REVIEWLinn

Linn: Timing, feel en groove!

Sebastiaan de Vries | 30 mei 2002 | Linn

De individuele componenten


De Linn Katan weergever

Na heel veel CD’s te hebben gedraaid, waaronder ook klassiek, kan ik concluderen dat het tophoog van de Katans kwalitatief iets achter blijft op het wonderschone middengebied. Met strijkers, hiats maar ook de topnoten van de hoge G-snaar van een basgitaar is het tophoog iets minder los geplaatst in de ruimte. Daarmee bedoel ik dat dit gebied net niet die magie heeft als de rest van het spectrum. Denk aan het zaklamp verhaal. De tweeters presteren zeer goed, en ook zeker tonaal in balans, maar iets meer finesse en losheid zou het plaatje helemaal af maken. Als we deze eigenschap sterk onder de loep nemen, dan is het net alsof het hoogste region wat wordt tegengehouden en dat de impulsresponse iets minder is. Ik neem even de klank van letters als voorbeeld, een S klinkt dan meer als een Z en de letter F meer richting V. Niet dat het tophoog dof klinkt, maar het zit hem in de articulatie. Het puntige is wat minder. Vergelijk het met een diaprojector die ietsie onscherper wordt gezet.

Ten tweede is er een kleine kleuring rond de 60 Hz. Ik vermoed dat de achterwaartse reflexpoort ergens in dat gebied afgestemd is. Met contrabassen, basgitaren maar ook een basklarinet trad er een klein herkenbaar donkerbruin randje op.
Elke instrument wat in dat gebied komt krijgt het mee. Qua plaatsing heb ik de Katans zowel in de breedte, als in de lengte van de luisterruimte gehad. Telkens bleef deze eigenschap. Let wel bovenstaande eigenschappen zijn zeer sterk uitvergroot en laten we vooral niet vergeten dat ik denk in absolute termen. Vanuit dat standpunt gezien kunnen we aannemen dat elk hifi component fouten maakt. De Linn Katans maken zeker voor het geld heel weinig fouten en veel belangrijker nog, ze klinken natuurgetrouw en hebben een extreem open en los klankbeeld. De enorme `pace` en `rythm` is ook een eigenschap van de Katans. Ook op de Rotel RB-1090 en op de Accuphase E305 laten ze hetzelfde enthousiasme horen. Nu moet me wel van het hart dat de combinatie met twee linn LK-85`s de magische grens overschrijdt. Met twee Rotel RB-1090 (bi-amp) was het laag iets puntiger en heerste er zelfs op deze kleine weergevers het enge gevoel van enorme power en drive.
Gezegd moet wel worden dat twee Rotel RB-1090 eindversterkers meer dan het dubbele kosten dan de LK-85’s, en zwaar overkill zijn voor een kleine monitor speaker. Ik denk dat zo’n configuratie niet veel zal voorkomen, al zijn er volgens Ed gebruikers van de Katan die ze met grote Klout eindtrappen aansturen. En in die filosofie kan ik me goed vinden. Voor wie dus nog meer controle en power wil binnen de Linn-lijn kan in de toekomst altijd upgraden naar de zwaardere LK140 versterkers, of zelfs de bovengenoemde Klouts’s. Ik denk dat er dan eenzelfde soort effect optreedt.
Biampen maakte ook deze keer weer een groot verschil. Ter experiment heb ik even met een enkele LK-85 gedraaid. Het eindresultaat is nog steeds zeer goed, maar het klankbeeld verliest het grootse en trekt iets meer terug naar de weergevers.

De Katans zijn een perfecte referentie voor studiogebruik etc. Je hoort letterlijk alles, en voor het afmixen van muziek producties zouden ze uitmuntend presteren. Een goede kennis van mij uit de pro-studio- en videowereld, die eigenlijk op bezoek kwam om naar mijn eigen set te luisteren, werd spontaan verliefd op de Katans hij heeft een hele middag en avond ademloos geluisterd, om vervolgens te besluiten ze aan te schaffen.

