De hagelnieuwe speler vond zijn plek in mijn referentieset op een Gingko Audio Cloud 11 platform en werd met de meegeleverde Connect It E-kabel verbonden met de NAD M12-voorversterker, die een prima ingebouwde phono voortrap bezit voor MM-elementen. Als eindversterking diende de bijpassende NAD M22, die met AudioQuest Earth XLR aan de voorversterker verbonden is. De weergevers zijn de Reale van Blue Note (Gold Note), de luidsprekerkabels van Kimber Kable. Schone stroom wordt verzorgd door een aparte stroomgroep, een PS Audio netfilter, Kemp Elektronics SNS- en QA-pluggen en bekabeling van The Chord Company en Cassiopeia.
Na een gedegen -en broodnodige- inspeelperiode van de goed afgestelde Pro-ject is het tijd voor de definitieve luistersessie. Ik start met klassieke klanken in een modern jazz-jasje. Op de DALI LP, die ik het afgelopen jaar vaak als referentie-LP heb gebruikt wegens de vele stijlen en de fijne weergave, staat een bewerking van Bachs Siciliano in G Minor van Jacques Loussier en zijn trio. Het ingespeelde element laat een veel warmte horen, gecombineerd met een flinke dosis dynamiek.
Pro-Ject The Classic: spanning in de weergave
Duidelijk de kenmerken van de Ortofon 2M-serie. Vermoeien zal het nooit, hoewel er veel elementen zijn die een stuk meer spanning in de weergave met zich mee zullen brengen. De Pro-ject The Classic laat weinig oppervlakteruis horen en de stillere passages in de muziek -en in de blanke groeven tussen de tracks- laten horen dat er van rumble amper sprake is. De eigenschappen van de 2M Silver inachtnemend merk ik wel dat het diepste laag wat aan body mist, de baspartij mist daardoor wat aan kracht.
Zoals gezegd, de LP van het vorige besproken nummer bevat veel soorten muziek. Dus is het tweede nummer dat ik voor deze recensie gebruik van hetzelfde vinyl afkomstig. Tom Jones’ met country-invloeden doorspekte Did Trouble Me bevat een mooie plaatsing van de vocalen vanaf het draaiplateau van The Classic. Weliswaar kan de weergave dieper en groter, maar voor een speler in deze klasse weet de Pro-Ject prima te bekoren. De gebruikte banjo staat iets minder duidelijk rechtsachter in het geluidsbeeld dan ik gewend ben en een tikje hardheid in het middengebied komt ook terecht op mijn notitieblok. De fijne dynamiek kan als redelijk beoordeeld worden, maar stereobeeld en ruimtelijkheid van de neo-klassieker in combinatie met het Ortofon element zijn dik in orde. Daarnaast is de timing in de weergave een absoluut pluspunt te noemen.
Van een heel andere muzikale orde is het album Not For Music van het Belgische post-black gezelschap Emptiness. De weinig toegankelijke, maar oh-zo-mooi gespeelde en dito geproduceerde LP die eerder dit jaar op Season Of Mist vinyl uitkwam weet me al wekenlang in zijn duistere klauwen te houden en belandt derhalve ook meermaals op het draaiplateau van de Pro-Ject. De laatste weet het nummer It Might Be met genoeg overtuiging neer te zetten. Weinig tot geen versmering in het hoog, het laag droog, hoewel niet putdiep, weergegeven en een prettige accentuering van het middengebied waarin de ruimtelijk klinkende gitaren en de voor deze plaat vrij belangrijke fluistergrunts heersen. Niets mis mee, integendeel.
Pro-Ject The Classic: warm en beheerst
Liefhebbers van vinyl met een zwak voor de etherische stem van Loreena McKennitt konden zich onlangs verheugen in het feit dat The Book Of Secrets uit 1997 voor het eerst aan de groeven van zwart goud toevertrouwd werden. Het album, dat natuurlijk op het Loreena’s eigen label (Quinlain Road) werd uitgebracht heeft een erg mooie productie en neemt de luisteraar mee langs de reis van de Kelten uit een ver verleden.
Een reis die Loreena voor dit album ook maakte, om nog dichter bij de muziek te kunnen komen. The Mummers Dance herbergt veel van die Keltische invloeden en is voorzien van een keur aan oude en nieuwe instrumenten (én Manu Katché op drums!). De homogeniteit in de muziek wordt door de Pro-Ject/ Ortofon-combinatie warm en beheerst naar voren gebracht, waarbij een prettige stage en een prima timing wordt geproduceerd. Nergens wordt het stemgeluid van de sopraan overstuurd en ondanks een lichte betoning van het middengebied is de weergave prettig. Met een luxer element zullen de fijne details wel beter afgetast en weergegeven kunnen worden, want de fijne klanken van de oud en de draailier zijn doorgaans beter gepresenteerd in het geluidsbeeld. Net als de diepe bassen afkomstig van de percussie, overigens.