REVIEWCairn

Cairn Aria

Jan de Jeu | 10 januari 2003 | Cairn

Luisteren

Wanneer u naar de randapparatuur en de bekabeling kijkt zult u met mij eens zijn dat deze versterker hier ingezet wordt in een systeem waar hij niet voor ontworpen is. Alleen de kabels kosten al een veelvoud van de aanschafprijs van deze kleine Fransoos. En kabels zijn belangrijk. Daar is eenieder, naar ik mag aannemen, inmiddels toch wel achter. Om die reden is er dan ook gebruik gemaakt van het AH! netsnoer en de AH! Interlink. Beiden betekenen een stap voorwaarts in geluidskwaliteit wanneer zij vergeleken worden met de standaard netkabel en interconnect. Meer details, een schoner geluid en meer druk. Alleen daarom al is dit de aanschaf van de beide AH! snoeren meer dan waard. De hoge resolutie van de rest van het systeem maakt dat de Cairn Aria nog beter op zijn kwaliteiten beoordeeld kan worden. Gedurende het laatste deel van de luisterperiode heb ik interlink en netsnoer van AH! nog vervangen door interconnect en power cord van Audience.

holly cole_10-1-032

Wanneer ik op mijn ‘hot spot’ neerzijg, is het opvallend welk een fraai beeld dit instapmodel van het Franse merk weet te creëren. Natuurlijk heb ik wel grotere soundstages gehoord, maar het toneel dat deze versterker neerzet is meer dan acceptabel wanneer je de aanschafprijs in je achterhoofd houdt. Het beeld is fraai open en wanneer ik Mark Knopfler opzet hoor ik in ‘Coyote’ druk in de bas, ook al zijn de bekkens iets minder gedetailleerd dan ik gewend ben. De heerlijke stem van Holly Cole is in al zijn facetten vertegenwoordigd in het prachtig ruimtelijk klinkende ‘What about me’; een nummer waarvan ik wanneer het - zoals in dit geval - goed neergezet wordt, acuut een brok in mijn keel krijg. Pace & Rythm kan deze versterker evenmin ontzegd worden. ‘The Old Master Painter’ van Anita Kerr is daarvan een duidelijk bewijs.

kari bremnes_10-1-032

De gestopte trompet in ‘Honeysuckle Rose’ klinkt heerlijk natuurlijk, fel en gedetailleerd terwijl, wanneer er op een voor een gemiddelde huiskamer flink volume gedraaid wordt, ook de blazers- en ritmesectie van ‘The Count’ in ‘full swing’ door deze versterker niet belemmerd wordt. De scattende Ella wekt danskriebels bij mij op en de dynamiek is overtuigend in ‘Deed I Do’. Bij nog wat verder opengedraaid volume, waarbij de term ‘burengerucht’ door mijn hoofd gaat spoken, gaat de versterker tekenen van dichtlopen vertonen maar de mate waarin is, zeker in deze prijsklasse, te verwaarlozen en heeft geen invloed op het muzikale effect dat deze versterker op de luisteraar heeft. Want muzikaal is deze versterker zeker. En dan die geliefde damesstemmen! Kari Bremnes staat prachtig in het midden in ‘A Lover In Berlin’ en mooi losstaand van haar is de rijk klinkende  bas te horen. Van de bekkens is fraai het uitsterven van de klanken waar te nemen terwijl ook de aan de piano ontlokte noten mooi resoneren. In het nummer ‘Coastal Ship’ zijn het met name de lage tonen waarmee het nummer begint degenen die indruk maken. Dat de versterker heel goed raad weet met de menselijke stem komt onder andere ook tot uitdrukking in de wijze waarop de prachtige stemwendingen - in hoog, midden en laag - van Rachelle Ferrell in ‘You Don’t Know What Love Is’ weergegeven worden. De bas knort en is in het gehele nummer goed te volgen als de basis waarop het werk rust. ‘Too Darn Hot’ weet deze versterker te presenteren op een wijze die je het begrip ‘Britse gereserveerdheid’ doet vergeten. De ‘husky’ stem van Claire insinueert een zinderende hitte en de ritmisch roffelende handen op de trommelvellen accentueren de sensuele lading. Zelfs de eeuwige sneeuw op de door monsieur Gilles Bélot zo geliefde bergtoppen moet hiervan welhaast gaan smelten. Dat ook een gerijpte mannenstem zo zijn charme heeft komt via de Cairn eveneens tot uitdrukking. Willard White zet via de Aria in ‘Lazy Bones’ een bijna visueel op te roepen mondbeeld neer en dat het hier gaat om een prachtige opname is heel goed te horen. De snerpende trompetsolo bezorgt me kippenvel.

Wanneer ik dan het AH! netsnoer vervang door het Audience PowerChord wordt het achtergrond zwart nog wat dieper gesatureerd en neemt de druk nog wat toe waarbij tonen wat meer afgerond klinken. Na deze vervanging is het laatste kleine stukje twijfel verdwenen; madame Krall bespeelt in de door Doug Sax gemasterde opname van ‘Jingle Bells’ een concertvleugel. Bedenkt u zich echter wel dat het hier gaat om een netsnoer dat vier maal de prijs van het AH! netsnoer moet kosten. In dat licht bezien slaat het Nederlandse netsnoer absoluut geen slecht figuur. Vervanging van het AH! interlink door het Audience Au24 interconnect maakt het beeld vloeiender en de muziek wordt weergegeven met meer gemak. Ook hier hangt echter een prijskaartje aan; 418 dollar af fabrikant.


EDITORS' CHOICE