REVIEW

Review: Grandinote Celio mk3 - pagina 2

Producten van Grandinote zijn een regelmatige gast in de luisterruimte. Een tweetal Grandinote Celio versterkers doen al enkele maanden dienst om het vinyl zo goed mogelijk op het podium te krijgen. De Celio beschikt over de Magnetosolid techniek. Géén buizen, maar solid state elektronica, direct gekoppeld en hier en daar voorzien van zogenaamde ferromagnetische componenten. De schakelingen die daarmee worden gebouwd zijn afgeleid van buizenontwerpen en staan in klasse-A.

Grandinote Celio mk3: Magnetosolid

Grandinote is erg terughoudend met betrekking tot de techniek achter haar ontwerpen. Hoe is de term ‘Magnetosolid’ te plaatsen? Bij een traditionele versterkerschakeling zijn er doorgaans zogenaamde ‘stages’ die aan elkaar vastzitten door middel van koppelcondensatoren, of ze zijn direct gekoppeld. Rondom elke schakeling hangen ook nog andere condensatoren met diverse functies. De condensatoren hebben (sterke) invloed op het geluid. Wie een versterker maakt met buizen of transistoren, zonder al die condensatoren, houdt een schakeling over die volledig neutraal klinkt. Dat is leuk om een keertje te doen, want zo’n versterker heeft vaak een superieure performance. Het manco van veel versterkers is de bewuste kleuring of de ‘voicing’ die de fabrikant aanbrengt door gerommel met die condensatoren.

Sommigen maken een soundje dat het publiek wil. Overdreven midden, hoog of laag. De ferromagnetische componenten die Grandinote inzet kunnen dus zogenaamde interstages zijn. Dat past in het verhaal van een simpele schakeling, met halfgeleiders en zonder condensatoren. Het verklaart ook eigenschappen die de Celio laat horen. Maar, zoals de lezer ongetwijfeld weet, duidt de term ‘ferromagnetisch component’ ook op zogenaamde spin transistoren. Door het bridgen van magnetisme en een halfgeleider ontstaat er een transistor die twee toestanden kan hebben. De zogenaamde spin-up en spin-down. Dat is non-volatile. Het betekent dat deze twee toestanden behouden blijven als de spanning wegvalt.

Spin-transistors zijn daarmee geschikt voor computergeheugens, ook al omdat ze erg weinig energie gebruiken. Op dit moment zijn er experimentele spin-transistoren. Welke toepassing ze in audio zouden kunnen hebben is nog een vraag. Het is dus niet erg waarschijnlijk dat Grandinote gebruik maakt van spin-transistoren, dus het begrip Magnetosolid zal daar niet mee te maken hebben. Wat kan is dat Grandinote interstages gebruikt die een core hebben van ferromagnetische materialen. Je vermindert dan verlies als gevolg van eddy-currents met mogelijke gunstige gevolgen voor de geluidskwaliteit. Waarom een versterker met transistoren dan interstages nodig heeft, is niet helemaal voor de hand liggend. Transistoren zijn makkelijk direct te koppelen zonder condensatoren. Mogelijkerwijs gebruikt Grandinote dus uitgangstrafo’s voor de Celio lijnuitgang die materialwise geoptimaliseerd zijn. 

Grandinote Celio mk3: gewoon stereo

De Celio is geschikt voor mm en mc. De versterkingsfactor kent twee standen (H en L) en is bereikbaar via een schakelaar op het achterpaneel. De Celio mk3 heeft per kanaal drie rca-aansluitingen. Line out, cartridge-in en een zogenaamde ADT-bus. Daarmee is de ingangsimpedantie van de phono-ingang in te stellen. Neem een rca (cinch)-plug en soldeer daar een weerstandje in, passend bij de waarde die de phono-cartridge nodig heeft. Werkt dus hetzelfde als bij de bekende CAT-voorversterker. Bij de laatste werd een hele set van die adapters meegeleverd. De Celio mk IV heeft overigens vijf microswitches waarmee de cartridge load in te stellen is. In principe kan de afsluitcapaciteit voor een mm ook ingesteld worden door de benodigde capaciteit in een cinch-plug te solderen. Dat gaat goed zolang u niet in de veronderstelling verkeerd enkele tientallen microFarads nodig te hebben. Mocht u zelf niet handig zijn met de soldeerbout en in dit soort analoge technieken, zoek dan een dealer die de begrippen ‘vinyl’ en ‘Keith Monks’ nog tussen de oren heeft. 

Met één enkele Celio kan gewoon stereo worden gedraaid. De cartridge is dan niet balanced aangesloten. Maar, de Celio heeft ook xlr-ingangen. Met behulp van twee Celio’s is het namelijk mogelijk om een cartridge op elk van de twee Celio’s symmetrisch aan te sluiten. Normaal gesproken (non balanced) gaat het rode draadje vanaf het element naar de ‘hete’ aansluiting van de phono-versterker en groen naar de massa. Idem voor wit en blauw. Bij balanced gebruik moeten beide draadjes binnen een zogenaamde aparte mantel (braid) liggen, anders kan er brom ontstaan. Bij non-balanced gebruik volgen groen en blauw de braid van elke aangesloten kabel. Bij een symmetrische aansluiting gaat het rode draadje vanaf het element naar de + van de trafo in de phonoversterker. Groen gaat naar de - van de trafo. Idem voor wit en blauw.

Grandinote Celio mk3: storing

Een storing (zogenaamde common mode noise) valt tegelijkertijd op de rode en de groene draad. Vanwege de trafo komen beide stoorsignalen elkaar in tegenfase tegen en heffen ze elkaar op. De intrigerende vraag is nu waarom je twee Celio’s nodig hebt om een stereo-cartridge symmetrisch aan te sluiten. De Celio heeft een tweetal versterkers aan boord en is in principe geschikt voor symmetrisch gebruik door elke versterkerhelft te voorzien van een ingangstrafo. Dan kun je in principe met één Celio een cartridge symmetrisch aansluiten per kanaal. Maar kennelijk is er geen ingangstrafo of elektronisch gebalanceerde ingang. Bij de inzet van twee Celio’s wordt dus één versterkerhelft gebruikt voor het + signaal en de andere versterkerhelft voor het - signaal. Probleem is dat je dan geen fase-omkering hebt en dus uitdoving van storingen.

Mogelijkerwijs ziet Grandinote daar toch voordelen, zoals er ook voordelen kunnen zijn omdat er dan twee chassis zijn en twee voedingen. Voor wie balanced wil draaien met twee Celio’s levert de importeur een kabel. Die past op verschillende tone arms met de ronde SME-aansluiting en beschikt aan het andere einde over twee xlr-connectoren. Mogelijkerwijs kan de importeur ook verloopkabels leveren voor andere arm-aansluitingen, zijnde de platte SME, de EMT, de Ortofon, de Acoustical of de ADC. De door de NRU gebruikte All balanced Acoustical heeft trouwens een 5-polige female DIN van 240 graden met een lock.  Een moeilijk te krijgen connector vandaag de dag. De originele had namelijk een ceramische houder voor de pennen. Maar, u kunt natuurlijk ook zelf een kabeltje solderen na uw opstalverzekeraar te hebben geïnformeerd.   

EDITORS' CHOICE