Voor dit geld zijn het fantastische weergevers, die een klankbeeld neerzetten dat vergelijkbaar is met bijvoorbeeld de veel duurdere Thiel vloerstaanders. Het spreekt voor zich dat het laag onder de 55 Hz. snel wegvalt. Dat valt een monitor van deze afmetingen ook niet verwijten. Een combinatie met een goed afgeregelde sub zou er een ongekend systeem van maken. Al zal het moeilijk worden om een sub te vinden die de snelheid en timing van de Katans kan volgen. Misschien de Linn SIZMIK waar ik zeer lovende recensie over heb gelezen?
Tot slot wat betreft de Katans. De Katan heeft een licht forward karakter. Normaliter niet `my cup of tea`, maar bij de Katan vond ik het voor het eerst niet erg, omdat het nooit naar de keel greep, of vermoeiend werd.

Kairn voorversterker

Omdat de totale set zo uitmuntend presteerde met de Kairn voorversterker was ik ook benieuwd naar de Kairn in mijn eigen set. Deze verving de Krell KRC-3 die doorgaans zijn diensten bewijst en stuurde de twee Rotel RB-1090 eindtrappen aan. Deze geven het signaal weer door aan de subwoofer towers, en aan de magnetostatisch mid-hoog panelen van het IRS Beta systeem.

De bronnen waren de eigen gemodificeerde Sony 559Es CD speler, en de Linn Ikemi die ik straks apart zal bespreken. Ik heb enkele dagen naar de Kairn geluisterd en daarna de Krell weer teruggezet voor het vergelijk. De drie keer zo dure Krell is een klasse voortrap die op zijn manier zijn eigen kwaliteiten bezit. Toch voor vooral pop, fussion en jazz muziek gaf ik in de eigen set de voorkeur aan de Linn Kairn. Qua absolute detailweergave ging de Kairn gewoon een stap verder. Kleine dingen als backing vocals of shakers werden ineens hoorbaar. Bij nader inzien hoor ik ze ook wel op de Krell, maar daar zijn ze me nooit opgevallen. De Kairn heeft een doorzichtiger beeld met gewoon meer lucht en informatie tussen de instrumenten. De Krell is een voortrap die het klankbeeld van achteren opbouwt. Vanuit de diepte komt de muziek rustig de luisterruimte instromen. Voor klassiek is dat heel erg fraai. De Kairn plaatst meer naar voren, maar laat wel een klankbeeld tot in de diepte horen. Het laag is ook strakker met de Kairn, met gewoon meer puntigheid. Het is altijd de combinatie die een set maakt of breekt, en deze resultaten hoeven zich niet in elke set voor te doen. Bij mij was dit wel het geval.

Op technische punten scoort de Kairn wat minder. Zo is de signaal-ruis verhouding slechter en is de Kairn niet absoluut stil. Ik ben een nachtluisteraar en ‘s nachts in de prille stilte valt de ruis soms heel lichtjes op in stille passage’s. Ook als er geen CD speelt trouwens. Ik heb er geen problemen mee, maar het is wel een punt dat opvalt. Het tweede probleempje is de digitaalgestuurde volumeregeling. Met het regelen van het volume zijn er zachte plopjes hoorbaar. Op het Linn systeem was dit geen probleem, maar op het Infinity IRS Beta systeem, dat recht doorloopt tot 15 Hz., waren deze plopjes ook hoorbaar (en voelbaar) in het subregion, waardoor er zeer laagfrequente `rumble` schokgolven teweeg gebracht werden met het regelen van het volume. Ik denk dat de externe servo controler van het IRS Beta systeem door deze plopjes in de war raakte. Hij ziet ze als muzieksignaal en gaat het signaal door de servo sturing van de woofers versterken. Dit is niet hard, maar de Krell KRC-3 die ook gebruik maakt van een digitaal gestuurde volume regeling is doodstil. Dit zijn kleine schoonheidsfoutjes die in de toekomst wellicht verbeterd kunnen worden.

Over de klank niets meer dan lof. De Kairn brengt het snelle pace en rythm verhaal ook in mijn set en ik ben er persoonlijk helemaal verliefd op geworden. Overigens is de enorme detailrijkdom en snelheid niet overanalytisch of hinderlijk. Met de Kairn kan men ook rustig muziek opzetten als achtergrond, zonder dat het gaat irriteren.

MERK

EDITORS' CHOICE