De R-reeks van KEF nestelde zich altijd netjes op de grens tussen het bereikbaar deel van het assortiment en de echte topmodellen van de Britten. Met de recente META-update klopt dat eigenlijk niet meer – want R Meta beweegt weldegelijk richting ware high-end. De R7 Meta die we hier bekijken is misschien wel de perfecte synthese van alles waar KEF voor staat.
KEF anno nu
Wie KEF de recente jaren volgde, weet dat ze een tijdje terug in het Engelse Maidstone (met een beetje hulp van een gespecialiseerd bedrijf in Hong Kong) iets nieuws hebben uitgedokterd. We hebben het dan uiteraard over het MAT-materiaal (Metamaterial Absorption Technology), een toevoeging aan de tweeter van de Uni-Q-driver die heel exact ongewenst geluid dempt.
Nu zijn hypetermen schering en inslag in de hifi-industrie en wordt er vrijwel constant door luidsprekerbouwers met nieuwe materialen uitgepakt. Maar dit is toch iets van een andere orde. Dat bleek al bij de introductie van het allereerste META-model, de LS50 Meta. Een van de goedkoopste en compactste KEF-modellen, ook een van de populairste, die met META een heel stuk beeldvorming won. Daarna dook de technologie op helemaal aan de andere kant van het assortiment, bij de Reference META en Blade META. Daartussen zat nog lang de R-reeks geprangd. Zonder metamateriaalupgrade… Dat kon niet blijven duren, natuurlijk. Enkele maanden geleden maakte ten slotte de hogere middenklasse-lijn de langverwachte stap richting META.
In deze review gaan we kijken naar de R7 Meta, de middelste van drie vloerstaanders in deze omvangrijke KEF-familie. In een zekere zin is het de ‘verstandige’ keuze, want heel geschikt voor een wat grotere woonkamer. Wie iets subtielers zoekt, kan terecht bij de slanke R5 Meta. Terwijl de imposante R11 Meta met z’n vier 6,5-inch woofers, twee meer dan de R7 Meta, echt wel een geluid van muur zou moeten kunnen neerzetten.
Nog even noteren dat je later in de zomer ook een review van een surroundopstelling met R Meta (aangestuurd door een Denon AVC-A1H) kunt verwachten. Collega Max is daarnaast druk bezig met de R3 Meta-standmountspeaker; z’n voorganger hebben we al zes jaar in de testruimte staan om versterkers op de proef te stellen. De nieuwe KEF-range wordt dus bijna helemaal belicht. Maar nu eerst: de R7 Meta!
Een statement in titanium
De vorige generatie van de R-familie die in 2018 werd geïntroduceerd luidde al veel vernieuwing in. Technisch waren er tientallen ingrepen, maar ook op vlak van design werd er toen een radicale koers gekozen. Strakke lijnen, naadloos in de baffle geïntegreerde aluminium woofers, een subtiel aangebracht logo en een zeer knappe houtoptie maakten de ‘oude’ R’s echte modernistische blikvangers. Qua designtaal gaven ze helder aan waar de meer dan zestig jaar oude luidsprekerbouwer naartoe wou gaan – kijk maar naar al de KEF-producten die in de voorbije zes jaar verschenen.
Op dat elan borduurt KEF nu verder, maar voegt er een paar intrigerende zaken aan toe. Zoals een paar speciale kleuredities die nauw aansluiten bij de bijzondere tinten die de Britten introduceerden bij sommige van hun andere reeksen. De R3 Meta bijvoorbeeld, kun je krijgen in een knappe Indigo Gloss Edition – zeg maar een heel knappe blauwtint. Wat heeft KEF eigenlijk met de kleur blauw, vragen we ons ook af?
Ook de R7 Meta kreeg een speciale kleureditie. Geen blauwe tint deze keer, maar wel een halfglossy titaniumgrijs met de Uni-Q in een matrood. Deze finish herkennen we van de LS50 Meta, die je ook in deze kleurcombinatie kunt krijgen. Eerlijk gezegd: op de foto vonden we het niet ons ding – we houden meer van modern minimalisme en natuurlijke afwerkingen.
Nadat we de R7 Meta-testsamples uitpakten en opstelden in onze testruimte, veranderde onze kijk wel. Het titaniumgrijs ziet er echt heel strak en futuristisch uit, maar vooral ook een stukje meer premium dan verwacht. Niettemin, het blijft een afwerking die vast in heel wat interieurs zal clashen. Als je dezelfde mening hebt, zijn er gelukkig nog wel drie mainstream afwerkingen: glanslakzwart, een glossy wit en walnoot.
