Tweede luisterindruk
Inmiddels een maand verder vindt deze tweede luistersessie plaats en de versterker heeft in die tijd veel gespeeld. Langskomende bezoekers – muziekliefhebbers of niet, hadden allemaal een mening over het apparaat. Hoewel de meeste mensen het een fraai product vinden is de opmerking ‘jammer dat ‘ie niet dezelfde breedte heeft als de meeste andere audio apparaten’ een veel gehoorde. De zachte gloed van de buizen vindt praktisch iedereen wel mooi. Met dit UL40-S2 bouwpakket trek je echt de aandacht. Als bovendien blijkt dat je hem zelf in elkaar hebt gezet is grote waardering je deel. Heel goed voor je ego dus!
De klank is nu een behoorlijk stuk verbeterd. De felheid in het hoog is geheel weg en heeft plaatsgemaakt voor een grotere rust maar ook een wat moeilijk te omschrijven soort van gezapigheid. De muziekstroom lijkt allemaal net iets te langzaam te gaan. Zeker bij rustige kooropnamen valt dit op en mag het van mij best wel wat heftiger en dynamischer. In vergelijking met de eerste luistersessie is het ruimtebeeld nu een stuk breder en dieper. Ten opzichte van mijn referentie is de breedte 85% en de diepte zo’n 75%. Op zich valt hier prima mee te leven maar toch moet het nog beter kunnen denk ik bij mijzelf. Aangezien mijn MC-Systems M3 luidsprekers een rendement van 91dB hebben, besluit ik tot het wisselen van de buizeninstelling van de standaard ultra-lineair instelling naar de triode instelling. Volgens (buizen-)kenners de gehoormatig beste instelling voor een buizenversterker. Om dit voor elkaar te krijgen haal ik de soldeerbout maar weer van stal en volg de instructies in de handleiding. Het tamelijk hoge rendement van mijn luidsprekers heb ik nu echt nodig omdat in de triode instelling het uitgangsvermogen wordt gehalveerd! Van de 2x30 watt blijft er nu nog maar zo’n kleine 15 over. Oei, ook al lijkt dit wel erg weinig, buizen gaan anders om met het beschikbare vermogen. Waar de transistor keihard kan gaan clippen en dus vervormen, speelt een buizenversterker met hetzelfde aantal watt’s nog vrolijk door. Clipping zal in dit geval hier ook gaan optreden maar is pas later waarneembaar. Prettiger luisteren dus.
Derde luisterindruk
Na het soldeerproces van ultra-lineair naar triode ben ik toch wel erg benieuwd geworden naar het eventueel ontstane verschil. Zal dit echt (nog) beter klinken of blijken de verschillen toch maar klein te zijn? Net als in de eerste sessie herhaal ik het aansluitritueel en laat de versterker vervolgens een flinke poos inspelen. De volgende dag stop ik als eerste Loreena McKennitt maar weer in de cd-speler en wacht vol verwachting op wat komen gaat. Als eerste valt op dat de volumeregelaar zelfs nog een heel stuk verder moet worden opengedraaid dan ik al gewend ben. Afhankelijk van de opname en een beetje realistisch afluisterniveau wijst de knop zo’n 12 uur aan! Voordeel hiervan is het enorm subtiele regelbereik wat ik nu tot mijn beschikking heb bij lagere volumeniveau’s en dat maak ik regelmatig anders mee. De triode instelling klinkt duidelijk anders dan zijn ultra-lineaire broertje. Het hoog is fijner van structuur en klinkt duidelijk schoner. Het middengebied kent nog meer magie en klinkt gewoon erg realistisch. Het laag tenslotte is er wat strakker en steviger op geworden. De hogere dempingsfactor van de triode instelling (lagere uitgangsimpedantie) zal hier zeker mede debet aan zijn. Een behoorlijk nadeel vind ik dat de dynamiek nog wat verder is afgenomen. Dit zorgt dan wel voor een erg rustig beeld maar ook voor minder levendigheid. Het toch al prima ruimtebeeld is daarentegen nog verder verbeterd en haalt in mijn ogen nu zelfs sub high-end niveau. De versterker plaatst in de breedte duidelijk buiten de speakers (90-95% ten opzichte van mijn referentie) en ook het dieptebeeld is nu nog fraaier (80% t.o.v. referentie). Opvallend is de soepele invulling van de verschillende muzikanten en instrumenten in het stereobeeld.