Iedereen die met muziek en goede weergave bezig is kent het verschijnsel dat sommige albums gewoon niet willen klinken. Het geluid is een beetje kil en dun, en ritmisch lijkt het ook niet te kloppen. Het kan natuurlijk zijn dat de opname gewoon niet deugt, maar de kans is groot dat de oorzaak moet worden gezocht in een probleem met de absolute fase.
Sommige D/A converters beschikken daarom over een faseschakelaar, en ook op de 151 PowerDAC Mini is er een te vinden. Ik weet dat daar in bepaalde audiofiele kringen gejuich over zal opgaan. Wat doet die schakelaar en waarom zou je hem willen hebben? De werking is in feite simpel, hoewel het verhaal erachter buitengewoon ingewikkeld is.
In het kort komt het er op neer dat ongeveer de helft van alle muziekopnames met een omgekeerde polariteit is opgenomen. Een positieve puls die normaal gesproken de conus van de luidspreker naar buiten laat bewegen zorgt nu juist voor een beweging naar binnen. Dat komt onder meer door faseverschillen die al tijdens de opname ontstaan door eindeloze overdubs en multi-miking. Van enige standaardisering is nooit sprake geweest, dus bestaat dit fenomeen tot op de dag van vandaag. Met een faseschakelaar is dit `probleem` te corrigeren, en ik kan uit eigen ervaring vertellen dat het in sommige gevallen inderdaad zeer goed hoorbaar is.
Op internet circuleert een lijst van muzieklabels en de fase waarin hun releases zijn geregistreerd, maar die geldt wat mij betreft slechts als sterk verouderde vuistregel. In de praktijk blijkt namelijk dat de absolute fase zelfs bij onderlinge tracks van één album kan verschillen. En daar zit ook een beetje een probleem wat mij betreft. Die totale willekeur aan fase zorgt voor een voortdurende onrust bij de audiofiel, want je weet dus nooit of die schakelaar goed staat.
Het staat dus vast dat het werkt, maar de wenselijkheid van zo`n schakelaar is mijns inziens eerder filosofisch dan praktisch. Luister je naar de muziek of naar de weergave ervan? Die vraag moet iedereen voor zichzelf beantwoorden, in de wetenschap dat de Wadia in elk geval de mogelijkheid biedt.
Conclusie
De Wadia 151 PowerDAC Mini vertoont veel trekjes van de vanzelfsprekende autoriteit die je ook tegenkomt bij veel duurdere versterkers, waardoor je vergeet dat het natuurlijk ook een hele goede, compact gebouwde en strak vormgegeven DAC is. Die overigens uitsluitend digitale signalen lust. Er zitten geen analoge inputs op dit apparaatje, dus bezitters van een ruime collectie vinyl en een bijbehorende schijfdraaier kunnen omzien naar iets anders als middelpunt van hun primaire set. Jammer maar begrijpelijk, want een A/D converter van het benodigde niveau zou de prijs van dit kleinood waarschijnlijk zowat verdubbelen.
Ik vermoed trouwens dat deze Wadia mede om die reden net zo gemakkelijk zijn weg naar studeer- en slaapkamers zal vinden, waar hij de `tweede set` nieuw leven kan inblazen. Als opfrisser voor een ouwe trouwe cd-speler of om een streaming-set uit te bouwen. En voor de bezitters van een iPod natuurlijk in combinatie met het bijpassende Wadia 170 iTransport dockingstation. De ingebouwde versterker is erg goed, maar door het ontbreken van analoge outputs kent de PowerDAC Mini in feite maar één toepassing: als hart van een set. En omdat er helaas ook geen analoge ingangen op de 151 PowerDAC Mini zitten is hij net niet allround genoeg om een universele oplossing te mogen heten.
De prijs van 1298 euro is voor veel mensen waarschijnlijk even slikken, maar wat mij betreft langs alle kanten verdedigbaar. Er zijn goedkopere DAC`s op de markt die puur als converter niet veel onderdoen voor de Wadia. Maar daar krijg je dan weer geen ingebouwde versterker van briljante kwaliteit bij. Andersom geldt hetzelfde voor versterkers die vrijwel nooit met een ingebouwde DAC worden geleverd. Maar de belangrijkste reden waarom ik de Powerdac Mini een welgemeende aanbeveling wil geven is dat Wadia er in geslaagd is een uiterst muzikaal apparaat te bouwen. En wie al wat langer in de hifi meeloopt weet dat de waarde daarvan eigenlijk niet in geld uit te drukken is.