass management van de processor worden gebruikt), zijn er een aantal zeer bruikbare modes, die op extreem overtuigende wijze een stereosignaal weten te verrijken door gebruik van center en surround speakers. Een nadelig punt vind ik persoonlijk dat er voor alle kanalen slechts gekozen kan worden voor 1 kantelfrequentie. Die is echter wel per voor muziek en films apart in te stellen en op 1 Hz nauwkeurig. Ik heb echter nooit begrepen waarom verschillende kantelfrequenties nodig zouden zijn voor apart muziek en film: slechts de speaker is de beperkende factor, het maakt dus niet uit of daarop muziek of films afgespeeld worden…
Overigens is het maximaal aantal te gebruiken speakers op dit moment 8, maar dit aantal zal in versie 3 van de 861 kunnen worden uitgebreid naar 12. Hierdoor wordt het gebruik van meerdere subwoofers mogelijk, alsmede aansturing van extra speakers, zoals hoogtekanalen, zoals bij het 2+2+2 surround systeem en zijkanalen, zoals gebruikt bij het Chesky 6.0 surround systeem. Beide formaten zijn op basis van DVD-Audio, wat in versie 3 van 800 en 861 digitaal van transport naar processor zal kunnen worden getransporteerd. Een zeer benijdenswaardige “feature”, aangezien de meeste merken kiezen voor een analoge 6-kanaals overdracht met alle nadelen van dien, zoals afhankelijkheid van de kwaliteit van de D/A-omzetting in de DVD-Audio speler, de 6 interconnects tussen speler en voorversterker en het onmogelijk kunnen nabewerken van het signaal in het digitale domein.
Rest mij te zeggen dat de bij de 861 meegeleverde afstandsbediening zo goed als onbruikbaar is, door zijn veel te beperkte bereik en onverlichte knoppen. Het helpt niet dat de 861 ook nog eens een vrij zwakke ontvanger gebruikt, zodat zelfs bij gebruik van een Philips Pronto er zeer precies gericht moet worden op het apparaat om een respons te krijgen. IR repeaters lijken onvermijdelijk.
Geluidskwaliteit
Het is bij dit soort apparaten altijd zeer moeilijk om precies te omschrijven wat de goede en slechte punten zijn, omdat op alle vlakken er gewoon op zeer hoog niveau wordt gespeeld. Het klankkarakter is echter goed te duiden: er is sprake van een extreme verfijning in het hoog, een zeer delicate en transparante hoogweergave met een extreem mate van detaillering. Ik praat hier over een ABSOLUUT oordeel! In een aantal geluidsmodes is het mogelijk om upsampling aan of uit te zetten, wat een fractie betere definitie oplevert en meer “lucht”. De verschillen zijn wat mij betreft echter niet schokkend, maar alles telt op zo’n niveau. Verder is de weergave eerder terughoudend dan sterk dynamisch. Dit betekent echter niet dat er weinig dynamiek is! Deze wordt alleen heel gecontroleerd tentoongespreid: het toonbeeld van een echt high-end product. Die Engelse terughoudendheid kan in een set met ook wat rustige versterkers en weergevers wel resulteren in een iets te “veilig” geluid, vooral met films. Er kan gesproken worden van een wat “intellectuele” weergave. Dit in tegenstelling tot de weergave van veel Amerikaanse apparatuur, die eerder heel direct, dynamisch, “down to earth” is.
Met muziek prefereer ik vrijwel ten allen tijde de bijzonder indrukwekkende “Trifield” mode, die een subtiele ruimtelijkheid aan het geluid geeft met een veel stabieler middenbeeld (de center en surrounds worden in deze mode gebruikt), t.o.v. de “Direct” of “Stereo” mode. Dit is überhaupt de meest subtiele surround decodering voor stereo muziek die ik ooit heb gehoord en ook duidelijk superieur aan Dolby ProLogic II.
Bij films zijn de 7-kanaals modes van de Meridian absoluut te prefereren boven THX Surround EX. Meridian heeft zijn eigen “EZ” mode, die werkelijk de wanden van je kamer laat verdwijnen en resulteert in een groot en indrukwekkend homogeen beeld. Dit alles echter altijd met een “understatement” dat hoort bij de Engelsen.
Zoals verwacht van een apparaat van deze prijsklasse kan de weergave alleen maar worden aangeduid met 1 woord: perfectie…