Op papier lijken dat heel klassieke keuzes, in de praktijk hebben de ontwerpers er toch altijd iets bijzonder van weten te maken. Onder meer door hoe de drivers in de voorkant geïntegreerd zijn, zorgt voor een gestroomlijnd en fris uiterlijk. Ook hier is met kleuren gespeeld om het geheel nog moderner te doen overkomen.
Bij de zwarte uitvoering zijn de drivers allemaal matzwart bijvoorbeeld. De walnootversie heeft dan weer matbruine woofers en Uni-Q-driver, wat deze speakeruitvoering wat ons betreft een van de mooiste maakt in z’n prijsklasse. Je kent het riedeltje wel, natuurlijk: over smaken en kleuren valt altijd te discussiëren.
Let op de rug
In reviews van KEF-producten komt het niet altijd goed naar voren. Maar naast hightech op vlak van drivers en grensverleggend design houden de Britten ook van de kilogrammen. Hun speakers lijken altijd net wat zwaarder dan de meeste rivalen. Dat is ook hier het geval, want de R7 Meta tikt net onder 30 kg per stuk af. Niet weinig, gegeven dat de speaker op zich niet extreem groot is.
Als middelste model van 1,10 meter hoog torent het niet boven je uit, tenzij je echt in een heel lage zetel luistert. Ook de breedte valt wel mee, de diepte is dan weer wat groter om zo toch aan voldoende kastvolume te raken. Een foto van de dwarsdoorsnede van een R Meta speaker maakt trouwens wel duidelijk waar het gewicht vandaan komt. Er is heel extensief gewerkt aan het vibratieloos maken van de kast, onder meer met veel bracing en een complexe interne onderverdeling om drukverschillen in goede banen te leiden.
Shadow Flare
De R7 Meta is een driewegs-ontwerp met een bassreflex achteraan, zoals alle modellen in de R Meta-familie. Ook de kleinere modellen, want dat is nu eenmaal een van de voordelen van die coaxiale Uni-Q-driver. Door de tweeter en midrangewoofer in één unit te combineren (wel onafhankelijk van elkaar werkend), bespaar je plek op de baffle of voorkant. Wat meer plaats vrijmaakt om woofers toe te voegen.
Bij de middelgrote R7 Meta is er gekozen om de Uni-Q-driver centraal te monteren, met een identieke 6,5-inch woofer er boven en er onder. Een D’Appolito-opstelling dus, aangezien beide woofers hetzelfde frequentiebereik voor hun rekening nemen. Naar goede KEF-gewoonte zijn de conussen van de woofers en van de midrange-gedeelte van de Uni-Q-driver uit aluminium(mix).
Omdat er altijd veel aandacht is voor die Uni-Q-driver, lijkt het wel alsof er bij KEF verder weinig gebeurt op technologisch vlak. Maar na heel wat sessies met ontwerpers als Jack Oclee-Brown (onder meer in de vorm van een gesloten presentatie voor EISA-leden voor deze R Meta-lijn) en een bezoek aan KEF in Maidstone, is het echt wel duidelijk geworden dat KEF een van de geekiest (grote) merken is in de hifi-wereld. Op technisch vlak is alles wel doordacht. Zo zijn de drivers niet zomaar strak in de baffle geplaatst voor het uiterlijk. De ring rond de drivers die bijna aansluit op de conus is bijvoorbeeld uitgerekend om diffractie – het botsen van geluidsgolven tegen de randen van de speaker – te voorkomen. Deze ring heet trouwens een ‘Shadow Flare’ - KEF bezit ook een levendige marketingafdeling. Goeie naam voor een superheld, toch?
Het geeky-gehalte van KEF komt trouwens op een andere manier naar voren. Het merk is een van de weinigen die per luidsprekerlijn een échte white paper publiceert waarin het z’n technische keuzes uitlegt en verantwoordt. Ook dat is marketing, maar toch is het een echte meerwaarde voor muziekliefhebbers die geïnteresseerd zijn in de technische onderbouwing van deze speakers. Je ontdekt vooral dat er over alle aspecten van de luidspreker wordt nagedacht en dat er veel R&D aan te pas komt. Het beschrijft ook eerlijk wat het doel is van de R Meta-familie: de innovaties en prestaties van de dure Reference Meta-lijn in een betaalbaardere vorm aanbieden.
