De Geneva Sound Systems werpen een nieuw licht op stereoweergave. In een conventioneel audiosysteem zijn twee afzonderlijk van elkaar opgestelde luidsprekers verantwoordelijk voor de weergave van de stereoinformatie. Wat is stereoweergave eigenlijk?
Het woord stereo komt van het Griekse woord stereos, dat vrij vertaald ‘solide’ betekent. Met deze term wordt gedoeld op de drie uit de wiskunde bekende dimensies x, y en z. Als het gaat om de stereoweergave van een audiosysteem, zijn x en de y respectievelijk als de breedte- en de diepteweergave van het virtuele beeld te omschrijven: stereoweergave een ruimtelijke of multidimensionale weergave.
Onze oren zijn continu bezig met het ontvangen van trillingen van de luchtmoleculen, ofwel veranderingen in druk. Deze veranderingen worden middels een technisch hoogstandje in ons hoofd omgezet tot informatie die wij als geluiden ervaren.
Omdat we twee oren hebben, kunnen we de oorsprong van geluiden detecteren en plaatsen. Dat het er twee zijn, is essentieel, net als het feit dat ze zich aan weerszijden van ons hoofd bevinden. Om de oorsprong van een geluid te kunnen bepalen, moet de informatie die gedetecteerd wordt door het ene oor namelijk vergeleken worden met de informatie die door het andere oor ontvangen wordt. De hersenen verwerken deze informatie aan de hand van de volgende verschillen:
- Amplitudeverschil tussen het linker- en rechteroor;
- Verschil in aankomsttijd bij de oren;
- Verschil in fase van de informatie.
Een voorbeeld: U staat op de middenstip van een voetbalveld met uw neus naar de zijlijn van het veld. U heeft uw ogen dicht. De scheidsrechter, die bij het doel links van u staat, blaast op zijn fluitje. Het geluid van dat fluitje zal uw linkeroor met een grotere amplitude bereiken dan uw rechteroor. Uw linkeroor hoort het signaal harder: een gedeelte van het geluid reflecteert namelijk op uw hoofd waardoor het resterende signaal aangekomen bij het rechteroor zwakker zal zijn. Bovendien is de weg tussen het geluid en uw linkeroor korter dan de afstand tussen het fluitje en uw rechteroor. Het tijdsverschil tussen de beide signalen resulteert ook in een faseverschil van het door uw rechter- en uw linkeroor ontvangen signaal. Al deze informatie wordt door uw hersenen verwerkt, met als resultaat dat u precies weet waar de scheidrechter staat – zonder dat u hem gezien heeft.
Draait u zich nu richting de scheidrechter, dan zal het geluid uw oren gelijktijdig en dus zonder onderlinge verschillen bereiken. Uw hersenen vertellen u dat de scheidrechter nu recht voor u staat. En als u uw ogen opendoet, ziet u meteen welke kaart hij trekt…