Bowers & Wilkins 805 D3: Luisteren
Het eerste wat bij het opstellen in de luisterruimte opvalt is dat de afstemming van de nieuwe 805 veel meer de neutrale lijn bewandelt dan de voorgaande series. Aangesloten met zeer mooi bijpassende merken zoals Accuphase, Luxman en T+A blijft de neutraliteit mooi behouden, maar krijgt de weergave ook de benodigde zachtheid, vulling en klankkleuren. Waar ik tijdens het luisteren echter vooral van onder de indruk raak, is de mate waarin dit 2-weg systeem als een werkelijke eenheid klinkt. Nu is dit bij een kleiner systeem door de geringere complexiteit doorgaans gemakkelijker te realiseren dan bij een gecompliceerde meerweg constructie. Toch weet Bowers & Wilkins hier een aantal mooie en zeldzame aspecten aan toe te voegen die je niet vaak tegenkomt. Enerzijds is dat snelheid en definitie in combinatie met een mooi natuurlijk timbre. Ook is deze 805 D3 door zijn grote precisie en lage vervorming, een meer realistische monitorluidspreker dan dit merk ooit heeft vervaardigd.
Om dat gegeven te illustreren kies ik voor het derde trio-album van de Noorse pianist Tord Gustavsen, genaamd Being There. Deze in 2007 op ECM Records uitgebrachte opname past de 805 D3 als een goed zittende jas. Iets wat vooral heel goed tot uiting komt door de rijke en natuurlijk aandoende klankbalans die eigenlijk alle ECM opnamen wel typeert. Het interessante aan Being There is dat de opnames in de Zweedse Rainbow Studio plaatsvonden: een wereldwijd befaamde studio die in de afluisterruimtes ook gebruik maakt van Bowers & Wilkins 800 luidsprekers en dat is direct te horen. Bij het beluisteren over de 805 beschikt deze bezielende muziek over nog net wat meer magie en emotie dan gebruikelijk. Zelfs de soms zeer subtiele tempowisselingen en de mate waarmee de instrumenten worden bespeeld zijn hier prachtig terug te horen.
Ook bij de andere gedraaide muziekstukken blijkt de 805 over een mooi ongekleurde weergave te beschikken, die daadwerkelijk in staat is langdurig te boeien. Vooral in een juiste setting. De presentatie is daarbij volwassener en grootser dan je normaliter van zo’n relatief kleine behuizing mag verwachten. Het is vooral mooi dat het oorspronkelijke muzikale gebeuren nooit geweld wordt aangedaan door het onnatuurlijk groot of juist te klein af te beelden. Nog belangrijker vind ik dat de klankbalans van zacht tot luid nagenoeg niet wijzigt en ook bij zelfs heftige pianoakkoorden of drumaanslagen nog steeds stressvrij en ongedwongen blijft klinken. Qua audiofiele aspecten staat het geluidsbeeld goed gedefinieerd tussen de luidsprekers en is bij muziek die dat bevat, ook in staat een stukje buiten de weergevers te treden. Dieptebeeld is goed en duidelijk beter dan de D2 generatie, maar nog steeds niet concurrentieverpletterend. De werkelijk toegevoegde waarde van deze D3 loot zit hem verder vooral in een betere tonale integratie van laag tot hoog, een aanmerkelijk lagere vervorming en een meer open en ongekleurde weergave dan voorheen.
Bowers & Wilkins 804 D3: Luisteren
In de volgende ronde is het de beurt aan de grotere 804 D3 en dat is, als ik heel eerlijk ben, voor mij nog altijd visueel het meest evenwichtige model van de serie. Ook in de D3 incarnatie heeft hij nog niets van zijn charme en aantrekkingskracht verloren. Recht van voren zie je de uitstekende ringen waar de units op bevestigd zijn zelfs niet en valt eigenlijk alleen nog maar het zilverkleurige continuum als ‘anders’ op.
