TEAC heeft in het voorjaar de VRDS-701 aangekondigd, een uitbreiding van de Reference 700-serie uitgerust met een hoogwaardig loopwerk en digitale ingangen. Toen ik de vraag kreeg of ik deze cd-speler wilde recenseren zei ik snel en gretig "JA!". Want hoewel ik mijn eigen TEAC VRDS-10 cd-speler al bijna 15 jaar geleden met pensioen stuurde en om logistieke redenen begon met streamen, draag ik het zilveren schijfje nog steeds een warm hart toe. Daar zijn talloze redenen voor, die ik in deze recensie allemaal aan bod probeer te laten komen. Maar laten we beginnen met de vraag of een topklasse cd-speler vandaag de dag überhaupt nog bestaansrecht heeft? Het antwoord daarop luidt: ja natuurlijk!
Want laten we eerlijk zijn…we zouden door de onstuitbare opmars van vinyl en streaming bijna vergeten dat er – hoewel in relatief kleine aantallen – nog steeds cd’s gemaakt én verkocht worden, maar vooral dat er sinds de introductie van het medium in de jaren 80 wereldwijd naar schatting 250 miljard (!) van over de toonbank gingen.
Mijn eigen verzameling, die na het rippen grotendeels als fysiek archief op zolder staat, omvat zo'n 2500 stuks. Daarmee komen we overigens meteen bij het eerste nadeel van een omvangrijke cd-collectie. In logistiek opzicht is het een uitdaging, zeker wanneer je de schijfjes in hun originele jewelcases wil bewaren. In mijn geval gaat het om ongeveer 25 strekkende meter plankruimte, boxsets en vreemd vormgegeven verpakkingen niet meegerekend. Ga dat maar eens alfabetiseren, en o wee als je een artiest koopt wiens naam met een A begint.
De voordelen van CDÂ
Maarrr…elk nadeel heb z’n voordeel – vrij naar Filosoof des Vaderlands Johan C. Want als ik af en toe eens een liefdevolle blik op al mijn cd’s werp, zie ik een flink aantal titels waarvan ik vrij zeker weet dat ze niet bij de streamingdiensten te vinden zijn. Ik heb ze weliswaar al lang geleden op mijn NAS gezet, maar veel mensen die streamen doen dat alleen online. Via een dienst als Spotify, of als ze ook maar een greintje gevoel voor geluidskwaliteit hebben via Qobuz, Apple Music of Tidal.
Bij die diensten vind je van veel albums echter alleen de meest recente geremasterde versie, en wie de ontwikkelingen rond de Loudness War volgt weet dat je bij remasters voor het iets frissere geluid vaak betaalt met een onevenredig verlies aan dynamiek. Oftewel: vanwege de unieke titels en niet-geremasterde originelen is het aanhouden van een cd-collectie nog niet zo’n gek idee. Een andere reden om de cd als geluidsdrager nog lang niet af te schrijven is dat ze vandaag de dag nauwelijks iets meer kosten. Voor de prijs van één elpee koop je soms wel drie of vier nieuwe albums op cd, en als je bij de kringloop op een rijke ader stuit misschien zelfs wel 10 tot 15. Dan is de muzikale wereld dus echt je oester…
TEAC VRDS-701 – de techniek
Goed…het waaróm lijkt me voldoende beschreven. Laten we dus gaan kijken wat de TEAC VRDS-701 van buiten en van binnen te bieden heeft. Om van buiten te beginnen: het semi-professionele uiterlijk met de twee beugels aan de uiteinden van het front zal niet ieders ding zijn, maar ik vind het fraai.
Het is enerzijds een historische knipoog naar het pro-audio zustermerk Tascam, maar het is in de praktijk ook gewoon verdomd handig als je de speler netjes op zijn plaats wil zetten in een meubel waar hij rondom relatief weinig ruimte heeft. De kast is zwaar en voelt uiterst solide aan, en toch rammelt er wat. Dat zijn namelijk de speciale voeten – met ingebouwde spike ter ontkoppeling – die onder het apparaat zijn gemonteerd. Drie stuks, want dat staat altijd stabiel. Wanneer de speler erop rust rammelen ze overigens niet meer, en de meegeleverde ‘zooltjes’ die je er onder kunt plakken zorgen ervoor dat er geen krassen op je meubel komen. En hij past natuurlijk heel fraai bij de rest van de 701 serie van TEAC.
