Pokkegriezels, dit – ‘Return of the She-king’ van Dead Can Dance - klinkt wel heel erg overtuigend. Het dreunende laag is diep, uiterst solide en het dreunt dan wel - zoals de opname voorschrijft –, maar minder lang dan op de meeste vergelijkbare luidsprekers. Wat een andere manier is om te zeggen dat de bas mooi strak is. De shaker aan het begin van de track, evenals de snaredrumroffels, ijlen nergens na.
Nu probeer je je allicht in te beelden hoe dat in de praktijk klinkt, zo’n luidspreker die ‘niet naijlt’. Het is best wel moeilijk onder woorden te brengen, maar als je het hoort, is het meteen duidelijk. De muziek klinkt er strakker en meer gestructureerd door, en ritmischer ook. Het klinkt realistischer, meer zoals een echt muziekinstrument. En er ontstaan ook wat meer lege ruimtes in de muziek. Nu ja, ‘ontstaan’ is eigenlijk niet de juiste term.
Het is integendeel zo dat door naijl effecten de opvulling ontstaat. Het is dus beter om te stellen dat de Tritons de stiltes behouden en ze niet kunstmatig opvullen. En ook al gaat het over fracties van een seconde: qua ervaring scheelt het een hoop.
Voor ik het vergeet: de test set-up bestaat uit een Sonos Connect-streamer en een Marantz SR5008 AV-receiver. Vaak spelen luidsprekers véél beter in mijn grote set – met Meridian processing en McIntosh monoblokken -, onder meer door de daar aanwezige Velodyne subwoofer. Maar deze keer mis ik de Velodyne nauwelijks. En het valt op dat de Triton’s heel tevreden snorren met de Marantz als aansturing.
Een track à la ‘Old and Wise’ van Alan Parsons Project klinkt geweldig op de Golden Ears. Het volume gaat dan ook wagenwijd open. Dat gebeurt automatisch als het lekker klinkt, je moet er maar eens op letten. Ook lachen: ‘L’Abielle’ van Guem & Zaka. Afrikaanse percussie van de allerbeste soort die door de Golden Ears met veel zwier en aplomb wordt weergegeven. De conga’s en de bongo’s vliegen me zo’n beetje rond de oren. Even de ogen sluiten en ik bevind me meteen in een stofferig, zweterig Afrikaans dorpje waar de 21ste eeuw nog niet helemaal is doorgedrongen.
Okee, en dan nu de nadelen. De Triton’s zijn niet de meest analytische luidsprekers. Ze laten heus wel een hele hoop details horen, maar niet op een laboratoriumachtige manier, waarbij elk laagje individueel in zijn eigen wereldje zit. De Triton’s maken er eerder een gezellige, muzikale bende van. Nu is dat eigenlijk vooral een nadeel als je de Triton 2’s als studiomonitor zou willen gebruiken. Een studiomonitor hoeft niet goed te klinken en hoeft ook geen glimlach op je gezicht te toveren. Een studiomonitor is een werkinstrument. Dat Triton 2’s tovert wél een glimlach op je gezicht en klinkt wél goed – heel erg goed zelfs-, maar het is géén werkinstrument.
Er is nog heel wat meer muziek beluisterd op de Triton’s, maar dat heeft niet tot inzichten geleid die al niet duidelijk waren na de eerste luisteruren. Toen al stond het naar mijn idee als een paal boven water dat deze knapen vijf sterren verdienen. Niet omdat er helemaal niets meer te verbeteren valt qua geluidsweergave, maar wel omdat het een extreem moeilijke opdracht is om een luidspreker te vinden die beter klinkt voor dit budget.