De MAT in META
Met de lancering van deze lijn heeft KEF nu aan bijna al zijn luidsprekerlijnen het woord ‘Meta’ kunnen toevoegen. Klinkt cool ongetwijfeld, al is het bedrijf er misschien minder blij mee nu dat Zuckerbergs Metaverse zo’n flop blijkt te zijn. Maar soit, KEF was eerst. Wat het suffix in elk geval aangeeft, is dat KEF het een belangrijke innovatie vindt. Maar wat is het juist? (Lees ook ons uitgebreide achtergrondstuk over KEF META).
Eerder noemde we MAT heel kort door de bocht een materiaal. Maar eigenlijk klopt dat niet helemaal. Exacter is te stellen dat het gaat om een vorm die doet denken aan een cirkelvormig labyrint. En dit geconstrueerd uit een kunstmatige substantie met heel consistente eigenschappen, ook op akoestisch vlak.
De knappe koppen van KEF onder leiding van Jack Oclee-Brown konden daardoor een combinatie van materiaal en vorm uitdokteren die heel gericht (hoge) frequenties dempt. Meer bepaald, de frequenties die uit de achterzijde van de tweeter in de Uni-Q-driver komen. Eigenlijk gaat het dus om een vrij klein schijfje materiaal dat op het einde van een buis te vinden is, gepositioneerd achter de tweeter, die werkt als akoestische absorptie. Het lijkt een kleine ingreep. Maar MAT, samen met wat kleinere tweaks aan de Uni-Q-tweeter, leverde bij de LS50 Meta een merkbare verbetering op qua helderheid. (Overigens ook objectief vastgesteld, onder meer door de metende EISA-collega’s van Hi-Fi News).
MAT is trouwens niet de enige technische verbetering bij deze twaalfde generatie van de UniQ-driver. Zo is de Shadow Flare ook hier toegepast, en is de noodzakelijke ruimte tussen de motorsystemen van de tweeter en de midrange-driver aangepast. Het bleek immers dat er hier ongewenste resonanties ontstonden door de bewegingen van de drivers, wat het geluid dat uit de tweeter kwam ‘vervuilde’.
De kenmerkende Tangerine-waveguide is uiteraard weer van de partij. Zelf doet het ons altijd denken aan de kwartjes van een sinaasappel die doormidden werd gesneden. Wat ook je favoriete fruitreferentie mag zijn, qua werking zorgt het voor een gelijkmatige uitstraling van die hogere tonen.
De speakers verdwijnen
Ondertussen hebben we wel al wat tests met KEF-speakers achter de rug. We zijn dus snel geneigd om de R7 Meta’s op te stellen met nagenoeg geen toe-in. De Uni-Q-driver straalt breed uit, dus sterk indraaien hoeft niet echt. De R7 Meta is wel present in het laag, dus ons advies zou hier ook zijn om de speaker iets verder van de muur te plaatsen. Beide zaken zijn natuurlijk iets om thuis mee te experimenteren, want elke situatie is weer wat anders.
Luisteren naar de R7 Meta’s doen we aanvankelijk met een slanke Hegel Röst en een Volumio Rivo die de DAC in de Noorse versterker via USB aanstuurt. Een compact systeem dus, maar wel capabel – de strakke R-speakers vinden we (visueel) altijd sterk uit de hoek komen met een minimalistisch systeem ernaast.
De kwaliteiten van deze KEF-vloerstaanders komen mooi naar voren met ‘Midnight Crisp’ van meestertrompettist Takuya Kuroda. ‘Time Coil’, nummer twee op het album, heeft funky percussie die door de R7 Meta vinnig en detailrijk wordt neergezet. Ook de koperblazers klinken lekker strak en zorgen voor veel seventies-sfeer, echt knap wordt het als de solo van Kuroda weelderig boven het geheel wordt gepresenteerd. De verleiding is heel groot om dan de +-knop op de remote te drukken, want hoe meer power, hoe omhullender het wordt.
Het is iets typisch KEF’s, dat neiging om met plezier up-tempo, grootse muziek neer te zetten. Toch kunnen de speakers ook subtieler werk aan. ‘Inside The Acorn’, een track van Maisha op ‘We Out Here’, een album, blinkt uit door zijn ingetogen, bijna aarzelende presentatie van fluit, piano en sax die bijna naast elkaar spelen maar toch een mooi geheel vormen. Het knappe is dat de R7 Meta daar geen problemen mee heeft. Elk instrument – maar vooral de piano en fluit – wordt onafhankelijk en heel natuurlijk gepresenteerd. Heel fraai om naar te luisteren, met een sterk ‘ik ben erbij’-gevoel, wat we ook hadden bij ‘Atalya’ van Dezron Douglas. Dat begint met het getik van op twee stokken, dan de drums die intreden, vooraleer heel de band in actie schiet. De KEF’s brachten die live-ambience treffelijk over. We hebben heel sterk het gevoel dat enkel de muziek te horen is, en niet de speaker. Top!
