Electrocompaniet EC 4.7 en AW120DMB

René van Es | 12 maart 2002 | Electrocompaniet

Genieten

Rob Wilms van DÉ HIFIWINKEL in Beek-Ubbergen was zo vriendelijk zelf de set te bezorgen en nadat hij eerst luisterde naar hetgeen er stond te spelen, sloten we de Electrocompaniet’s aan. Opwarmen van de versterker en zeker van de voorversterker kon bepaald geen kwaad. Toen het tegen 12 uur ’s-nachts ging lopen en ik alleen achterbleef in de huiskamer, bekoorden de zachte tonen van Diana Krall mij op zo’n indringende wijze, dat het uiteindelijk moeite kostte om naar bed te gaan. Geen slecht begin. De volgende dagen werden besteed aan het optimaal aansluiten en integreren binnen de luisterruimte. Het geluid bleef namelijk “hangen” in de speakers en wilde niet echt loskomen. In de eerste plaats heb ik de interlinks van Puresonic vervangen door de Transparent kabels en dat leverde een grote winst op. Nu kwam het geluid wel los en nam het aantal hoorbare details toe. Ten tweede heb ik de VdH tussen dac en voorversterker vervangen door XLR kabels en die stap maakte het effect van de Transparent dubbel zo groot. Het beeld groeide in de diepte, tonen stierven veel langzamer uit en er kwam meer zwart. In mijn aantekeningen lees ik verder terug zaken als meer druk in het laag, indringender en pakkender geluid, slagwerk veel fraaier en de flauwe afloop van het hoog is minder aanwezig. Een piano stuk van Patricia Barber doet het instrument eer aan. Een vleugel die vleugels krijgt. Omdat ik toch met cd’s aan de gang ben ga ik door met het Combattimento Consort Amsterdam van de HVT SACD. Afgespeeld op een cd speler, niet op SACD. De muziek is ongekend mooi. En de EC set laat er veel van horen. Zo veel zelfs dat ik op nummer 22 een raar soort rumble ontwaar, dat ik wijt aan podium gestommel of microfoon bewegingen. De pakkende muziek wordt mooi los en nergens mechanisch neergezet. Een natuurlijke klank heeft de overhand en het geheel is zeer sfeervol.

Als liefhebber van vele soorten muziek komen ook de Nits aan de beurt. Op Wool staat Strawberry Girl vol van synthesizer geluidjes, percussie en stem. Opvallend nu dat de EC het geluid donker kleurt. Weer denk ik aan de naaldbossen en zou willen dat de trollen er wat lichtjes in hadden gehangen. Ik verlang naar wat meer sprankel en lichtvoetigheid. Jammer dat zoveel cd’s een overmaat aan laag bevatten en dat een van de krachtige zaken van EC nu juist datzelfde laag is. Ook de stem kleurt bruiner dan ik gewend ben. Niet lelijk, maar anders. Hetzelfde geldt voor Hugh Masekela, ook hier een kleine stap terug in dynamiek, wel losjes en gemakkelijk, maar niet echt spetterend. Een ontbreken aan vervorming schiet mij toch regelmatig in gedachten. Weet u nog, dat kleine transistorradiootje dat zo’n lawaai produceert. Dank u, dat lawaai is irritante vervorming. Zou het hier het gebrek aan vervorming zijn dat de muziek zo door de luisterruimte vloeit? Kari Bremnes maar eens, Noors op Noors, en dat gaat als Gods woord in een ouderling. Strak, droog, te veel laag zoals altijd bij deze dame, maar mooie stem en stemming. Een kleine speaker zou zeker baat hebben bij de druk die een EC kan neerzetten. Mijn vijf woofers zien wat teveel op zich afkomen. Het blijft niet bij digitale bron en de platenspeler mag zijn kunstjes vertonen. Enig veranderen van de naaldkracht en de hoogte van de arm maakt het geluid wat minder nadrukkelijk in het laag. Dat is een voordeel. Een ergens op de kop getikte lp van Sade op het plateau en de puzzelstukjes vallen vanzelf in elkaar. Hier voelt de EC zich mee thuis. Met een plaat. De ingehouden swing van Sade haalt je van de stoel en boeit met elk nummer.

Misschien ben ik een trut, maar Conny Vandenbos draai ik al jaren. Sjakie Van De Hoek sla ik over, maar nummers als De Noorderzon Scheen en De Dametjes De Boer blijven mooi. Zeker als je zo’n setje versterkers hebt staan dat zo graag zijn beste been voorzet. Dat vraagt om meer en Linda Ronstadt haal ik uit de slaapkamer (daar staan mijn platen). Het duet met Dolly Parton op Simple Dreams doet je niet terugverlangen naar de slaapkamer om te gaan slapen, maar om meer vinyl te halen. Opnames uit midden jaren ’70 maar net zo actueel als Hart Van Nederland elke avond. Ik stel me even voor dat het een duet is van Milika Peterson en Cilly Dartell. Combineer ik toch mooi beeld en geluid zonder dat er een dvd speler aan te pas hoeft te komen. Terug naar het serieuze, JC Bach uitgevoerd door The Academy Of Ancient Music eveneens uit 1977 en uitgebracht op L’Oiseau-Lyre. Spelend op authentieke instrumenten geeft het orkest onder leiding van Christopher Hogwood blijk van haar enorme vakmanschap. Meer van deze schitterende platen sieren mijn verzameling en komen tijdens de diverse luistersessies de kast uit. Telkens vallen mij een aantal dingen op. Ten eerste is de EC combinatie zeer wel in staat om een elektrisch signaal om te zetten in pure muziek. En dat op een meeslepende wijze die boeit en tot luisteren uitnodigt. Ten tweede dat iets meer leven in de brouwerij voor mij mag, desnoods ten koste van wat muzikaliteit. En als derde eigenschap dat het allemaal zo correct klinkt. Correct in de zin van natuurlijk, zoals het hoort, makkelijk en vloeiend. Die laatste indruk is er steeds geweest vanaf het moment dat de voorversterker een uurtje had staan warmen en wordt steeds meer benadrukt. Een compliment aan de bouwer is op zijn plaats als je zo’n versterker weet te maken uit plakjes silicium, koper en koolstoffen.

