Een tweede uitstapje naar de E.A.R. Opnieuw is alles kleiner en beperkter. Wat nu met name opvalt, is dat de snelheid van het tokkelen minder is geworden. Ik zit wat minder op het puntje van de stoel dan daarnet. Ik meen ook meer vervorming te horen, kleuring wellicht, het kan minder hard spelen om aangenaam te blijven. De E.A.R. is aanzienlijk voordeliger, edoch eens te meer blijkt dat alle waar naar zijn geld is. Het wordt opnieuw wennen aan mijn eigen geluid als de H.A.T. terug naar Zwolle gaat.
Jazz en pop kwamen nog niet aan de orde. Bij mij in de afgelopen weken wel, al zette ik daarvan niets op papier. Een omissie die ik in deze alinea zal maken. Met een simpele beweging draai ik Branco de nek om en maak de stage vrij voor Fleetwood Mac met “Tango in the night”. Een oude lp van niet al te beste kwaliteit. Lekkere muziek, dat wel. De LA2 Mk II laat niet onverbloemd dat de plaat niet is opgenomen met kostbare buizenapparatuur, bediend door klankliefhebbers. Niettemin is de weergave meer dan de moeite waard door snelheid, directheid en aanstekelijk ritme. Drums van Fleetwood zelf vormen een stevige basis waartegen de overige bandleden leunen. Een stuwende bas maakt zijn loopjes om de basdrum heen. Meerstemmige zang blijft ruimschoots meerstemmig, gaat niet ten onder in geweld of een complex geheel. Voordat ik het weet, danst mijn laptop heen en weer op de knieën. Zonde dat ik het allemaal moet opschrijven, luchtgitaar spelen of mee drummen is immers veel leuker. Dat zou u zelf kunnen doen als uw versterker net zo lekker weergeeft als de H.A.T. in mijn set doet. Blijvend tijdens elk soort muziek is de opbouw van de soundstage. Daarin is de LA2 een heel belangrijke rol aan het vervullen. Vrijheid en ruimte. Echo in de opname maakt het stereobeeld nog groter en vooral telkens dieper en dieper. Na een avontuur met actieve ATC speakers waarop dezelfde plaat snoeihard speelde heeft het een poosje geduurd voordat ik de eigen set opnieuw ontdekte en pruimde. Twee componenten brachten elk op hun eigen manier genieten terug in beeld. De modificatie van de Lua voor digitale weergave en deze H.A.T. voortrap voor zowel digitaal als analoog. Vooruit, ik heb u jazz toegezegd.
Mag het Silvia Droste zijn met haar cd “Audiophile voices”? Ooit door iemand op attent gemaakt. Zelden komt de cd uit de kast, omdat de opname weinig of niet gemanipuleerd is om een groot publiek aan te spreken. Met andere woorden, recht, rauw, echt. Veel van de apparaten die hier in huis de revue passeren vallen ermee door de mand en maken luisteren naar de cd tot een onplezierig moment. Daarmee is die apparatuur niet slecht, wel ongeschikt omdat het balanceert tussen lief voor het oor en audiofiel. Zoals u weet is een compromis een overeenkomst tussen twee partijen, die daarna geen van beide hebben gekregen waar ze om vroegen. De H.A.T. is geen compromis in die zin, het is een kameleon. Hij heeft geen eigen gezicht of wens. Geeft slechts door wat in de aanbieding is. Dat blijkt uiteindelijk voor meer soorten opnames eerder de juiste weg dan een veel gevonden “aanhoorbare verdoezeling met een romantische saus”. In jazz vind ik snelheid belangrijk. Uitgedrukt in de Engelse term Pace & Rhythm. Naim apparatuur heeft dat heel erg en klinkt met jazz haast altijd bovengemiddeld. Goed ontworpen buizenschakelingen ook. Dat is terug te horen over de hele cd van Silvia Droste. Het maakt muziek toegankelijk. De vele tempowisselingen zijn in haar jazz vertolking niet onrustig, maar juist spannend. Jazz is naar mijn idee bij uitstek geschikt om pakkend en pittig te zijn. Snelle drums, scheurend koperwerk, volle bas, uithalen met een stem, de LA2 heeft klaarblijkelijk nergens een probleem mee.