Straks de kastinhoud, eerst de buitenkant. Het front heeft een blauwe display waarop staat aangegeven hoe hoog het volume is opgeschroefd, of welke ingang actief is. Twee toetsen voor het volume up/down, twee toetsen voor ingangkeuze. Een enkele toets voor aan/standby. Los van het gegraveerde logo is dat de hele voorkant. De achterkant van de versterker is niet veel imposanter. Aan/uit schakelaar, netentree, één paar luidsprekerklemmen, vier ingangen en een uitgang. De kast is zwart en aan de zijkanten vinden we houten panelen. Het is geen schoonheid, net zo min als de vrijwel identiek ogende cd speler. Typisch een functionele versterker van een techneut en muziekliefhebber, niet `behandeld` door een marketingafdeling.
Door een zestal schroeven los te draaien kan de kap eraf. Goed te zien is de opbouw met modules, die samen met de diverse voedingen de versterker vormen.Van voor naar achter. De volumeregeling en ingangselectie bestaan uit Omron relais, die zowel de ingang schakelen als onderdeel vormen van de met Dale weerstanden opgebouwde signaalverzwakker. De aanwezige microprocessor zit niet in de signaalweg en schakelt uit als er geen commando via de druktoetsen op de voorkant of via een afstandsbediening wordt gegeven. Het muzieksignaal gaat via een afgeschermde kabel naar de eerste versterkertrap. Een ontwikkeling van Tentlabs en Audiomagic samen, bestaande uit een eenvoudige versterkertrap met aan elke kant een ECC88 buisje. Netjes via potmeters instelbaar op de juiste stroom. Het signaal uit de buis, met een hoge uitgangsimpedantie, is geleid naar een interstage transformator. Veel ontwerpers kiezen hier een kathodevolger en koppelen zo de buis aan de eindtrap. Volgens de filosofie van Tentlabs en Audiomagic kun je dat beter via een trafo doen. De trafo heeft een verhouding van 5:1 (een versterking van 6x) en gaat uit met 150 Ohm. Daarachter vormen twee Hypex UCD400HG modules de vermogensversterker. Geheel werkend in de energiezuinige klasse D schakeling. De modules zoals Hypex die levert worden ontdaan van de versterkende opamps aan de ingang. Die zijn namelijk niet meer nodig, omdat er voldoende signaal uit de interstages komt. De modules zijn rechtstreeks aan de luidsprekerklemmen gekoppeld.
Elke versterker is zo goed als zijn voeding. Er wordt wel eens gezegd dat je niet naar de klank van een versterker luistert, maar naar de klank van de voeding. De voeding van de volumeregeling/ingangkeuze is niet erg kritisch, immers die volumeregeling is geheel passief en verzwakt alleen maar. De eerste versterkertrap heeft de beschikking over een eigen ringkerntransformator, een buisgelijkrichter (6X4 buis) en een hybride stabilisator (FET met de buis samen). De voeding is gelijkstroom gekoppeld en maakt het gebruik van een ontkoppelcondensator in de eerste versterkertrap overbodig. De UCD400HG modules hebben elk een eigen 300 VA ringkerntransformator en een eigen voedingsprint ter beschikking. Deze UCD-module kan maximaal 400 Watt leveren aan een 4 Ohm luidspreker, maar dan kun je geen impedantie onder de 4 Ohm aansturen. Tentlabs heeft om die reden gekozen voor een lagere voedingsspanning met behoud van een hoge stroomafgifte. Dat garandeert een stroomreserve tot 20A per kanaal en daarom zullen zelfs luidsprekers met een impedantie, die onder de 4 Ohm duikt, goed werken. Het netto vermogen per kanaal komt op `slechts` 230 Watt continu. Uiteraard is er zelfs op hoog vermogen nauwelijks warmteontwikkeling vanwege de gebruikte klasse D schakeltechniek. Het rendement van de versterker is enorm, al doen de buizen dat rendement een beetje teniet. Tenslotte twee laatste technische opmerkingen: de lay-out van de printplaten is zodanig gekozen dat storingen (RF) en emissie (EMC) geen kans maken. De volumeregeling is door de gebruiker zelf te programmeren met RC5 en sommige Sony codes.