Toch is ook hier de weergave weer een heel ander verhaal. Neutraler, sneller, ietwat lichtvoetiger qua timbre en zeker ook strakker in het laag zijn hier de eigenschappen van dit model. Na de aansturingsvriendelijke 805, valt deze positieve eigenschap ook bij de nieuwe vloerstaande 804 nadrukkelijk op. Zozeer dat je zelfs met een goede modale receiver of ander minder kostbaar spul al vlot uit de voeten zou kunnen. Ook in onze huiskamer weet de 804 samen met de toch beslist niet kostbare Naim 5i een weergavekwaliteit tevoorschijn te toveren die ik hier nog maar zelden als zodanig heb kunnen ervaren. Mooi diep laag wat zelfs aan zo’n kleine versterker nog opvallend goed gedefinieerd is, een egaal en goed gevuld middengebied en een eerste klas spraakverstaanbaarheid en hooginformatie welke je normaliter pas bij veel duurdere componenten kunt waarnemen!
Nieuw uit de doos vind ik overigens de hoogweergave en eigenlijk het complete hogere harmonische spectrum nog wat schril en vooral overgeaccentueerd. Maar na verschillende weken lekker doorspelen veranderen deze zaken duidelijk ten goede en staat er ‘gewoon’ een heel mooi gebalanceerd geluid voor je neus. De voordelen van de 804 boven de 805 zijn vooral bij hogere volumes en bij verwerking van complex materiaal goed waar te nemen. Bij deze 804 is er namelijk nog wat minder kleuring, nog minder vervorming en een opvallend schoon geluid te ervaren. Toch is het juist dit op zich positieve laatstgenoemde aspect wat de liefhebbers van de oudere, warmer klinkende Bowers & Wilkins modellen een beetje verdeelt. Ja, het is waar en ze zijn inderdaad wezenlijk anders van klank dan de voorgaande 800 generaties. Ook kan ik mij voorstellen dat mensen die al met de andere modellen vertrouwd zijn geraakt in het begin zullen moeten wennen aan deze meer neutrale afstemming.
Het goede nieuws is dat het goed mogelijk is gebleken om ook bij deze D3 generatie een bepaalde warmte/vulling en een natuurlijke vloeiendheid in de weergave aan te brengen. Alleen in plaats van de luidsprekereigenschappen dient u dat door middel van de match met de aansturende elektronica te realiseren. Daarbij zijn de weergevers het transparante doorgeefluik zoals het feitelijk ook hoort. Als muzikaal voorbeeld heb ik bij de 804 D3 voor het relatief onbekende in 2006 uitgebrachte album Mythologies van Patricia Barber gekozen. In deze ode aan het gedicht ‘Metamorfoses’ van de Romeinse poëet Ovid, bezingt Patricia in haar eigen onvolprezen stijl dit bijzondere thema. Qua spanning diepgang en zeker ook de dynamische en muzikale kwaliteiten, behoort Mythologies bij de beste en meest bijzondere albums die deze eigenzinnige Amerikaanse componist/zangeres tot op heden heeft uitgebracht. Ondanks de voor haar doen afwijkende bezetting met soms werkelijk gillende elektrische gitaren en scheurende sax, is Mythologies toch een heel sterk samenhangend album geworden. Het eerste nummer The Moon begint met een oude krakende mono plaatopname, waarna de echte overigens prachtig geregistreerde vleugel van Patricia het overneemt. Net terwijl je denkt dat het nummer toch wel wat in begint te zakken, komt de band op volle sterkte erin en ontstaat een extreem dynamisch en spetterend optreden zonder weergave.
Juist bij dit soort grote dynamiekerupties blijkt de grote kracht van de nieuwe 804 - en eigenlijk het hele D3 concept. Zonder enige vervorming, zonder compressie en met een aanstekelijke en goed gedoseerde drive, overzicht en controle, stroomt de muziek uit de luidsprekers. Prachtig! De werkelijke kracht van de 804 D3 ligt wat mij betreft dan ook in de mooie samenhang van alle muzikale parameters en het feit dat deze luidsprekers zelfs al met een eenvoudige maar goede versterker prima aan te sturen zijn. Hoewel een betere versterker door de grotere zuiverheid en zeggingskracht zeker aan een nog (veel) betere weergave zal kunnen bijdragen.