REVIEWArcam

Luisteren naar de rDAC

Max Delissen | 29 augustus 2010 | Arcam

Dat de omzetting van digitaal naar analoog in de Arcam rDAC in handen is van de beroemde en in high-end kringen veel gebruikte 8741 IC van Wolfson Microelectronics neem ik ter kennisgeving aan. Ik weet dat er collega-recensenten zijn die niet erg gecharmeerd zijn van die DAC-ic, maar volgens mij is de rest van de schakeling waarin de fabrikant hem gebruikt meer van invloed op het uiteindelijke resultaat dan een (op basis waarvan?) toegekende klankmatige karakteristiek van de chip zelf. Eigenlijk is dat een hele lange zin om te zeggen dat ik zo onbevooroordeeld mogelijk ben gaan luisteren.

Een van de rDAC`s werd op de huisset van de redactie aangesloten voor dagelijks gebruik, en de andere nam ik mee naar huis om er in mijn eigen referentie-omgeving naar te kunnen luisteren. Het zijn voornamelijk die luistersessies die zijn gebruikt voor het schrijven van deze review.

Als bron gebruikte ik afwisselend mijn Sonos Zoneplayer 90 die FLAC bestanden vanaf een NAS afspeelt, en mijn mini-laptopje van Samsung (vooral voor het HD muziekmateriaal). De Sonos werd met mijn onvolprezen L.A.T. International DI-20 mkII digitale interlink aangesloten op de Arcam, en voor de verbinding met de laptop werd een nieuwe high-end USB kabel van Audioquest ingezet. Die bleek duidelijk beter te klinken dan een standaard USB kabel, maar ik hoor de kabelsceptici hun messen alweer slijpen...gelukkig valt die discussie buiten deze review.



Met de goed aanvoelende selectieknop bovenop de rDAC moet de juiste ingang worden gekozen, en daarbij viel de snelheid waarmee de `lock` met het digitale signaal tot stand komt in positieve zin op. Met het notitieblokje op schoot werd de eerste muziek gestart, en een uurtje of wat later stond er nog geen letter op papier. Dat kwam omdat de rDAC (koud uit de doos) op het eerste gehoor meteen al een paar dingen beter leek te doen dan mijn eigen D/A converter met buizen uitgang.

Zo is daar het laag. Ik ben best wel verwend wat dat betreft, maar de rDAC weet zonder al teveel moeite een extra stukje sublaag te produceren. Dat merk je natuurlijk alleen als je een full-range luidsprekersysteem hebt of met een subwoofer werkt, maar het draagt wel bij aan de beleving. Zo blijkt in het intro van Ghosts (Japan – Oil On Canvas) een grondtoon te schuilen die met mijn eigen DAC wel te horen is, maar die net wat dieper gaat dan ik dacht. Lekker... Ook het niersteenvergruizende laag in Boz Scaggs` Thanks To You doet de bank nog wat duidelijker trillen.

Ook in de ruimtelijke weergave neem ik een duidelijk verschil waar. De rDAC zet een wat breder beeld neer dan ik gewend ben, maar levert daarbij wel wat in aan diepte. Een kwestie van smaak dus. Zelf prefereer ik een wat meer laid-back weergave, en een ruim dieptebeeld hoort daar bij. Maar omdat in veel huiskamers het compromis tussen inrichting en hifi-hobby vrij vaak zorgt voor een beperking van het dieptebeeld beschouw ik de toegenomen breedteplaatsing (zonder gat in het midden) als een pluspunt.

Maar zoals ik al in mijn blogbericht aangaf wil ik mijn oordeel over de Arcam niet ophangen aan één of twee parameters die op zichzelf wel wat voorstellen, maar in het geheel der eigenschappen pas echt hun waarde krijgen. Dus begeef ik me op het glibberige pad van de muzikaliteit. Dat is nu eenmaal een zeer persoonlijke waarneming, en iedereen heeft daar zo zijn eigen idee bij. Naar mijn mening doet de Arcam rDAC het op het vlak van muzikaliteit zeer goed. Dat concludeer ik niet alleen uit het lege schrijfblok, maar ook uit de succesvolle test met de luchtgitaar (Supertramp – Goodbye Stranger).

MERK

EDITORS' CHOICE