Een belangrijke muziekstijl die voortkomt uit de zaterdagavond dansavonden is de mento. Een op calypso geente hete dansmuziek waar de nadruk op seks sterk aanwezig is. Het slot van een mento avond is .... Daarna is het de komst van Amerikaanse radio stations die de stijlen bepalen.
Na een periode waarin diverse muziekstijlen zich over het eiland verspreiden die allemaal sterk gebaseerd zijn op de overlevering en vermenging en aanpassing van stijlen zoals ska dat eigenlijk jaren `60 R&B is waar de even beats zijn uitgehaald zodat er een hoekig ritme overblijft, komt begin `70 een nieuwe stijl boven: reggae.
Reggae is de aloude mento vermengt met de opvolger van de ska, rock steady. Dus een beetje terug naar de Jamaicaanse eigen muzikale wortels, de roots. Het bezoek van toenmalig keizer van Ethiopie, Haile Selassi is helemaal een extra stimulans voor de Rastas. Zij beschouwen hem als de beloofde prins die hen, en alle zwarten, naar het beloofde land Afrika zal leiden; hun Zion. Om dit streven kracht bij te zetten wordt reggae de basis van de woorden van vrijheidsdrang.
En een van de vertegenwoordigers van de reggae is Barry Brown. Geboren in 1962 in Kingston komt hij als klein jongetje al vaak in de vele platenstudios die Kingston rijk is. Tussen het doen van boodschappen en klusjes leert hij het vak van producer. Daarnaast zingt hij ook en richt zelfs een eigen label, Jabba Roots op. Van de vele opnames, niet allemaal grote successen, heeft het Duitse Moll-Selekta een compilatie gemaakt onder de titel Poor Man, Rich Man. In dertien nummers plus een toegift volgt een overzicht van wat Barry Brown tussen 1978 en 1980 op de plaat heeft gezet. Voornamelijk politiek getinte teksten gelardeerd met het voor Rastas zo belangrijke bezingen van hun tweede geloof, de ganja. De muziek is heerlijk relaxed en vraagt om een warme zomeravond. Producer Rodguel Sinclair laat Brown begeleiden door de topmuzikanten van die jaren. Sly Dunbar en Robbie Shakespeare in de Aggrovators, Roots Radics, The Revolutionairies en High Time Players leggen het fundament.
Helaas is de informatie op het fraai uitgevoerde CD hoesje niet erg uitgebreid. Niet uitgebreid voor een "best of" in ieder geval. De muziek maakt gelukkig veel goed. Hoogtepunt is "Burial" van de hand van Peter Tosh gevolgd door "Bad Girl" waar een lekker gitaartje onder zit. Rich Man, Poor Man is voor liefhebbers van rusitige roots reggae een CD die beluisterd moet worden.
Een heel andere soort reggae vinden we op de CD Culture Vulture van Ghetto Priest. Na veel te hebben bijgedragen aan het werk van Asian Dub Foundation, Groove Armada en ook Sinead O`Connor is er nu een eigen CD met hulp van een flink aantal muzikanten als wederdienst voor Priest`s inzet.
Veel heavier dan Barry Brown is de stijl van de Engelsman Ghetto Priest, maar ook veel gevarieerder. Het openingsnummer "Dungeon" bekend van de Singers & Players krijgt een funk sausje. Diverse electronica in overdrive begeleidt "Masters of Deception" waarna "Dry Bone" weer wat meer terug gaat naar de roots terwijl de instrumentatie hier leuke onverwachte dingen doet. Een slide gitaar en drum `n bass tracks, dat kom je niet vaak tegen en Priest doet hier de achtergrondzang en Simon Bogle de lead.
Er zitten wel meer bijzonderheden op de CD. De teksten zijn onverbloemd kritisch. Schandalen die onder het tapijt worden geschoven, "geuniformeerde massa moordernaars zijn helden" en 27 miljoen mensen leven in slavernij. Soms zijn de ritmes dance/trance met tropische fluitjes dan weer de recht op en neer rootsy. De bijdragen van de forse lijst medemuzikanten maken van het solo debuut van Ghetto Priest een zeer gevarieerd palet. Wat te denken van Sly en Robbie, Skip `Little Axe` McDonald en Carlton `Bubblers` Ogilvie? En dan een heerlijk plat Iers rappende Ri Ra in "Show Them" met een ondeugend ska-achtig loopje en een soort tin whistle. In het volgende stuk "Boom Fire" blijft Priest nog even bij rap of is het toch trance, celtic, of is het een ode aan de band Gong. Boeiend is het in ieder geval.
De hele CD is een welkome afwisseling in een genre dat soms wel erg voorspelbaar is. De mix van stijlen, klanken, stemmingen en culturen gaat weer terug naar het onstaan van reggae. Ghetto Priest is er in geslaagd een fraai, sprankelend stuk muziek neer te zetten dat zowel muzikaal als tekstueel staat als een huis.
Over de CD`s :
Barry Brown - Rich Man Poor Man 1978 - 1980
Moll-Selekta 7
Ghetto Priest - Vulture Culture
On-U Sound ONUCD 1003
Meer informatie ook via: www.konkurrent.nl