Mix en match

Wat ik weinig tegenkom in andere recensies in binnen- en buitenlandse bladen is het mixen en matchen van voor- en eindversterkers. Toch een interessant onderwerp want de mogelijkheid bestaat tenslotte. Ik ben uitgegaan van 4 muziekstukken om eens lekker de onderlinge verschillen vast te kunnen stellen. Oscar Peterson/We Get Requests – You Look Good To Me als enige op vinyl, Paolo Conti/Concerti – Hemmingway, Holly Cole/Romantically Helpless – One Trick Pony en tenslotte The Nits/Wool – The Wind, The Rain. Een redelijke uiteen liggende keuze van nummers die ik allemaal erg goed ken. Ter verduidelijking, deze opzet om variabelen te beluisteren is niet gelijk aan het luisteren naar muziek zoals hierboven omschreven.

Set 1: EC 4.7 met AW120DMB: Op de Peterson opname rustig ruisende bekkens. Het “zingen” en fluiten van de bassist is redelijk goed hoorbaar. De bas gaat diep. De vleugel van Conti staat zeer groot in de kamer. Met in het achterhoofd dat een vleugel in mijn kamer ook omvangrijk zou zijn, kan dit wel eens de juiste afbeelding zijn. Hoge mate van vleugelechtheid. Holly Cole laat weinig diepte zien, het hangt allemaal wat tegen de speakers aan. Tenslotte de Nits, het mist wat “leven” en het gaat allemaal wat vlak. De stemmen zijn niet overmatig duidelijk van elkaar te onderscheiden.

Set 2: Hierin wordt de eindversterker vervangen door mijn eigen Monarchy Audio SM-70’s. Het geluidsbeeld wordt nu wat frisser en levendiger. Droger ook en tonen sterver eerder uit. De vleugel wordt een stuk kleiner en gaat de grote klankrijkdom missen. Individuele instrumenten zijn wel beter te volgen. Diepte in het geluidsbeeld neemt toe, speakers zijn minder hoorbaar en het geheel wordt spannender. Verrassender ook als er kleine instrumenten in het spel zijn.

Set 3: Nu vervangen we de EC 4.7 door een Clearaudio Balance en zetten we de AW120DMB weer op zijn plek. Het donkere laag van de EC keert terug in het beeld. Duidelijk is hoorbaar dat de AW120DMB veel meer kracht heeft dan de MA als het orkest inzet bij Conti. De Clearaudio zelf frist het geheel op en maakt de muziek sprankelender, meer diepte is waarneembaar. Het geluid staat ook meer voor de speakers dan ertussen in. Her en der is het laag wat te overweldigend en geeft teveel druk.

Set 4: Clearaudio met Monarchy. Mijn eigen set laat een ander geluid horen. Frisser, meer detail, minder kracht in het laag, de vleugel nog steeds te klein t.o.v. de EC set en meer mechanisch van aard. Wel winst in dynamiek en spanning, kleine geluidjes zijn goed hoorbaar, zoals het mompelen van de bassist tijdens de muziek van Peterson.

Vier muziekstukken wegen niet op tegen twee weken intensief luisteren. Laten wel de indruk achter dat men niet altijd op een enkele fabrikant hoeft te mikken. De combinatie van EC en Monarchy vind ik minder geslaagd. Het beeld wordt te schraal. Te klein en te weinig winst in informatie om het verlies in impact waar te maken. De combinatie Clearaudio en EC is de moeite waard en ik vermoed dat wie een totale EC set te donker vindt kleuren en detail mist, hier kan winnen. Blijft over de indruk als je alleen EC componenten toepast. In dat geval versterken de positieve eigenschappen elkaar, zonder dat hetzelfde geschiedt in negatieve zin. Heel harmonieus is het samengaan van voor- en eindversterker en er wordt in hoge mate muziek neergezet. Duidelijk binnen een enkele filosofie ontworpen met een herkenbare sound. Misschien in een later aankoop stadium toch als klant streven naar een eenheid van EC. Wel erg leuk om zo eens aan de slag te gaan met meerdere combi’s. Al was het misschien voorspelbaar dat “best of both worlds” of mijn eigen set is of de volledige EC set. Een duidelijke voorkeur heb ik niet, met beide zou ik jaren kunnen leven. Met een knipoog naar Clearaudio.

MERK

EDITORS' CHOICE