Het okergeel verlichte display is van een afstand van ongeveer twee meter nog prima af te lezen. Het is via het menu in een aantal stappen te dimmen en ook helemaal uit te schakelen. In die stand licht het alleen even kort op wanneer de speler een instructie via de afstandsbediening ontvangt, of wanneer de volgende track wordt afgespeeld. Onder het display, dat naast de cd-lade en de open/close knop netjes rechts van het midden op het front is geplaatst, bevinden zich de hoofdtelefoonuitgang (waar een uitstekende discrete versterkertrap achter zit), de volumeknop en de previous/next draaiknop die in de menu-stand ook dient om door de tabbladen met functies te scrollen, en om je keuze te bevestigen door erop te drukken. De afspeel- en functieknoppen zijn relatief klein maar voelen degelijk aan. Bovenaan vind je Stop, Play en Pause, daaronder Menu (spreekt voor zich), Source (voor de digitale ingangen of de interne cd-speler) en Play Mode (shuffle, repeat, random en program).
Aan de achterzijde vind je de geaarde IEC net-entree, een paar single ended én gebalanceerde analoge uitgangen – de VRDS-701 is intern volledig gebalanceerd opgebouwd – twee digitale uitgangen (optisch en coaxiaal S/PDIF), drie digitale ingangen (optisch en coaxiaal S/PDIF én USB-C) én een 10MHz clock-ingang, bijvoorbeeld voor de los leverbare TEAC CG-10M-A Master Clock Generator. Uiterst links zitten nog twee 12V trigger aansluitingen waarmee een volledig 701 systeem met één knopdruk aan en uit kan worden geschakeld, en een RS232C bus voor aansturing via alle populaire custom install controllers.
Het VRDS loopwerkÂ
Wat deze speler bijzonder maakt (en wat een eigen tussenkopje rechtvaardigt) is het nieuw ontwikkelde VRDS loopwerk dat is gebaseerd op het in de jaren ’90 van de vorige eeuw door TEAC ontwikkelde Vibration-Free Rigid Disc-Clamping System. Door de cd over zijn gehele oppervlak tegen een gedempte schijf van aluminium aan te drukken treden tijdens het afspelen geen trillingen meer op in de snel draaiende schijf, wat de uitlezing een stuk verbetert en véél minder foutcorrectie nodig maakt. Wat een hoorbare verbetering van de geluidskwaliteit oplevert. In het speciaal voor audio-cd’s ontwikkelde nieuwe VRDS loopwerk worden nieuwe en uiterst stijve lichtgewicht materialen gebruikt, waardoor het sneller werkt dan het oorspronkelijke ontwerp. Het gehele loopwerk is ook nog eens semi-zwevend gemonteerd waardoor trillingen van buitenaf worden geïsoleerd.
Bediening, cd-varianten, bestandsformaten en resolutieÂ
In de 701 serie is ook een ‘transport’-versie van deze cd-speler te koop (de VRDS-701T, die alleen digitale uitgangen heeft), en verder de losse UD-701N netwerkspeler annex DAC en de AP-701 stereo-eindversterker met VU-meters. Géén geïntegreerde versterker, want zowel de VRDS-701 als de UD-701N netwerkspeler/DAC beschikken over een prachtige analoge volumeregeling voorzien van het TEAC-QVCS (Quad Volume Control System) dat uit een discrete schakeling van vier (L+, L–, R? and R–) circuits bestaat, waardoor een uiterst nauwkeurige en strikt gebalanceerde volumeregeling van -95dB tot +24dB in stappen van 0,5dB is gerealiseerd. Wat in gewonemensentaal betekent dat de volumeregeling een enorm bereik heeft, praktisch traploos werkt en bij elk volume een superstabiel en transparant stereobeeld neerzet.
De volumeknop op de VRDS-701 is klein, maar in de praktijk zul je het volume toch meestentijds met de meegeleverde afstandsbediening regelen. Wanneer je de VRDS-701 met een geïntegreerde versterker wil gebruiken is het volume via het menu trouwens ook op ‘fixed’ te zetten. Het display geeft dan 0dB aan, wat tot mijn vreugde gelijk staat aan een uitgangsspanning volgens het boekje: 2.0 Vrms. Hulde!
