Hoewel ik een goed ingespeeld demosetje kreeg thuisbezorgd zette ik de Xeo's eerst een weekje op 'chambreren'. Ze staan dan eigenlijk een beetje te dicht bij elkaar, tussen mijn audiomeubel en mijn eigen luidsprekers in. Dat geeft meestal een te smal geluidsbeeld, maar ik gun mezelf hiermee de tijd om aan de tonale balans van een luidspreker te wennen. De Xeo 3 wist tot mijn verbazing zelfs in deze benarde positie al een enorme bel van geluid in mijn huiskamer te projecteren. De tonale balans is zoals ik hem van Dynaudio ken. Neutraal met een lichte maar prettige neiging naar warmte. Het hoog loopt ver door maar is nooit scherp, en het laag gaat aanzienlijk dieper dan het bescheiden formaat doet vermoeden. Stemmen hebben body, en instrumenten hebben een geloofwaardige eigen klank en ‘substantie’. Hulde overigens voor het feit dat de ontwerpers van Dynaudio gekozen hebben voor een open en muzikale balans, en niet alles in het werk gesteld hebben om nog een half octaafje meer laag uit de kastjes te persen.
Na een week zet ik de Xeo's wat verder naar voren en plaats ik ze zo ver uit elkaar dat er ten opzichte van de luisterplaats een driehoek met gelijke zijden ontstaat. Hoewel ze nu een stuk verder van de achterwand af staan resulteert dit nauwelijks in een afname van de lage tonen, maar het beeld wordt wel aanzienlijk groter. Ik begin de luistersessie met het tweede deel (Los Angeles – Affanoso) uit de op ECM uitgebrachte vierde symfonie van Arvo Pärt. Vlak voor de eerste aanslagen op de Kalimba is 'de zaal' te horen, en de enorme hoeveelheid ruimtelijke informatie beneemt me bijna de adem. Ik heb dit al vaker erg goed gehoord, maar dat was op veel duurdere luidsprekersystemen. Dat de concertzaal zo groot en bijna zichtbaar wordt neergezet zegt veel over de kwaliteit van de gebruikte tweeter en de integratie van het laag/mid en het hoog in dit tweewegsysteem. Vrijwel direct na de kalimba vallen de strijkers van het orkest in met een serie krachtige akkoorden die pizzicato wordt gespeeld. Hier weet de kleine Xeo 3 een redelijke hoeveelheid druk achter te zetten die wederom zijn formaat overstijgt. Ik word zo in de muziek gezogen dat ik, zonder het te merken, de rest van de symfonie helemaal beluister en pas weer opschrik van de stilte die aan het einde valt.
Jazz dan. Jimmy Smith, de koning van de Hammond. Op het album The Cat speelt hij een verrukkelijke mix van uptempo swing en bijna filmische midtempo tracks, met een door Lalo Schiffrin gearrangeerd orkest er achter. Het stereobeeld is vanwege de leeftijd van de opname (1964) wat onnatuurlijk van indeling. De drums op rechts en het orgel op links, in de zogenaamde ping-pong opstelling. Het orkest is echter perfect in stereo op de achtergrond geplaatst, met ritmische accenten die je links en rechts om de oren vliegen. De dynamiek is groot, en de kleine Dynaudio’s volgen alsof het geen enkele moeite kost. Hoe hard ik er ook mee speelde, er wilde maar geen vervorming in het geluid komen. Een duidelijk voordeel van de gebruikte digitale versterking. Jimmy swingt de pan uit, en mijn meetappende voet en de gebiedend geheven rechterwijsvinger ("Er moet méér Hammond gespeeld worden!") geven aan dat ik de techniek volledig uit het oog ben verloren, en me volledig op de muziek kan concentreren. Weer een sterk punt van de Xeo 3.
In het kader van muzikale opvoeding schotel ik mijn lezers altijd graag een mix van bekendere en meer obscure artiesten voor in mijn recensies. Het gaat tenslotte om de muzikale ontdekkingsreis, nietwaar? In de serie 'weer eens wat anders' kies ik deze keer voor Monolake, een wisselend samengesteld muzikaal collectief rond de Berlijnse producer Robert Henke. Het gaat om perfect gearrangeerde en zeer goed opgenomen elektronische muziek. Wie anno 2012 nog steeds durft te beweren dat je daar geen hifi mee kunt beoordelen mag zijn set naar de lommerd brengen. Monolake maakt weidse, lichtelijk koele industriële ambient die voorzien is van spannende, hoekige ritmes. Op het jongste Monolake album Ghosts staat de track Toku. Hierin wordt een enorm en schimmig klanklandschap neergezet door een soort holle toon die ver op de achtergrond weerklinkt terwijl op de voorgrond allerlei geluidjes als vallende balletjes door het stereobeeld heen en weer stuiteren. Een omfloerste beat houdt het geheel gevangen in een ritmische samenhang die zich pas na meerdere luisterbeurten prijsgeeft.
Wat deze track vooral spannend maakt is de pijlsnelle en ritmisch sterke weergave en het zeer brede en diepe geluidsbeeld van de Xeo 3. Vanwege de goede spreiding van de tweeter en het kleine frontoppervlak worden de vallende balletjes echt meer dan een meter buiten de luidsprekers geprojecteerd, terwijl de eerder genoemde holle toon zich ver achter de luidsprekers bevindt, zo'n beetje midden in de woonkamer van mijn buurman. Dat is niet alleen uiterst spectaculair, maar getuigt ook van een zeer goede fasereinheid en ritmische samenhang.
Conclusie
De fasereinheid en ritmische samenhang blijken gedurende de vele plezierige uren die ik naar de Xeo 3 heb geluisterd zijn allersterkste punten te zijn. Veel moderne kleine luidsprekers kunnen tonaal goed meekomen met wat de Dynaudio’s presteren, en ook op het gebied van dynamiek zijn er genoeg andere kandidaten. Maar juist vanwege het volledig digitale signaalpad en de perfect afgestemde interne versterking weet de Xeo 3 in zijn prijsklasse (en misschien ook nog wel een stukje daarboven) een overtreffende trap in muzikale kwaliteit te bieden. Ik zie ze met lede ogen weer vertrekken, en dat zegt eigenlijk genoeg.
Qua techniek is de Xeo helemaal van deze tijd. De eenvoudige setup, de innovatieve digitale signaaloverdracht, het feit dat je er zonder gedoe een bron op kunt aansluiten en binnen vijf minuten van zeer goede draadloze muziek kunt genieten is al geweldig. Dat je er zeer snel en gemakkelijk twee aparte zones bij kunt plaatsen is nog eens een dik pluspunt. In elke kamer waar je twee stopcontacten over hebt kun je de Xeo's neerzetten. De Transmitter heeft een fors bereik, dat doorgaans genoeg is om een gemiddeld huis op alle verdiepingen van muziek te kunnen voorzien.
De allereerste Dynaudio die ik in huis kreeg heeft meteen diepe indruk op me gemaakt. Laat ik het tot slot dan maar zo samenvatten: als ik op dit moment op zoek was naar een compleet nieuwe, fraai klinkende en mooi vormgegeven hifi-set, dan zou ik serieus overwegen om al mijn muziek op een netwerk-harde schijf te zetten, een leuke streamer te kopen, en er een setje Xeo 3 (of de vloerstaande grote broer Xeo 5 van 2.900 euro per set) bij te zetten. Simpel en muzikaal, meer heb je echt niet nodig... Een krachtige aanbeveling waard!