Bij binnenkomst staat de set zachtjes te spelen. Dat is de gehele ochtend al het geval geweest dus warm is de set zeker. Ook wat betreft het inspelen zijn er geen vraagtekens. De eindversterker heeft inmiddels enkele honderden uren gespeeld en er hoeft dus niet gevreesd te worden dat de set onder zijn niveau zal presteren. De bron die gebruikt wordt op het moment van binnentreden is een netwerk speler van het Schotse merk Linn; de Klimax DS. De kast is als altijd bij de nieuwe Linn componenten in mijn ogen fabelachtig mooi. Gefreesd uit één stuk aluminium en er superstrak uitziend met in de centraal geplaatste halve zwarte cirkel een enkel subtiel miniem blauw oplichtend ledje. Ik wil echter , bij gebrek aan een aangesloten draaitafel, ter beoordeling van het systeem enkele oude vertrouwde CD’s draaien.
Zoals bijvoorbeeld de prachtig opgenomen CD Légende van Giovanni Angeleri en het Orchestre delle Venezie. Het vijfde deel van Pablo de Sarasate’s Fantasie de Concert sur des motifs de l’Opéra “Carmen” op. 25 wordt geselecteerd en na enkele seconden weerklinkt het prachtige spel van deze Italiaanse violist. Het timbre van het solo-instrument wordt schitterend weergegeven en het eerste wat me vervolgens opvalt is de openheid van deze combinatie. Het is een aangename verrassing. Temeer daar het niet ten koste gaat van de rijkheid van klankkleuren die zo kenmerkend zijn voor de soloviool en de overige instrumenten uit het orkest. In tegendeel zelfs. Hier komt de kracht van de buisjes in de aansturing van de eindversterker - de 6H30 dual triode - volledig tot uitdrukking. Het gespeelde stuk klinkt geanimeerd en dynamisch ‘binnen grenzen’. In dit laatste herken ik de zuigende werking die de plafonddelen van deze specifieke luisterruimte uitoefenen op het geluid en - in mindere mate- de afstemming van de gemiddelde Wilson Benesch luidspreker zoals ik die ken.
De tweede CD is een oude bekende van Allan Taylor op het label dat bekend staat om zijn sublieme opnames; Stockfisch Records. Op ‘Hotels & Dreamers’ uit 2003 staan meerdere uitzonderlijk mooie songs van deze Britse singer songwriter maar één van de meest fraaie is toch wel ‘Los Compaňeros’ waarin deze Britse bard zingt over de oude medestrijders van Fidel Castro en Che Guevara die – inmiddels op middelbare leeftijd gekomen - met lede ogen aan moeten zien hoe zoveel jaar na hun vanuit idealistische motieven gevoerde strijd de Yankees met hun dollars alles kopen wat hun mooie eiland te bieden heeft; inclusief hun vrouwen. LS 26 en HD 220 zijn als koppel perfect in staat om de onderliggende emotie over te brengen op de luisteraar.
Opnieuw zijn het de fraaie klankkleuren, de grote openheid en helderheid van het beeld die de aandacht opeisen. Wat opnieuw opvalt is het enigszins ingetogen karakter dat deze installatie in deze specifieke ruimte kenmerkt. Karakteristieken die maken dat het beeld fractioneel meer laidback weergegeven wordt dan ik van mijn eigen installatie in mijn eigen luisterruimte gewend ben. Dat de verschillen niet extreem groot zijn heeft uiteraard ook te maken met de keuze van het merk kabels dat de meeste verbindingen in dit systeem verzorgt. Eigenlijk is mijn indruk van het systeem na deze twee cd’s al volledig gevormd en levert de rest die volgt nog slechts een bevestiging daarvan. Zoals het Oster-Oratorium van Johann Sebastian Bach in de uitvoering van Philippe Herreweghe op Deutsche Harmonia Mundi. Opnieuw die prachtige klankkleuren en die als uiterst filigraan imponerende detaillering. Of de korte, met prachtige controle weergegeven, stotende ritmiek van Booka Shade’s ‘Movements’. Een Reference 110 van Audio Research zou weliswaar een meer soevereine autoriteit laten horen maar de drive en controle via de HD 220 is echt hartverwarmend mooi. Eenzelfde ervaring geeft het strakke ‘Transitions’ Vol.3 van John Digweed. Openheid in combinatie met rijke klankkleuren en microdetaillering maar tegelijkertijd strak en gecontroleerd; versmeltende kwaliteiten van buizen en transistors.