In de lade kun je gewone cd’s kwijt, maar ook Audio CD-recordables, gewone CD-recordables en CD-rewritables. 8-cm cd’s worden niet ondersteund (hoewel daar adapters voor bestaan). Het loopwerk kan naast gewone PCM cd-bestanden ook MQA cd’s afspelen, maar geen MP3-schijven en SACD’s (wel de cd-laag van hybride exemplaren). De interne DAC kan – afhankelijk van de gekozen digitale ingang – PCM bestanden met een resolutie van maximaal 32bit/384kHz en maximaal 8-voudige DSD bestanden verwerken. Daarnaast is de DAC in de VRDS-701 een volledige MQA decoder. De TEAC Delta/Sigma da-converter is discreet opgebouwd en bevat een FPGA chip die de in eigen huis ontwikkelde algoritmes voor decodering en digitale filtering bevat.
Een DSD signaal dat via één van de digitale ingangen binnenkomt gaat hier onveranderd doorheen, maar de eindgebruiker kan via het menu aangeven of de TEAC Delta-Sigma modulator het digitale PCM signaal als multibit of als 1-bit (DSD) datastroom behandelt. De samplingfrequentie van de Delta/Sigma modulator kan in drie stappen worden ingesteld (128× Fs, 256× Fs en 512× Fs), maar er zijn geen door de gebruiker instelbare reconstructiefilters. TEAC kiest hier nadrukkelijk voor een eigen instelling, die zij het beste vinden klinken. Wél kan voor het PCM multibit signaal gekozen worden uit drie niveaus van upsampling (2x, 4x of 8x), die volgens de krachtige en verfijnde RDOT-NEO (Refined Digital Output Technology NEO) interpolatie technologie wordt berekend. Tot slot zijn er voor het DSD signaal nog twee laagdoorlaatfilters beschikbaar, FIR 1 en FIR 2.
Luisteren naar de TEAC VRDS-701
Na al dat technische geweld is het hoog tijd om de oren eens te verwennen. De TEAC VRDS-701 nam in mijn Creaktiv meubel de plek in van mijn AURALiC Altair G2.1 streamer, die ik voorafgaand aan deze recensie bewust een paar dagen intensief via een externe streamer als da-converter had beluisterd om hem klankmatig te kunnen vergelijken met mijn eigen referentie. Daarvoor gebruikte ik mijn Bluesound Node 2 streamer en een AudioQuest HawkEye digitale interconnect. De set bestond verder uit een PrimaLuna EVO400i buizenversterker aan Kharma Ceramic prototype luidsprekers. De overige bekabeling was eveneens van AudioQuest, inclusief de stroomvoorziening via een Niagara 5000 op een eigen groep.
De TEAC, die eerst braaf 24 uur aan de stroom had gestaan om de interne clock te laten stabiliseren, liet een ander maar eveneens zeer prettig geluidsbeeld horen ten opzichte van de AURALiC. Een stukje minder ‘laid back’, maar wel mooi breed en diep. De plaatsing was een klein beetje lager, maar ik had zeker niet het idee dat het geluid uit de salontafel kwam. Tonaal waren er ook verschillen. De TEAC had een iets frisser klankkarakter. Absoluut niet scherp, de AURALiC vond ik iets warmer klinken, maar veel ontliepen ze elkaar niet.
Per saldo nodigde de TEAC iets meer uit tot actief luisteren terwijl de AURALiC me wat meer liet wegzakken in de bank. Qua transparantie ging het gelijk op, vond ik, waarbij de TEAC het allemaal nét wat enthousiaster presenteerde. Een kwestie van voorkeur dus, en misschien is wat je het prettigst vindt ook afhankelijk van je luistergewoontes. Het enige punt waarop de AURALiC duidelijk won, en waarop ik hem destijds ook heb uitgekozen, was de laagweergave. De TEAC klinkt absoluut uitgewogen, ik denk zelfs wat neutraler dan de AURALiC, maar de AURALiC ging dieper en had wat meer kleur in de laagste frequenties. Niettemin een zeer knappe prestatie voor een cd-speler die minder dan de helft kost.
Het was tijd geworden om cd’s te draaien. Uit mijn rijke archief had ik onder meer de verfijnde 80’s wave-pop van de Nederlandse gelegenheidsband Opera Alaska opgediept. Hun rijk geschakeerde en kleurrijk opgenomen muziek vloeide gelaagd en erg prettig uit het doodstil draaiende loopwerk van de TEAC. Ondanks dat ik de afstandsbediening binnen handbereik had kon ik de behoefte om te ‘zappen’ beter weerstaan dan bij streaming. Dat heeft enerzijds waarschijnlijk te maken met de bewustere keuze die je maakt voor welk album je gaat beluisteren, en de fysieke handeling van het openen van het doosje en het in de lade stoppen van het schijfje. Dat geeft op voorhand al een intiemere verbinding met de muziek. Wat dat betreft voelt het spelen van een CD méér als het spelen van een LP, wat ongetwijfeld tegen het zere been van de analoge brigade is, maar ik behoor daar zelf óók toe, dus ik kan het weten… Anderzijds was de weergave via de TEAC VRDS-701 gewoon heel erg prettig. Het werd een bijzonder fijne nieuwe kennismaking met dit verrukkelijke album.
