Dankzij de opkomst van digitale muziek en in het bijzonder hi-res is de positie van de computer als muziekbron helemaal verankerd. Dat merk je ook aan nieuwe audioapparatuur. Nieuwe DAC’s en geïntegreerde versterkers bezitten steeds vaker een USB klasse B-ingang, een aansluiting die je enkel kunt gebruiken om een verbinding te maken met een computer. Zo’n ingang is vrij standaard op netwerkspelers: toestellen die bijna altijd een combinatie zijn van streamer en DAC. Hoofdtelefoonliefhebbers kunnen daarnaast kiezen uit een immens aanbod aan DAC/hoofdtelefoonversterkers met USB-ingang.
PC als muziekbron: USB klasse B
Een klasse B-poort herken je aan de vierkante vorm, in tegenstelling tot de kleinere, rechthoekige USB klasse A-stekker die je in een hifi-context meestal gebruikt om mobiele toestellen of USB-opslag te verbinden.
USB heeft heel wat voordelen voor hifi-liefhebbers. Om te beginnen verschijnt een DAC aangesloten via USB als een externe geluidskaart in het besturingssysteem, waardoor je bepaalde instellingen kunt manipuleren. Zo kun je een USB-DAC aanwijzen als audio-apparaat voor een bepaalde applicatie, terwijl systeemgeluiden afspelen via de ingebouwde speakers van je laptop.
USB is een optimale manier om hi-res-bestanden naar je DAC of versterker te krijgen. Ook DSD-bestanden kun je doorsturen: naargelang de omstandigheden kan dat ‘puur’ of gemaskeerd via DoP (DSD over PCM). Bij een Mac werkt USB meteen voor alle hi-res-materiaal, bij een Windows-computer moet je mogelijk een bijkomende USB-driver installeren om bestanden van hoger dan cd-kwaliteit te kunnen doorsturen.
PC als muziekbron:Â asynchrone USB-verbinding
In de meeste gevallen werkt een DAC of versterker met een asynchrone USB-verbinding. Dat betekent dat de DAC in kwestie de controle heeft over het versturen van audiodata over de USB-kabel, niet de computer. Dat is een groot pluspunt bij een betere DAC, omdat deze bijna zeker een accuratere klok bezit dan de computer. De klok speelt een cruciale rol in het reguleren van het conversieproces van digitaal naar analoog.
Er is heel wat discussie over de impact van USB-kabels. In principe verstuur je digitale datapakketten, waardoor kleuring van de klank onmogelijk is. Het kan zijn dat je storing binnenkrijgt afkomstig van de 5V-voedinglijn via USB, zeker als je DAC via deze stroom gevoed wordt. Er zijn goedkope filters op de markt die dit probleem zeggen aan te pakken. Heb je een goed ontworpen DAC met eigen voeding of een DAC met interne batterij (zoals de Chord Mojo), dan zou je er minder last van moeten hebben.
Belangrijk als je een kabel nodig hebt die over een langere afstand loopt, is dat je één koopt die mechanisch sterk genoeg is. In principe is USB begrensd op vijf meter, al kan iets langer in de meeste situaties wel.
PC als muziekbron: analoge opties
Naast USB heb je nog twee opties om je computer fysiek te koppelen aan een versterker of DAC: analoog of met een optische kabel. De eerste optie is eigenlijk geen aanrader bij de meeste computers, in het bijzonder bij desktop-pc’s. De analoge uitgang is vaak enkel ontworpen om een headset aan te sturen en levert zelden een audiosignaal zonder geruis of gezoem. Je moet zelfs geen heel goede oren hebben om de storing van de hoogfrequente onderdelen, koeling of harde schijf te horen. Bovendien vertrouw je ook op de mogelijk minderwaardige DAC-chip op het moederbord. Analoog zouden we voor deze redenen bijna nooit aanraden.
Bij de meeste computers is de analoge uitgang een 3,5 mm jack. Wil je de pc verbinden met een DAC of versterker, dan zal je wellicht moeten investeren in een kabel met een 3,5 mm stereojack aan één zijde en twee cinch-kabels aan de andere.Â