Figuur 2. Het meest praktische is het bouwen van een klasse-II-toestel. In deze figuur hebben we de knelpunten van kommentaar voorzien.
- Gebruik een netsnoer met aangegoten euro-netsteker.
- Het netsnoer wordt via een deugdelijke trekontlasting naar binnen gevoerd.
- De zekeringhouder. De omgeving van de zekering is ook een prima plaats om type, "soort" netspanning en de waarde van de zekering te vermelden (uiteraard aan de buitenkant van de kast).
- De netschakelaar. De lucht- en kruipweg tussen de kontakten en het chassis moet minstens 6 mm zijn. Gebruik geen metalen knoppen, want deze zijn meestal onvoldoende geïsoleerd.
- De draden dóór de soldeerogen steken en solderen.
- Breng een kous aan voor dubbele isolatie.
- De afstand tussen de primaire kontakten tot de kern en de rest van de omgeving moet minstens 6 mm (lucht- of kruipweg) zijn.
- Gebruik snoer met tenminste 0,4 mm isolatie en een kerndoorsnede van 0,75 mm.
- Aan de print en de schakeling worden geen bijzondere eisen gesteld. Uiteraard moet de print wel stevig worden bevestigd.
- De massa van de schakeling mag worden aangeraakt, omdat de nettrafo voor voldoende veiligheid zorgt (als dit tenminste een veiligheidstrafo is).
- De kast mag best van metaal zijn, immers het primaire circuit is met een dubbele isolatie van de omgeving gescheiden. Kunststof heeft echter de voorkeur.