Een gebruikelijke afsluiter als we bezoek hebben is Dreamsville op lp, gezongen door Stacey Kent. Met eerbied leg ik haar op de draaitafel. Haar zachte stem neemt bezit van de ruimte. De ballades klinken. Stacey’s man Jim heeft de muziek gearrangeerd en speelt zelf sax, fluit en klarinet op de plaat. Het hele album is, zoals Stacey zelf aangeeft: “unashamedly dreamy and romantic”. Dat maakt het album tot de ideale verleider als uw geliefde zich nestelt in uw armen. Waarbij ik de hoop uitspreek dat hij of zij u boeit, boven de boeiende Pass Labs uit. Dat laatste kan nog wel eens moeilijk zijn. Niets is zo dodelijk voor romantiek als een opmerking in de trant van: “Wat een geweldige versterker”, net op het moment dat uw partner van plan is leuke dingen te gaan doen om de liefde te bezegelen. De XA30.5 met de XP-10 kunnen tot dergelijke dramatische omstandigheden leiden, u bent gewaarschuwd! Misschien hebt u het geluk dat uw partner net zo gegrepen wordt door de muziek, zodat u samen geniet van de kunstwerken van Nelson Pass. Het staat op de plaat: “I might as well surrender”. Ik geef me vanaf nu over aan de muziek en stop met schrijven. Een mooier compliment kan ik de versterkers niet geven. Ik ga alleen nog maar genieten, met een mooi glas malt whisky onder handbereik.
Pure klasse
Ik heb een soort onverzadigbaar verlangen om dingen aan de binnenkant te willen zien. Luidsprekers, versterkers, tuners, niets is veilig als ik het open kan maken. Als eerste licht ik de kap van de eindversterker. Een beest van een trafo van 264 VA verklaart een heleboel van het gewicht van de XA30.5. Duidelijk is, dat de trafo ver boven specificatie is ontworpen. Dik koperdraad met een minimale weerstand. Precies waar een transistorversterker van houdt en wat hem strak maakt in het laag. Per kanaal een buffering van 90.000 µF. De voeding voorziet een volledig gebalanceerde schakeling van stroom. Herkenbaar is een versterkertrap en bias-instelling per kanaal, voor zowel de positieve als de negatieve kant van de sinus. Nelson Pass is niet vies van een transistor meer of minder. Ik tel in totaal 40 eindtransistoren. En dat voor een vermogen van 2 x 30 Watt aan 8 Ohm. Aan 4 Ohm is het dubbele vermogen beschikbaar, 60 Watt, wat bovendien de grens is, waar de XA30.5 van klasse A naar klasse B gaat. Zonder filter, de torren hangen aan de luidspreker zonder een netwerkje. De opbouw van de versterker is subliem en straalt alleen maar klasse en robuustheid uit. Vanaf het dikke front, met de meter die aangeeft dat de XA30.5 “geladen” is, tot aan de degelijke aansluitingen op de achterzijde. Ingangen voor XLR en cinch. Op de achterkant een aan/uit-schakelaar die de versterker echt “uit” zet. De schakelaar op de voorzijde zorgt dat het circuit een minimale stroom blijft zien en houdt de versterker gereed. Ik gebruikte slechts dat knopje. Intern ontdek ik een bruggetje om de LED verlichting van de meter uit te zetten. Ik vind het ophoesten van de specificaties van dit product vrij zinloos, dit is een versterker die je moet beluisteren zonder die bagage. Vermeldenswaardig is wel, dat de versterker warm wordt, tot boven de 50 graden. Hij verbruikt als hij speelt continu 200 Watt. Hij weegt pakweg 30 kilo.
De voorversterker lijkt, zoals eerder opgemerkt, uiterlijk niet op de eindtrap. Styling is misschien niet de sterkste kant van Pass Labs. Op het front een grote display die de instelling laat zien. Te dimmen tot halve sterkte of uit te zetten. Netjes, raak een toets aan en de display gaat gedurende 7 seconden aan. Instelbaar is het volume, de balans tussen de kanalen, de bronkeuze en mute; de versterking is instelbaar op nul dB of 10 dB. Ik speelde permanent op de 0 dB stand. Aan de achterzijde 5 ingangen. Twee maal gebalanceerd, drie maal cinch. De vijfde en laatste ingang is met een druk op de remote control om te zetten naar een “pass through”, voor home cinema toepassing. De uitgang is beschikbaar via XLR en via cinch. Als ik de kap van de XP-10 haal (5 mm dik aluminium) zie ik een heel fraaie componenten-layout. Een geheel discrete opbouw in de signaalweg, behalve de elektronische volumeregeling. Relais bij in- en uitgangen, metaalfilmweerstanden, nauwelijks draad, een trafo van 115 VA en 40.000 µF buffering. Een blik op de cinch-ingangen aan de binnenkant doet me haast kwijlen. Pass Labs is weliswaar niet goedkoop, maar het is zó vreselijk mooi gemaakt. Gebouwd als een tank en bestemd voor de eeuwigheid. De XP-10 moet permanent aanstaan. Het verbruik is minder dan 10 Watt. Het duurt ca 24 uur voordat de XP-10 volledig op klank is, een periode die telkens begint als de XP-10 even van de stroom is geweest. Die opwarmperiode is echt nodig, liever zelfs nog wat langer. Net als bij de XA30.5 zeggen specificaties eigenlijk niets. Beluisteren!