Anamorfische lenzen.
Anamorf is een term die men ook tegenkomt op de covers van de diverse DVD’s die anamorf zijn opgeslagen. Het gebruik van anamorfe lenzen bij filmopnames zegt echter niets over de manier waarop een film opgeslagen wordt op de DVD. Oftewel: een anamorf opgenomen film hoeft niet persé ook anamorf op DVD te zijn/worden gezet.
Om in een widescreen aspect ratio de volledige resolutie van de filmprint te kunnen gebruiken, kan de cineast kiezen voor een anamorfe lens. Een anamorfe lens is in staat om een beeld op te nemen dat breder is dan de print, door het bredere beeld voor vastlegging op de print optisch horizontaal ‘in elkaar te drukken’. Doordat de breedte- en hoogteverhouding uit balans is, ziet het beeld op de print er uitgerekt of ingedrukt uit: objecten worden smaller en lijken langer dan dat ze daadwerkelijk zijn. Wanneer men dergelijk filmmateriaal gaat projecteren, dient men wederom gebruik te maken van een anamorfe projectielens. Deze zorgt er vervolgens voor dat de print ‘in de breedte uitgerekt’ wordt geprojecteerd, waardoor de onderlinge verhouding weer hersteld is.
Aangepaste aspect ratio’s bij DVD-mastering
Naast het aanpassen van de aspect ratio bij filmmateriaal, kunnen deze ratio’s ook nogmaals aangepast worden bij de mastering van film naar video ten behoeve van bijvoorbeeld de DVD-release. Deze aanpassing heeft veelal weinig van doen met de beoogde aspect ratio van de cineast, maar is er veelal gebaseerd op een beeldvullende weergave op uw weergavesysteem zoals de breedbeeldtelevisie. Men is namelijk nog steeds overtuigd van het feit dat de consument liever de volledige beeldbuis gevuld ziet worden, dan dat er zwarte balken zichtbaar zijn. Vooral de Verenigde Staten spannen wat dat betreft de kroon: er is geen enkel land waar de consument zo aandringt op het volledige gebruik van de beeldbuis. Het is daarom ook een feit dat op regio 1 behoorlijk vaak zowel een widescreen- als een full screen DVD-versie wordt gereleased. Dit wordt mede gedaan omdat een enorm gedeelte van de beeldweergevers in de VS nog een aspect ratio heeft van 1.33:1. Dit in tegenstelling tot de andere regio’s, waarbij veelal enkel de widescreen versie vrijgegeven wordt (uitzonderingen daargelaten natuurlijk). Kennelijk heeft de consument uit deze regio’s meer respect voor de artistieke uiting van de cineast…
Zagen we de termen ‘squeeze’ and ‘cropping’ vooral in de begintijden van de videoband en ‘Letterboxed’ vooral in de tijden van LaserDisc en de begindagen van de DVD, tegenwoordig worden nagenoeg enkel ‘Pan and Scan’ en ‘Open Matte’ nog gebruikt om beeldvullend materiaal te verkrijgen. De keuze voor een van beide is veelal afhankelijk van welke maskeringmethode de cineast heeft toegepast tijdens het draaien van de film.
‘Pan and Scan’ wordt voornamelijk gebruikt wanneer het filmmateriaal hard matted is geschoten. Het beeldmateriaal dat dan voor handen is, heeft al een bepaalde aspect ratio, waar niets meer aan kan worden veranderd. Om het aanwezige beeldmateriaal toch beeldvullend te krijgen zal de mastering-editor tijdens de diverse frames keuzes moeten maken welke gedeelte wel en welk gedeelte niet op de uiteindelijke versie zichtbaar wordt. Hij of zij doet letterlijk wat de term Pan en Scan al aangeeft: een bepaald gedeelte van het frame wordt gescanned ter grootte van het nieuwe beoogde beeld en daarna ‘gepanned’ wat simpelweg betekent dat dit nieuw gedeelte van de pint de basis vormt voor het videobeeld.