Een andere fijne nieuwe kennismaking had ik met Seconds Late For The Brighton Line van The Legendary Pink Lots, een Engels/Nederlandse psychedelische band onder aanvoering van onheilspoëet Edward Ka-Spel. Zijn lijzige parlando was uitstekend verstaanbaar boven de dynamische caleidoscopische audio-escapades van Ka-Spel en zijn vriend en mede-oprichter van de band Phil Knight (a.k.a. The Silverman).
De wervelende composities werden verder verdiept door het vervreemdende snarenspel van Erik Drost. Zelfs zonder bepaalde genotsmiddelen duurde het niet lang voor ik volledig verdwaald was in de schimmige wereld die hier werd geschilderd. Het niveau van betrokkenheid dat de TAEC VRDS-701 wist te bewerkstelligen was zeer hoog, wat een groot compliment waard is.
Dezelfde verplaatsing naar een andere dimensie maakte ik mee toen ik het fantastisch geproduceerde album …and poppies from Kandahar van de Noorse experimentele jazz-muzikant en producer Jan Bang draaide. Dit album zit barstensvol gevonden geluiden en luistert op veel momenten als een hoorspel. De track Passport Control gebruik ik al jaren om de ruimtelijkheid van hifi-systemen te testen, en hier pakte de TEAC echt heerlijk uit met een beeld dat zo breed en diep was dat de luidsprekers volledig uit het geluidsbeeld verdwenen. Alleen het allerlaagste laag, dat deze voortdurend in intensiteit toenemende track een ongelooflijke drive geeft, had er van mij nét een deebeetje luider in mogen zitten, maar dan ben ik echt spijkers op laag water aan het zoeken.
Multibit versus DSD, Filters en UpsamplingÂ
Met de lange track A.R.C. van de Duitse dubjazz-postrock band Tied & Tickled Trio luisterde ik naar de verschillende filters en upsampling instellingen. Daar zal ik in een redelijk tempo doorheen vliegen. Want ik hoorde weliswaar verschillen, maar die vond ik eigenlijk niet zo heel erg spectaculair. Het kan de weergave in sommige hifi-systemen misschien nét een bepaalde kant op laten kantelen, maar wie verwacht dat je het geluid ermee kunt kleuren als met een equalizer komt bedrogen uit. Dat is overigens geen gebrek van de VRDS-701, maar van de toepassing in het algemeen. Als je in de standaard-setting al op zo’n hoog niveau presteert, verwacht dan geen wonderen meer van upsampling en filtering.
Ik begon met de instelling waarmee het PCM signaal van de cd door de Delta Sigma modulator naar een 1-bits datastroom wordt omgezet. Dit maakte het geluid wat vloeiender, maar tegelijkertijd ook minder dynamisch. Het werd allemaal wat minder scherp afgetekend, en dat klonk op een ‘analoge’ manier aangenaam. Maar bij dynamische muziek haalde het wat mij betreft net iets tevéél de scherpe kantjes er vanaf. Wie alleen maar akoestische muziek zoals jazz en klassiek draait zal dit een fijne mogelijkheid vinden. De FIR filters die alleen werken op de DSD bitstream hadden verschillende karakters. Het FIR 1 filter trok de muziek wat meer open en leek wat luider te klinken, en hield de klankkleuren mooi intact. Het FIR 2 filter bracht iets meer rust in de weergave en klonk wat neutraler. Er was minder klankkleur, maar de muziek werd absoluut niet kleurloos.
De Multibit PCM instelling van de modulator klonk dus wat droger en gaf wat meer ‘edge’ aan de weergave. Alles was wat strakker afgebakend en werd iets directer en dynamische weergegeven. Bij een gevarieerder muzikaal dieet zal deze instelling waarschijnlijk vaker de voorkeur hebben. De klankmatige verschillen van de upsampling waren subtieler. 2x Fs klonk wat weidser en het laag werd wat steviger. 4x Fs gaf juist een kleiner beeld, dat voller en drukker werd. 8x Fs zat daar ergens tussenin. Mijn persoonlijke voorkeur ging uit naar 2x Fs. Hetzelfde gold voor de samplingfrequentie van de Delta/Sigma modulator. De verschillen waren echt uiterst klein, op de grens van wishful thinking, maar 128 Fs vond ik aards, vol en direct klinken, 256 Fs leek wat ruimtelijker en luider en het beeld kwam een klein beetje verder naar voren. 512 Fs was een combinatie van beide, maar bracht wat meer rust en openheid in de weergave, wat ik op de langere termijn prefereerde.