Waar zit dan het verschil tussen die R Meta en Reference Meta? Zonder ze naast elkaar te kunnen vergelijken is het natuurlijk gevaarlijk om uitspraken te doen. Maar terugblikkende op de test van de Reference 3 Meta, zouden we stellen dat de R Meta een tikje kleuring toevoegt en net iets minder inzet op een heel brede, diepe driedimensionale weergave. Niet om te zeggen dat de R7 Meta het houdt bij een compact geluidsbeeld.
We zitten middenin een dikke, omhullende sound bij de heel diverse nummers die Myrkur creëerde als soundtrack voor ‘Ragnarok’, zowel bij het ijle ‘Ragnarok tema’ als bij de traditioneler klinkende ‘Odins sang’. Niets mis met de basextensie bij dit laatste Nordic Folk-nummer, want die Scandinavische drums hebben de body en diepte om indruk te maken – het traditioneler gezang klinkt dan weer hemels. Tien op tien voor immersie, wel even schrikken als Myrkur bij de volgende track terugkeert naar haar metalroots. We hadden ons bij Odins sang immers weer laten verleiden om het volume open te draaien.
Maar wat als we de R7 Meta aan een heel wat duurder systeem hangen? De Hegel H590 hebben we helaas niet langer in de testruimte staan, maar we hebben wel een aantal maanden de nieuwe Musical Fidelity Nu-Vista 800.2 op bezoek. Bij deze geïntegreerde versterker met Nuvisor-lampen van 330 Watt per kanaal ontbreekt het alvast niet aan vermogen. Als bron gaan we voor de Technics SL-G700M2 cd-speler/streamer, een veelzijdig ding met een transparante klank.
Aangezien het alweer tien jaar geleden is dat ‘Random Access Memories’ ten tonele verscheen, grijpen we naar de recente (maar niet echt sterk aangepaste) heruitgave die eerder dit jaar verscheen. Dit album was een van de eerste die echt hiresaudio in de kijker zette, dus spelen we uiteraard de 88,2 kHz / 24-bit bestanden af vanaf de NAS. Het is ook muziek dat pas echt klopt als het ritmisch helemaal in orde is. Strak en gecontroleerd doet de R7 Meta gelukkig echt voortreffelijk, wat zowat elke track op dit album perfect doet klinken. De gitaar- en drumsolo op het einde van de kurkdroge ‘Giorgio by Morodor’ blijft een toppunt; we krijgen hier alle energie mee, wat die opbouw naar een climax echt opwindend maakt. Stappen we over naar ‘Did You Know That There’s A Tunnel Under Ocean Blvd’ van Lana del Rey, dan pakken de KEF’s echt uit. Dat stukje laagextensie die de R7 Meta opdient laat deze track binnenkomen zoals het hoort, maar het is de controle en coherentie die echt verleidt. ‘A&W’ kwam stond er ook als een huis. Als je houdt van een grootse wall-of-sound, dan zit je hier gebeiteld.
Ook interessant om te weten: zoals gebruikelijk bij de R-reeks voorziet KEF op de achterzijde van de R7 Meta vier luidsprekeraansluitingen voor bi-amping/bi-wiring, met draaiknoppen in plaats van metalen bruggen zoals bij de meeste rivalen. We hebben heel kort de R7 Meta’s ook zo aangesloten met behulp van een Primare PRE35 en A35.8, en dat rendeerde wel toen we luisterden naar de magistrale Brandburg Concertos van Bach die het Akademie für Alte Musik Berlin vorig uitbracht, zowel qua beeldvorming als laagaansturing. We begrijpen dat niet iedereen de stap wil zetten naar vanwege de complexiteit en extra kabels, maar als het kan – doen!
Conclusie
De Meta-uitvoering van de R7 versterkt de positie van deze KEF als een uitstekende vloerstaander die met de recente upgrades enkel nog beter wordt. Het prijskaartje is, zoals bij vele rivalen, wel wat zwaarder voor geworden. Maar de MAT-technologie zet een significante stap richting natuurlijkheid. De R Meta-lijn (en deze R7 Meta in het bijzonder) blijft hierdoor een van meest gelikte en best presenterende luidsprekerfamilies die er in de hogere middenklasse te vinden zijn. Goede versterking blijft essentieel. Maar als je houdt van authenticiteit, controle en een solide basextensie, dan zal je in deze R7 Meta een geweldige weergever ontdekken.
KEF R7 Meta
2.500 euro/stuk | www.kef.com
Beoordeling 5 uit 5