De volgende screen shots laten duidelijk de gevolgen van het fenomeen Pan and Scan zien. Het eerste screen shot is een origineel fragment uit de betoverende film ‘“Le Fabuleux Destin d’Amelie Poulain’. Het frame is te breed om zonder concessies te vertalen naar een 1.33:1 aspect ratio, de witte omlijning laat zien welk gedeelte van de film wordt gescanned terwijl de tweede screen shot het uiteindelijke resultaat laat zien, het gepande 1.33:1 frame.
Deze methode doet heel wat tenen krommen van cinefielen want het is nu de mastering-editor die gaat bepalen wat wel en wat niet op de bewerkte versie zichtbaar wordt in plaats van de cineast, die een totaal ander beeld voor ogen had kunnen hebben. Zoals uit bovenstaand voorbeeld al blijkt, is de gehele compositie van het beeld veranderd, wat duidelijk niet de bedoeling geweest zal zijn van de cineast Jean-Pierre Jeunet.
Is de film echter open matte geschoten, dan heeft deze veelal de beeldvullende aspect ratio van 1.33:1. Met weinig tot geen snijwerk kan de film dan omgezet worden naar full screen videomateriaal. Ook hierbij geldt echter weer dat de originele content van de film aangetast wordt, ditmaal niet door het ‘uitsnijden’ van een bepaald gedeelte maar juist doordat er geen rekening meer wordt gehouden met de compositie van het beeld. De cineast had immers tijdens het filmen een bepaald aspect ratio voor ogen en de beeldcompositie tijdens het filmen is hierop volledig gebaseerd. Juist vanwege het feit dat de cineast een bepaalde ratio voor ogen heeft gehad tijdens het filmen, maakt het vaak ook dat zelfs open matte materiaal niet geschikt is om als bron voor een full screen versie te dienen. Veelal bevinden zich buiten het beoogde framegedeelte allerlei zaken zoals de microfoons of dergelijke, waardoor het volledige beeldmateriaal onbruikbaar is voor een open matte bewerking. Ook wanneer er special effects worden toegevoegd aan de film, wordt het haast onmogelijk om nog middels deze methode een full screen versie te maken. De special effects worden namelijk haast altijd gemaakt of gefilmd in de aspect ratio die de cineast voor ogen heeft
Origineel of bewerkt, Full Screen of Widescreen?
De getoonde voorbeelden spreken hopelijk voor zich: elke aanpassing aan de aspect ratio zonder goedkeuring door de makers is in feite een ‘verkrachting’ van het artistieke werk. Het klinkt wellicht wat overdreven, maar de ware cinefiel zal huiveren bij de gedachte dat het beeldmateriaal aangepast gaat worden aan het weergavesysteem zonder de artistieke waarde intact te laten. Ik vergelijk het soms met het uitsnijden van een stuk beschilderd doek uit het gigantische werk ‘De Nachtwacht’ zodat het in de gekochte lijst past. Is het niet de omlijsting die aangepast dient te worden aan het doek? Zo ook binnen de weergavesystemen: deze zijn slechts een slaaf binnen de keten en dienen enkel weer te geven wat hen aangeboden wordt, ongeacht de aspect ratio. Helaas betekent dit dan ook zwarte balken in het beeld. Of beter gezegd: buiten het beeld, aangezien het formaat van het televisietoestel nu eenmaal een vast gegeven is binnen de keten.
Ik hoop middels de getoonde voorbeelden en het artikel rondom de verschillende aspect ratio’s wat inzicht te hebben kunnen geven in de diversiteit en de geschiedenis. Het is echter maar het topje van de ijsberg, want door de gehele filmgeschiedenis heen zijn diverse aspect ratio’s gebruikt en kun je zelfs verschillende ratio’s koppelen aan verschillende cineasten, land van herkomst en ga zo maar door. Het eindresultaat blijft echter hetzelfde en dat is dat de door de cineast gekozen aspect ratio van even groot belang is voor het vertellen en uitbeelden van zijn verhaal dan bijvoorbeeld de cinematografie en belichting.