Mijn advies: stel deze parameters één keer in met je favoriete album, en vergeet daarna dat de mogelijkheid er op zit. Dit is hetzelfde verhaal als met de omkeerbare absolute fase, wat een jaar of 20 geleden opeens ‘een ding’ was bij da-converters. Omdat kennelijk niet alle studio’s dezelfde fase hanteerden (0 graden of -180 graden) ging het verhaal dat het vinden van de juiste fase de weergave enorm verbeterde. Audiofielen wisselden lijsten uit van welke albums welke fase moesten hebben, en op het laatst was iedereen alleen nog maar naar die fase aan het luisteren niet meer naar de muziek. Het kán, maar het hóéft dus niet.
Mijn ultieme referentieÂ
De nauwkeurigheid van de aftasting testte ik met het album Week van mijn eigen band, ons tweede geheel in eigen beheer opgenomen meesterwerk (al zeg ik het zelf). Dit album is voor mij sowieso de ultieme referentie omdat ik er van het begin tot het eind zelf bij ben geweest. Vanaf de repetities tot de opnames in Vlaardingen, het mixen en produceren en tenslotte het masteren in mijn eigen studiootje. Als de weergave me niet meteen naar die week in Studio Het Pand terugbrengt dan klopt er iets niet aan de weergave. We brachten deze cd uit in de vorm van een dichtbundel, en het plaatje zat daar achter in, vastgeklemd op een rubberen nopje waarvan we er eigenhandig 500 van uit een plaat zelfklevend celrubber hebben uitgeponsd.
Ik bewaar op mijn kantoor een exemplaar dat niet meer voor de verkoop geschikt was, omdat het plaatje in de loop der jaren op onverklaarbare wijze in het boekje was gaan draaien. Daardoor had het langs het karton van de kaft geschuurd, wat flinke concentrische krassen veroorzaakte. Veel cd-spelers spugen deze cd daarom met en vies gezicht uit, of raken hopeloos de weg kwijt tijden het afspelen. Maar niet de VRDS-701. Ik heb de cd twee keer van de eerste tot de laatste noot gedraaid (en ja, ik zat in gedachten weer in die studio) maar ik heb werkelijk geen enkel hikje gehoord, geen kuchje, geen blurpje…helemaal niks. Het VRDS loopwerk tast dus bijzonder trefzeker af, en kan zelfs van ingewikkeld beschadigde cd’s smakelijke chocolade maken.
ConclusieÂ
TEAC heeft met de VRDS-701 een fantastische cd-speler op de markt gebracht die prachtig gebouwd is rond een indrukwekkend loopwerk, en die ook nog eens subliem klinkt. De basisbediening is eenvoudig, en met de manual erbij hebben ook de diepere menu-instelingen – die je sowieso niet vaak nodig hebt – geen geheimen. Qua aansluitingen blijft er eigenlijk niets te wensen over, al is het ontbreken van een digitale AES/EBU ingang een klein maar niet essentieel gemis. De afstandbediening is van kunststof en alle knoppen zijn even groot en hebben dezelfde kleur. Hij is functioneel maar had misschien iets luxueuzer en ergonomischer mogen zijn.
Voordeel is wél dat ook alle filter- en upsampling-functies er vanuit de luisterstoel mee te bedienen zijn, mocht je daarmee aan de gang willen. Het getuigt van moed en zelfvertrouwen om anno 2023 een echte cd-speler in deze prijsklasse op de markt te zetten, maar TEAC komt er met vlag en wimpel mee weg. Als je nog in het bezit bent van een collectie cd’s, of gewoon van de huidige lage prijzen van de plaatjes gebruik wil maken om je collectie flink uit te breiden, en als je weergave op hoog niveau zoekt maar niet van esoterische high-end prijsklassen mag dromen, dan verdient de TEAC VRDS-701 absoluut je aandacht.
TEAC VRDS-701
2.499 euro in zilver of zwart | eu.teac-audio.com
Beoordeling 4.5 / 5